BeschrijvingEen elektronisch systeem bewaakt en regelt alle parameters van de motor voor optimale prestaties en een laag verbruik door snel te reageren op de verschillende bedrijfsomstandigheden.De dieselmotor is uitgerust met 'COMMON RAIL' UNIJET-dieselinspuiting.Bovendien heeft deze uitvoering 4 kleppen per cilinder om de motor krachtiger en zuiniger te maken.Bij het 'COMMON RAIL'-systeem wordt de inspuiting onder zeer hoge druk elektronisch geregeld. De verneveling van de brandstof geschiedt via een gestuurde inspuiting waarbij het inspuitventiel door een elektronische regeleenheid in plaats van door de inspuitpomp wordt geopend.Op basis van de signalen die van diverse sensoren afkomstig zijn, stuurt de regeleenheid de actuatoren aan voor het regelen van:het brandstofsysteem;de luchttoevoer;de voorgloeibougies;het gaspedaal;het motorkoelsysteem;de brandstofvoorverwarming. Zie voor meer informatie 3026343Schematische werking1060BRANDSTOFSYSTEEM MET DIESELINSPUITING . Vanaf september 2003 voldoet deze motor dankzij bovenstaande elektronische regelingen aan de meest recente milieu-normen en de doorlopende controle door het EOBD (European On Board Diagnosis)Met het EOBD (European On Board Diagnosis) is een doorlopende diagnose mogelijk van de componenten van de auto die van invloed zijn op de emissie. Bovendien wordt door het branden van het bijbehorende lampje een defect in de componenten weergegeven. Het doel van dit systeem is:het rendement van het systeem onder controle te houden;een toename van de emissie te signaleren bij een storing in de auto;aan te geven wanneer beschadigde componenten moeten worden vervangenHet systeem wordt ook geregeld m.b.v. relais in de zekeringen- en relaiskast in de motorruimte; de voeding van de regeleenheid en de diverse componenten van het systeem (sensoren en actuatoren) wordt beschermd door zekeringen in de zekeringen- en relaiskast motorruimte.
Functiebeschrijving De inspuitregeleenheid M10 regelt en bewaakt de elektronisch geregelde inspuiting. De directe voeding vanaf de accu loopt via de CVM-zekering op de accu (stekker B99 ). De voeding vanaf het contactslot (15/54) is aangesloten op pen 28 van stekker A van M10 via zekering F16 in zekeringen- en relaiskast in de motorruimte B1.Het inspuitrelais T9 in B1 bedient het hele systeem; de voeding wordt beschermd door zekering F18 in B1; het relais wordt bekrachtigd met een massasignaal vanaf pen 72 van stekker A op regeleenheid M10. Het hoofdrelais levert vervolgens de voedingsspanning:aan pen 1 van stekker A op de regeleenheid, via zekering F17 in B1;aan pen 5 van stekker A op de regeleenheid, via zekering F22 in B1;aan luchtkwantummeter K41 en de kleppen L30, L36; L62 en regeleenheid M15 via zekering F11 in B1 Het brandstofpomprelais T10 in B1 wordt gevoed via zekering F21 in B1 . Het wordt bekrachtigd via een massasignaal vanaf pen 91 op stekker A van regeleenheid M10 en levert de voedingsspanning aan de elektrische brandstofpomp N40. De pomp is op massa aangesloten via de traagheidsschakelaar I50 die bij een ongeval het circuit onderbreekt, waardoor de brandstofpomp stopt en gevaarlijke lekkage van brandstof wordt voorkomen. Pen 2, 4 en 6 van stekker A op M10 liggen aan massa. Het relais voor de