Alfa Romeo 147 3.2 V6 da 03/03 a 09/03 – AIRCONDITIONING – – ELEKTRISCH SCHEMA, OPSTELLING COMPONENTEN, BESCHRIJVING VAN DE WERKING – ELEKTRISCH SCHEMA, OPSTELLING COMPONENTEN, BESCHRIJVING VAN DE WERKING
BeschrijvingDe klimaatregeling in de auto vindt plaats m.b.v. een luchtgeleider/-verdeler met een verwarmingselement. De in de verwarming geintegreerde airconditioning levert gekoelde en ontvochtigde lucht als de compressor en het bijbehorende koelsysteem zijn ingeschakeld.De klimaatregeling wordt geregeld m.b.v. drie draaiknoppen op het dashboard:met de linker draaiknop wordt mechanisch de mengklep bediend en daarmee de menging tussen warme en koude lucht;met de rechter draaiknop wordt de stand van de verdeelkleppen geregeld en daarmee de verdeling van de lucht;met de middelste draaiknop worden de vier snelheden van de aanjagersnelheid geregeld;Aan de onderzijde van het bedieningspaneel bevinden zich de druktoets voor de recirculatiefunctie en de druktoets voor het inschakelen van de airco-compressor.Een elektronische regeleenheid controleert de werking en regelt de volgende parameters:luchtverdeling van de ventilatieroosters;aanjagersnelheid (traploos);inschakeling van de airco-compressor (koeling van de lucht);inschakeling van de luchtrecirculatie;De MAX-DEF-functie voor snel ontwasemen (kiest zodanige instellingen dat zowel de voorruit als de achterruit snel wordt ontwasemd);De regeleenheid regelt deze parameters om het klimaat in het interieur optimaal aan de wensen aan te passen.Op basis van de ingestelde waarde wordt de luchtopbrengst m.b.v. een aanjager en de luchttemperatuur m.b.v. een mengklepactuator geregeld; bovendien wordt de luchtverdeling met een andere actuator ingesteld en ten slotte met weer een andere actuator de recirculatie-functie. Onder bepaalde omstandigheden schakelt de regeleenheid ook de airco-compressor in om de lucht te koelen en te drogen 3027455ZieE6021INSCHAKELING COMPRESSOR . Voor meer informatie 3026414Schematische werking5040HUIS EN TOEBEHOREN VAN AIRCONDITIONING . 767 Als de recirculatie-functie wordt ingeschakeld dan sluiten de ruiten 3027219ZieE3050RUITBEDIENING VOOR en het opendak 3027227ZieE3060OPENDAK . De klimaatregeleenheid bewerkt het signaal van de luchtkwaliteitsensor en schakelt de recirculatie-functie in om te voorkomen dat vervuilde lucht het interieur bereikt. Als de normale omstandigheden weer optreden, dan zet de klimaatregeleenheid de recirculatie-functie weer in de voorgaande stand. Als onder deze omstandigheden de recirculatie-functie is ingeschakeld, dan wordt het commando voor het automatisch sluiten van de ruiten 3027219ZieE3050RUITBEDIENING VOOR en het opendak 3027227ZieE3060OPENDAK gegeven. De klimaatregeleenheid ontvangt de informatie over de 'ingeschakelde ruitensproeiers' van de Body Computer en schakelt de recirculatie-functie in om te voorkomen dat de geur van de reinigingsvloeistof in het interieur dringt.Het snelheidssignaal van de auto bereikt het systeem via het CAN en wordt gebruikt om de buitentemperatuursignaal te filteren en de ventilatie en de dynamische luchtstroom afhankelijk van de voertuigsnelheid te compenseren.De Body Computer ontvangt doorlopend het signaal 'accuspanning' en vergelijkt dit met de limieten: als de gemeten accuspanning lager is dan de drempelwaarde, dan wordt via het CAN een signaal voor het uitschakelen van enkele verbruikers verzonden: hieronder bevindt zich de aanjager.De klimaatregeleenheid krijgt de voeding vanaf het contactslot via een zekering in de zekeringen- en relaiskast onder het dashboard; de aanjager wordt gevoed via een speciale zekering in de zekeringen- en relaiskast in de motorruimte.