brandstofvoorverwarming T19 in B1 wordt gevoed via zekering F20 in B1 . Het wordt bekrachtigd via een massasignaal vanaf pen 68 van stekker AQ op regeleenheid M10 en levert de voedingsspanning aan de brandstofvoorverwarming O20. De regeleenheid M15 regelt de voorgloeibougies A40, die rechtstreeks vanaf de accu worden gevoed via zekering F1 in B1. Deze wordt gevoed - stekker C - via zekering F11 in B1. De bedienings- en regelsignalen worden uitgewisseld via pen 52 en 93 van stekker A op M10, die de inschakelduur regelt. Stekker B is verbonden met de voorgloeibougies A40 . De inspuitregeleenheid M10 ontvangt de signalen van de diverse sensoren, zodat alle parameters over de werking van de motor kunnen worden gecontroleerd. De toerentalsensor K46 levert via een wisselspanningssignaal op pen 12 en 27 van stekker B op regeleenheid M10 informatie over het motortoerental. De fasesensor K47 wordt gevoed vanaf pen 11 op stekker B van M10. Via stekker pen 20van stekker B op regeleenheid M10 wordt een massasignaal geleverd, terwijl op pen 50 van stekker B informatie over de motorfase wordt ontvangen. De koelvloeistoftemperatuursensor K36 ontvangt een referentiemassasignaal van pen 41, stekker B van regeleenheid M10, en verstuurt een van de koelvloeistoftemperatuur afhankelijk signaal naar pen 58 van stekker B. De luchtkwantummeter K41 wordt gevoed via zekering F11 in B1; de referentiemassa komt van pen 44 van stekker B op M10. Deze ontvangt de voedingsspanning van de regeleenheid (pen 29 van stekker B op M10) en zendt een van de luchthoeveelheid afhankelijk signaal naar pen 42 van stekker B. In K41 is ook de luchttemperatuursensor geplaatst die een luchttemperatuursignaal stuurt naar pen 37 van stekker B op M10. De gaspedaalsensor K55 bestaat uit twee potentiometers (een hoofd- en een beveiligingssensor). De eerste krijgt de voeding en massa respectievelijk vanaf pen 30 en 45 van stekker A op M10 en levert een signaal aan pen 9. De tweede krijgt de voeding en massa respectievelijk vanaf pen 46 en 8 van stekker A op M10 en levert een signaal aan pen 31. De brandstoftemperatuursensor K81 meet de temperatuur van de toegevoerde brandstof. Via pen 10 van stekker A op M10 wordt de referentiemassa geleverd, terwijl op pen 11 het brandstoftemperatuursignaal binnenkomt. De turbodruksensor K82 meet de druk en de temperatuur in het spruitstukhuis achter de turbocompressor. Pen 13 van stekker B op M10 levert de voedingsspanning en via pen 23 van stekker B is de referentiemassa aangesloten. Het druksignaal komt binnen op pen 40 van stekker B op de regeleenheid. In K82 is ook de luchttemperatuursensor geplaatst die een luchttemperatuursignaal stuurt naar pen 53 van stekker B op M10. De brandstofdruksensor K83 levert de inspuitregeleenheid informatie voor het regelen van de brandstofdruk en de inspuitduur. Deze krijgt de voeding en massa respectievelijk vanaf pen 28 en 8 van stekker B op M10; en levert een drukafhankelijk signaal aan pen 43. De brandstofdrukregelaar N77 heeft tot taak de brandstofdruk in de verdeelleiding continu aan te passen. De twee stuursignalen zijn afkomstig van pen 4 en 34 van stekker B op regeleenheid M10. EGR-modulatorklep L30 regelt de hoeveelheid uitlaatgas die wordt teruggevoerd; deze wordt gevoed via