Functiebeschrijving De klimaatregeleenheid M70 krijgt de voeding vanaf het contactslot (INT/A) op pen 3 via zekering F31 in zekeringen- en relaiskast onder het dashboard B2 .; wordt direct op pen 2 via zekering F39 in zekeringen- en relaiskast onder het dashboard B2 . Pen 1 van M70 ligt aan massa. De actuator voor de recirculatie N82 wordt bediend door regeleenheid M70 vanaf pen 14, 15, 16 en 17. De mengluchtactuator N81 wordt bediend door regeleenheid M70 vanaf pen 23, 24, 25 en 26. De luchtverdeelactuator N80 wordt bediend door regeleenheid M70 vanaf pen 19, 20, 21 en 22. Een elektronische snelheidsregelaar M72 bedient met een massasignaal aanjager N85 met verschillende snelheden: deze wordt via het contactslot (INT/A) van voeding voorzien via zekering F31 in zekeringen- en relaiskast onder het dashboard B2 , ontvangt als ingangssignaal van de regeleenheid een bedieningssignaal vanaf pen 10 en zendt een feedback-signaal aan pen 18 van M70 . Aanjager N85 wordt direct van voeding voorzien via zekering F5 in zekeringen- en relaiskast in de motorruimte B1 . Pen 11 van M70 regelt het inschakelen van de compressor 3027455ZieE6021INSCHAKELING COMPRESSORVia het CAN is regeleenheid M70 verbonden - vanaf pen 12 en 13 - met Body Computer M1 en knooppunt H44. Deze wisselen onderling de volgende signalen uit:snelheidsmetersignaal;signaal inschakeling ruitensproeiers voor inschakelen recirculatie;commando voor het sluiten van de ruiten en het opendak;signaal 'accuspanning';signaal inschakeling achterruitverwarming.
0Uitbouwen201Inbouwen213029702-7040A37AFDEKKLEPJE zekeringenop dashboard - U.I.1. Maak de stekkers (1a, 1b, 1c, 1d, 1e, 1f) aan de voorzijde los.2. Draai de bevestigingsbouten van de regeleenheid los.3. Draai de aangegeven bevestigingsbouten van de dashboardbekledinglos.2004865
0Uitbouwen201Inbouwen211. Controleer of de contactsleutel in stand 'STOP' staat en maakde minklem (-) los van de accu. 2. Open het deksel van de 'maxi-fuse'-houder.3. Draai de bevestigingsbouten van de 'maxi-fuse'-houder aan deaccu los.4. Draai de bevestigingsbout op de plusklem (+) van de accu ietslos.5. Maak de 'maxi-fuse'-houder los van de accu en verplaats de houderopzij.2004975
5530B14
Houd de volgende voorzorgsmaatregelenaan.769768768
5530B18
Houd de volgende voorzorgsmaatregelenaan.769Met de accu met de optische zuurweger kaneen globale indicatie van het elektrolytniveau en de ladingstoestandworden gecontroleerd, afhankelijk van de kleur van de zuurweger: een lichte en heldere kleur geeft een telaag elektrolytniveau aan: vul bij met gedistilleerd water;een donkere kleur zonder groen in het middengeeft een juiste elektrolytniveau aan, maar een lage ladingstoestand:laad de accu; een donkere kleur met groen in het middengeeft een juist elektrolytniveau en juiste ladingstoestand aan:er hoeven geen werkzaamheden te worden uitgevoerd. Zie voor meer informatie BESCHRIJVINGENEN WERKING - 5530768Voer de volgende werkzaamheden uit.Controleer de onbelaste accuspanning m.b.v.goedgekeurde meetapparatuur (bijv. 'MICRO 360'). Voer, afhankelijk van de gemeten spanning,de volgende werkzaamheden uit.Bij een onbelaste spanning lager dan 12,10V, moet de accu worden vervangen (). 5530B10).Bij een onbelaste spanning hoger dan 12,10V, maar lager dan 12,50 V, moet de accu worden geladen (). 5530B14).Bij een onbelaste spanning hoger dan 12,50V is de accu voldoende geladen.Vul zonodig op de volgende wijze het elektrolytbij.Verwijder voorzichtig de celdoppenstrip.Vul bij met gedesioniseerd en gedestilleerdwater, waarbij lekkage van elektrolyt moet worden voorkomen.768
0Uitbouwen201Inbouwen21Zet de auto op een brug.Open de motorkap.1. Maak de borgingen (1a) los en verwijder het deksel (1b).2004980
5530B40
0Uitbouwen201Inbouwen21Open de motorkap.1. Maak de borgingen (1a) los en verwijder het deksel (1b). 2004986