zekering F11 in B1 en bediend met een signaal vanaf pen 60 van stekker B op M10. De magneetklep voor de turboverstelling L36 regelt de werking van de turbo afhankelijk van de motorbelasting: deze wordt gevoed via zekering F11 in B1 en bekrachtigd met een signaal van pen 15 van stekker B op M10. De gasklepactuator L62 sluit de smoorklep gedeeltelijk of geheel, bijvoorbeeld als de motor wordt uitgezet; deze wordt gevoed via zekering F11 in B1 en bediend met een signaal van pen 59 van stekker B op M10. Op pen 17 van stekker A op M10 wordt een signaal geleverd vanaf de remlichtschakelaar I30, die wordt gevoed via het contactslot (INT) via zekering F37 in zekeringen- en relaiskast B2. Pen 79, stekker A van M10 ontvangt het signaal van de koppelingspedaalschakelaar I31. De inspuitventielen N70 worden gevoed vanaf pen 117 (cilinders 1 en 2) en 118 (cilinder 3 en 4) op M10 . De inspuitregeleenheid opent de inspuitventielen N70 via pen 16-47, 2-31, 1-46, 17-33 van stekker B op M10 respectievelijk voor de cilinders 1, 2, 3 en 4. Regeleenheid M10 ontvangt - pen 35, stekker B - het signaal van de motoroliedruksensor K30. De waterdetectiesensor in het brandstoffilter K31 ; wordt gevoed vanaf het contactslot (INT) via zekering F51 in B2 en zendt het signaal naar pen 74 van stekker A op M10.De regeleenheid M10 is via het CAN met de Body Computer M1 en de andere knooppunten van het netwerk: via dit netwerk wordt informatie verzonden over:zelfdiagnose van het systeem, dat kan worden gebruikt door de stekker G van M1 aan te sluitenkoelvloeistoftemperatuur, dat naar instrumentenpaneel E50 wordt verzonden om de meter en het bijbehorende lampje te bedienen;toerental, dat wordt verzonden naar het instrumentenpaneel E50 ;lage motoroliedruk, dat wordt verzonden naar instrumentenpaneel E50 om het bijbehorende lampje te bedienen;voorgloeien, dat wordt verzonden naar instrumentenpaneel E50 om het bijbehorende lampje te bedienen;water in brandstoffilter, dat wordt verzonden naar instrumentenpaneel E50 om de bijbehorende waarschuwing op het display te bedienen, Ontvangen wordt via het CAN het signaal van de snelheidsmeter, dat door de ABS-regeleenheid M50 wordt gegenereerd Het zelfdiagnoseprogramma van regeleenheid M10 levert ook een signaal (vanaf pen 71, stekker A) direct aan het 'EOBD'-lampje in het instrumentenpaneel E50. De gegevens van de zelfdiagnose kunnen worden uitgelezen via stekker G van Body Computer M1 - pen 7; deze ontvangt de signalen van pen 25 van stekker A op regeleenheid M10 via de diagnose-verbinding.
KOUDSTARTSYSTEEM (DIESELMOTOREN)
5520C10
0Uitbouwen201Inbouwen21Ga verder met het uitbouwen 3028901-1016A10GELUIDSISOLATIE-DEKSEL- U.I. .Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. 1. Maak de stekkers los van de voorgloeibougies.2. Draai de voorgloeibougies los en verwijder ze.2048842
0Uitbouwen201Inbouwen213029702-7040A37AFDEKKLEPJE zekeringenop dashboard - U.I.1. Maak de stekkers (1a, 1b, 1c, 1d, 1e, 1f) aan de voorzijde los.2. Draai de bevestigingsbouten van de regeleenheid los.3. Draai de aangegeven bevestigingsbouten van de dashboardbekledinglos.2004865
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu.1. Maak de stekker los van de luchtkwantummeter.2. Draai de klemmen (2a) los en verwijder de luchtkwantummeter (2b)nadat deze is losgemaakt van de luchtinlaatmoffen.2001588
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu.Ga verder met het uitbouwen 3028666-1016A40BOBINEDEKSEL op cilinderkop- U.I. .1. Maak de stekker los van de elektromagneet voor de nokkenasversteller.2. Draai de bouten (2a) los en verwijder de elektromagneet voorde nokkenasversteller (2b).2001590
1056B50
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu.1. Maak de stekker los van de luchtkwantummeter.Maak de kabelbundel van de luchtkwantummeterlos uit de bevestiging op de luchtinlaatmof.2. Maak de carterventilatieslang los van de luchtinlaatmof.3. Maak de klemmen (3a) los en verwijder de luchtinlaatmof (3b)met de luchtkwantummeter (3c).2001591
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu.Ga verder met het uitbouwen 3028666-1016A40BOBINEDEKSEL op cilinderkop- U.I. .Maak het brandstofsysteem drukloos methet gereedschap op het ventiel op de zijkant van de brandstofverdeelleiding.1. Maak de stekkers los van de inspuitventielen.2. Maak de snelkoppeling in de voorste brandstoftoevoerleiding losvan de brandstofverdeelleiding.3. Maak de voorste brandstoftoevoerleiding los van de bevestigingop het spruitstukhuis. 2001601
1056B68
0Uitbouwen201Inbouwen211. Verwijder de borgingen (1a) en verwijder de inspuitventielen(1b) uit de brandstofverdeelleiding.2. Verwijder de afdichtringen van de inspuitventielen.2001605
1056B70
0Uitbouwen201Inbouwen211. Verwijder de borging (1a) en verwijder het inspuitventiel (1b)uit de brandstofverdeelleiding.2. Verwijder de afdichtingen van het elektro-inspuitventiel.2001606
1056B78
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu.1. Maak de stekker los van de koppelingspedaalschakelaar.2. Draai de schakelaar ongeveer 90° rechtsom en verwijder de schakelaar.2001607
1056B81
Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat.Controleer of de airconditioning is uitgeschakelden het gaspedaal mag nooit worden ingetrapt.Sluit het gereedschap aan op de diagnosestekkeren zet de keuzeschakelaar op stand 3.Sluit het diagnose-apparaat (Examiner)aan.Zet de contactsleutel op stand MAR.Kies op de Examiner de functie 'Test regeleenheden'Kies op de Examiner de functie 'Actievediagnose' en kies vervolgens 'Reset parameters zelfaanpassing' en 'Stationair-toerentalregelaar'.Kies op de Examiner 'Uitvoeren actievediagnose'.Draai de contactsleutel op STOP en wacht30 seconden.Draai de contactsleutel op stand MAR enwacht 30 seconden.Herstel de dialoog tussen de Examiner enhet motormanagementsysteem.Kies op de Examiner de functie 'Parameters'en kies in het 'keuze'-menu de controle ' Test herkenning stationairtoerental - uitgevoerd' en 'Herkenningsignalen stationair toerental- gesynchroniseerd'.767Als een van beide parameterseen afwijking aangeeft, draai dan de contactsleutel op STOP en herhaalde procedure. Als de afwijking blijft optreden, controleer dan dejuiste aansluiting van de diagnosekabel en de werking van het apparaat.Draai de contactsleutel op STOP en wacht30 seconden.Start de motor zonder het gaspedaal inte trappen.Koppel het diagnose-apparaat los.Maak een proefrit van enige kilometersen controleer bij een bedrijfswarme motor de werking van de stationair-toerentalregeling.