5530B52
0Uitbouwen201Inbouwen21Ga verder met het uitbouwen 3029434-5530B10ACCU - U.I. .1. Verwijder het deksel van de zekeringen- en relaiskast.2. Draai de moer (2a) los en maak de massakabel (2b) van de zekeringen-en relaiskast los.2004990
5530B60
0Uitbouwen201Inbouwen213029434-5530B10ACCU - U.I.1. Verwijder de opvangbak onder de accu.2. Draai de bouten (2a) los en de bevestigingsbout (2b) van de accuhouderiets los.3. Verplaats de accuhouder iets.4. Maak de bevestigingsdop van de riem los.5. Verwijder de riem.2005002
0Uitbouwen201Inbouwen211. Trek de schakelaargroep iets naar buiten.2. Maak de stekker los.3. Vang de schakelaargroep op.2005147
7005M14
0Uitbouwen201Inbouwen211. Draai de bout los.2. Trek de schakelaargroep met de regeleenheid iets naar buiten.3. Maak de stekkers (3a, 3b) los.4. Vang de schakelaargroep met de regeleenheid op.2005148
0Uitbouwen201Inbouwen213029585-7005R30BUITENSPIEGEL (1) metelektrische bediening - U.I. (links)1. Draai de onderste bouten los.2. Verplaats de spiegel iets.3. Verwijder de buitenluchttemperatuursensor uit de zitting.4. Maak de sensorstekkers los van de stekker.5. Knip de kabelbinder door en verwijder de kabel met de sensor.2004693
0Uitbouwen201Inbouwen213029703-7040A65SLUITING zijbak - U.I.1. Draai de sensor linksom en verwijder de sensor.2. Maak de stekker (2a, 2b) van de sensor los.2004696
0Uitbouwen201Inbouwen211. Maak de sensor los uit de borgingen.2. Maak de stekker los.3. Verwijder de sensor.2004697
5010D72
0Uitbouwen201Inbouwen21Open de motorkap.1. Verwijder het dekseltje.2. Draai de bevestigingsbouten los en verwijder de bekleding rechtsonder de voorruit.3. Maak de borgingen m.b.v. passend gereedschap los.4. Verwijder de bekleding rechts onder de voorruit.2004698
0Uitbouwen201Inbouwen211. Draai de bevestigingsbouten van de motor los.2. Maak de stekker los van de motor.3. Maak de motor (3a) los van het tandwiel (3b) van het tandsegmenten verwijder de motor.2004835
0Uitbouwen201Inbouwen211. Draai de bevestigingsbouten van de motor los.2. Maak de stekkers (2a, 2b, 2c, 2d) van de motoren los.3. Maak de actuator (3a) los uit de verbinding (3b) en verwijderde motor.2004840
0Uitbouwen201Inbouwen211. Draai de bevestigingsbouten van het expansieklepdeksel los.2. Verwijder het deksel.2004815
5040C80
0Uitbouwen201Inbouwen211. Maak de stekker van de recirculatieklepmotor los.2. Draai de bout los.3. Verdraai de recirculatieklepunit en verwijder de unit.2004824
We use cookies on our website to give you the most relevant experience by remembering your preferences and repeat visits. By clicking “Accept All”, you consent to the use of ALL the cookies. However, you may visit "Cookie Settings" to provide a controlled consent.
This website uses cookies to improve your experience while you navigate through the website. Out of these, the cookies that are categorized as necessary are stored on your browser as they are essential for the working of basic functionalities of the website. We also use third-party cookies that help us analyze and understand how you use this website. These cookies will be stored in your browser only with your consent. You also have the option to opt-out of these cookies. But opting out of some of these cookies may affect your browsing experience.
Necessary cookies are absolutely essential for the website to function properly. This category only includes cookies that ensures basic functionalities and security features of the website. These cookies do not store any personal information.
Any cookies that may not be particularly necessary for the website to function and is used specifically to collect user personal data via analytics, ads, other embedded contents are termed as non-necessary cookies. It is mandatory to procure user consent prior to running these cookies on your website.