1056B82
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu.1. Maak de stekkers (1a) en (1b) van de inspuitregeleenheid los. 2. Maak de kabelbundel los uit de bevestiging op de steun voor deinspuitregeleenheid.2001608
1056B87
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu.1. Maak de stekkers (1a) en (1b) van de inspuitregeleenheid los. 2. Maak de kabelbundel los uit de bevestiging op de steun voor deinspuitregeleenheid.2001610
1056B90
0Uitbouwen201Inbouwen21Zet de auto op een hefbrug. Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu.1. Maak de carterventilatieslang los van de luchtinlaatmof.2. Maak de mof los van het gasklephuis met geintegreerde D.V.L.en verplaats de mof opzij.2001616
1056B10
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. Ga verder met het uitbouwen 3028725-1048A28RESONANTIEBUIS in luchtinlaatcircuit- U.I. .1. Maak de stekker los van de luchtkwantummeter.2. Draai de moeren (2a) los en verwijder de bevestigingsbeugelsvan de luchtkwantummeter op het luchtfilterdeksel.3. Verwijder de luchtkwantummeter (3a) met de slang (3b).2067872
1056B62
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. Ga verder met het uitbouwen 3028879-1072B42INLAATSPRUITSTUK (1)li of re - U.I. .Maak het brandstofsysteem drukloos m.b.v.het gereedschap op de betreffende ventielen van de brandstofleiding.1. Maak de snelkoppeling van de voorste brandstoftoevoerleidinglos van de brandstofverdeelleiding.2. Maak de stekkers los van de inspuitventielen.3. Draai de bouten (3a) los en verwijder de brandstofverdeelleiding(3b) compleet met de inspuitventielen (3c).769Vermijd beslist werkzaamheden bij warmemotor;Gebruik beslist geen gereedschappen alstangen, schroevendraaiers enz.;Bij het losnemen van de snelkoppeling eerstde beschermkap verdraaien en daarna de knoppen voor het loskoppelenindrukken;Controleer de conditie (vervorming/breukvan de zittingen, drukknoppen voor loskoppelen) voor het aansluiten;Controleer de bevestiging na het aankoppelendoor aan de snelkoppeling te trekken;Start de motor na de eindmontage en controleerof er geen brandstoflekkage waarneembaar is;Bij beschadiging van de snelkoppeling moetde rechter brandstofleiding in zijn geheel worden vervangen.2067877
1056B66
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. Maak het brandstofsysteem drukloos m.b.v.het gereedschap op het betreffende ventiel van de linker brandstofleiding.1. Maak de stekkers los van de linker inspuitventielen.2. Maak de snelkoppeling van de voorste brandstoftoevoerleidinglos van de brandstofverdeelleiding.3. Maak de snelkoppelingen tussen de linker en rechter brandstofverdeelleidinglos.769Vermijd beslist werkzaamheden bij warmemotor;Gebruik beslist geen gereedschappen alstangen, schroevendraaiers enz.;Bij het losnemen van de snelkoppeling eerstde beschermkap verdraaien en daarna de knoppen voor het loskoppelenindrukken;Controleer de conditie (vervorming/breukvan de zittingen, drukknoppen voor loskoppelen) voor het aansluiten;Controleer de bevestiging na het aankoppelendoor aan de snelkoppeling te trekken;Start de motor na de eindmontage en controleerof er geen brandstoflekkage waarneembaar is;Bij beschadiging van de snelkoppeling moetde rechter brandstofleiding in zijn geheel worden vervangen.4. Draai de bouten (4a) los en verwijder de linker brandstofverdeelleiding(4b) compleet met de inspuitventielen (4c).2067878
1056B67
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. Ga verder met het uitbouwen 3028879-1072B42INLAATSPRUITSTUK (1)li of re - U.I. .Maak het brandstofsysteem drukloos m.b.v.het gereedschap op het betreffende ventiel van de rechter brandstofleiding.1. Maak de stekkers los van de rechter inspuitventielen.2. Maak de snelkoppelingen tussen de linker en rechter brandstofverdeelleidinglos.769Vermijd beslist werkzaamheden bij warmemotor;Gebruik beslist geen gereedschappen alstangen, schroevendraaiers enz.;Bij het losnemen van de snelkoppeling eerstde beschermkap verdraaien en daarna de knoppen voor het loskoppelenindrukken;Controleer de conditie (vervorming/breukvan de zittingen, drukknoppen voor loskoppelen) voor het aansluiten;Controleer de bevestiging na het aankoppelendoor aan de snelkoppeling te trekken;Start de motor na de eindmontage en controleerof er geen brandstoflekkage waarneembaar is;Bij beschadiging van de snelkoppeling moetde rechter brandstofleiding in zijn geheel worden vervangen.3. Draai de bouten (3a) los en verwijder de rechter brandstofverdeelleiding(3b) compleet met de inspuitventielen (3c).2067879
ELEKTRONISCH REGELSYSTEEM VOOR HOGEDRUKDIESELPOMP
1060G10
0Uitbouwen201Inbouwen213029434-5530B10ACCU - U.I.1. Open de bevestigingsklemmen (1a) en verwijder de mof (1b) tussenhet luchtfilter en de luchtkwantummeter.2. Maak de luchtkwantummeter los van de onderliggende mof.3. Maak de stekker los van de luchtkwantummeter.4. Verwijder de luchtkwantummeter.2002316
1060G14
0Uitbouwen201Inbouwen213029434-5530B10ACCU - U.I.Maak de minklem los van de accu.1. Maak de stekker los van de koelvloeistoftemperatuursensor.2. Draai de koelvloeistoftemperatuursensor los van de thermostaat.2002317
1060G16
0Uitbouwen201Inbouwen21Maak de minklem (-) los van de accu.3028901-1016A10GELUIDSISOLATIE-DEKSEL - U.I.1. Maak de stekker los van de turbodruksensor.2. Draai de bevestigingsbout los. 3. Verwijder de turbodruksensor.2002318
1060G18
0Uitbouwen201Inbouwen21Maak de minklem los van de accu.1. Maak de stekker los van de brandstoftemperatuursensor.2. Draai de brandstoftemperatuursensor los en verwijder de sensor.2002319
1060G20
0Uitbouwen201Inbouwen21Zet de auto op een hefbrug.Maak de minklem los van de accu.3029815-7055B54BESCHERMING/AFDEKKING onder motorruimte - U.I.1. Maak de stekker van de toerental-/BDP-sensor los.2. Draai de bout (2a) los en verwijder de toerental-/BDP-sensor(2b).2002320
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. Ga verder met het uitbouwen 3028901-1016A10GELUIDSISOLATIE-DEKSEL- U.I. .1. Maak de stekker los van de brandstofdruksensor op de brandstofverdeelleiding.2. Draai de brandstofdruksensor uit de brandstofverdeelleiding enverwijder de sensor.2068090
0Uitbouwen201Inbouwen21Maak de minklem los van de accu.1. Maak de stekker los van de koppelingspedaalschakelaar.2. Draai de schakelaar ongeveer 90° rechtsom en verwijder de schakelaar.2002322
1060G50
0Uitbouwen201Inbouwen213028901-1016A10GELUIDSISOLATIE-DEKSEL - U.I.1. Draai de klem (1a) iets los en maak de luchttoevoermof tussenintercooler en inlaatspruitstuk (1b) los van de aansluiting op hetgasklephuis.2002323
0Uitbouwen201Inbouwen213028901-1016A10GELUIDSISOLATIE-DEKSEL - U.I.1. Draai de klem (1a) iets los en maak de luchttoevoermof tussenintercooler en inlaatspruitstuk (1b) los.2002327
1060G58
0Uitbouwen201Inbouwen213028901-1016A10GELUIDSISOLATIE-DEKSEL - U.I.1. Draai de klem (1a) iets los en maak de luchttoevoermof tussenintercooler en inlaatspruitstuk (1b) los van de aansluiting op hetgasklephuis.2002330
1060G80
0Uitbouwen201Inbouwen21Maak de minklem los van de accu.1. Maak de stekkers los van de inspuitregeleenheid.2. Draai de bevestigingsmoeren los.3. Verwijder de inspuitregeleenheid uit de zitting.2002332
1. Controleer m.b.v. de peilstok of het motorolieniveau tussen deMAX- en MIN-merktekens op de peilstok staat.767Controleer het niveau bijeen auto op een vlakke ondergrond en met stilstaande motor binnenenige minuten na het afzetten van de motor.2. Vul zonodig motorolie van het voorgeschreven type bij, nadatde olievuldop is verwijderd.767In de tabel is de hoeveelheidvoor een olieverversing aangegeven.Bij overwegend sportief gebruik van deauto moet de motor worden gevuld met de daarvoor voorgeschrevenolie.767In de tabel is de hoeveelheidvoor een olieverversing aangegeven.Vul het motorsmeercircuit voor een optimalewerking onder extreme klimatologische omstandigheden (temperaturenonder -20° C) met de voorgeschreven olie.767In de tabel is de hoeveelheidvoor een olieverversing aangegeven.7692047838
0Uitbouwen201Inbouwen21Zet de auto op een hefbrug. Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu.Ga verder met het uitbouwen 3028756-1072C44Hitteschild voor uitlaatspruitstuk- U.I. .
1084A46
0Uitbouwen201Inbouwen21Zet de auto op een hefbrug.Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. Ga verder met het uitbouwen 3029260-4450B04VOORWIEL RECHTS - U.I. .Ga verder met het uitbouwen 3029811-7055B42WIELKUIPBESCHERMINGVOOR (1), li of re - U.I.. .1. Maak de stekker van de olietemperatuursensor los.2. Draai de olietemperatuursensor los en verwijder de sensor.2067996
1084A40
0Uitbouwen201Inbouwen21Zet de auto op een hefbrug.Maak de minklem los van de accu.Zet de hefbrug omhoog.3029815-7055B54BESCHERMING/AFDEKKING onder motorruimte - U.I.1. Draai de bevestigingsmoer (1a) en de bout (1b) los en verwijderde achterste versteviging van de motorsteun (1c).2002379
1084A22
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. Ga verder met het uitbouwen 3028901-1016A10GELUIDSISOLATIE-DEKSEL- U.I. .1. Maak de klem los en maak de carterventilatieslang los van deolievulopening.2. Maak de stekker los van de koelvloeistoftemperatuursensor.2048452
0Uitbouwen201Inbouwen21Verwijder het rubber van het gaspedaal.
1068A20
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu.1. Maak de stekker los van de gaspedaalsensor.2. Draai de bouten (2a) los en verwijder het gaspedaal met de geintegreerdegaspedaalsensor (2b).2001638
0Uitbouwen201Inbouwen213028901-1016A10GELUIDSISOLATIE-DEKSEL - U.I.1. Draai de klem (1a) iets los en maak de luchttoevoermof tussenintercooler en inlaatspruitstuk (1b) los.2002370
1080C74
0Uitbouwen201Inbouwen213028901-1016A10GELUIDSISOLATIE-DEKSEL - U.I.Maak de minklem los van de accu.1. Draai de bouten van de dilatatiekoppeling op de EGR-klep los.2. Draai de bevestigingsbouten en -moer van de EGR-klep aan hetinlaatspruitstuk los.3. Maak de stekker los van de EGR-modulatorklep.4. Verwijder de elektrische EGR-klep uit de motorruimte.2002374
1080C76
0Uitbouwen201Inbouwen213028901-1016A10GELUIDSISOLATIE-DEKSEL - U.I.1. Draai de bevestigingsbouten van de dilatatiekoppeling op hetinlaatspruitstuk los.2. Draai de bouten van de dilatatiekoppeling op de EGR-klep los.3. Verwijder de dilatatiekoppeling.2002375
1080C24
0Uitbouwen201Inbouwen21Ga verder met het uitbouwen 3028901-1016A10GELUIDSISOLATIE-DEKSEL- U.I. .Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. 1. Maak de klem los en maak de carterventilatieslang los van deolievulopening.2. Maak de carterventilatieslang los uit de bevestigingsklem enplaats de slang opzij.2048433
1080C80
0Uitbouwen201Inbouwen21Zet de auto op een hefbrug.Ga verder met het uitbouwen 3028901-1016A10GELUIDSISOLATIE-DEKSEL- U.I. .Ga verder met het uitbouwen 3029434-5530B10ACCU - U.I. .Ga verder met het uitbouwen 3029440-5530B52HOUDER/STEUN voor accu- U.I.. .Ga verder met het uitbouwen 3029815-7055B54BESCHERMING/AFDEKKINGonder motorruimte - U.I. .1. Maak de klem los en maak de koelvloeistoftoevoerleiding los vande uitlaatgaskoeler. 2. Maak de klem los en maak de koelvloeistofafvoerleiding los vande EGR-uitlaatgaskoeler. 3. Maak de klem los en maak de koelvloeistoftoevoerslang van dekachelradiateur los van de thermostaat.767Vang de weglekkende koelvloeistofop in een geschikte opvangbak.2048439
1. Draai de kraag (1a) los en verwijder de voorkatalysator (1b).2. Verwijder de steunbeugel voor de voorkatalysator.2048362
1064A26
0Uitbouwen201Inbouwen21Plaats de unit in een bankschroef met beschermde bekken.1. Draai de bouten (1a) los en verwijder de uitlaatgastoevoerleiding(1b) naar de EGR-uitlaatgaskoeler.2. Draai de moeren (2a) los en scheid de turbocompressor met variabelegeometrie (2b) van het uitlaatspruitstuk (2c).2048367
1064A28
0Uitbouwen201Inbouwen213028901-1016A10GELUIDSISOLATIE-DEKSEL - U.I.3029434-5530B10ACCU - U.I.3029440-5530B52HOUDER/STEUN voor accu - U.I..1. Draai de bevestigingsmoer van de actuator aan de beugel los.2. Maak de stekker van de magneetklep voor de actuator van de turboverstellinglos.3. Maak de onderdrukslangen los van de koppeling (3a) met de onderdrukleidingen de aansluiting (3b) op de magneetklep4. Verwijder de magneetklep voor de actuator van de turboverstelling.2002342
0Uitbouwen201Inbouwen213028901-1016A10GELUIDSISOLATIE-DEKSEL - U.I.3028936-1060F36LEIDINGEN (alle) van VERDEELLEIDING naar INSPUITVENTIELEN- U.I.Maak de leiding van de inspuitventielennaar de brandstofretourbuis los van de retourbuis en de inspuitventielen.Maak de stekkers los van de inspuitventielen.1. Draai de bevestigingsmoeren van de borgbeugels voor de inspuitventielenlos.2. Plaats het gereedschap (2a) voor het verwijderen van de inspuitventielen,waarbij de hefbeugel (2b) onder het hoekige deel (2c) van het inspuitventielmoet worden geplaatst.3. Plaats de tweede hefbeugel van gereedschap (3a) onder de borgbeugel(3b) van het inspuitventiel.4. Draai de moer (4a) van het gereedschap vast en verwijder hetcomplete inspuitventiel (4b).Herhaal deze bewerking bij de overige inspuitventielen.7672002309
1060F20
0Uitbouwen201Inbouwen213028901-1016A10GELUIDSISOLATIE-DEKSEL - U.I.Maak de brandstofretourbuis los van hetinlaatspruitstuk.1. Draai de aansluiting van de leiding op de brandstofretourbuislos.2. Draai de aansluiting van de leiding op de hogedrukpomp los.3. Verwijder de leiding tussen de hogedrukpomp en de brandstofverdeelleiding.2002310
0Uitbouwen201Inbouwen213028901-1016A10GELUIDSISOLATIE-DEKSEL - U.I.Maak de minklem los van de accu.1. Maak de stekkers los van de inspuitventielen.2. Draai de wartels van de leidingen op de inspuitventielen los.3. Draai de wartels van de leidingen op de brandstofverdeelleidinglos.4. Verwijder de inspuitleidingen tussen de verdeelleiding en deinspuitventielen.2002313
1060F50
0Uitbouwen201Inbouwen213028901-1016A10GELUIDSISOLATIE-DEKSEL - U.I.1. Maak de brandstofretourleiding los van de inspuitventielen.2. Maak de brandstofretourleiding los van de hogedrukpomp.3. Maak de retourleiding naar de tank los.4. Maak de retourleiding naar het brandstoffilter los.5. Draai de bevestigingsmoeren (5a) los en verwijder de brandstofverdeelleiding(5b).2002314
1060F52
0Uitbouwen201Inbouwen213028901-1016A10GELUIDSISOLATIE-DEKSEL - U.I.1. Maak de brandstofretourleiding vanaf de inspuitventielen losvan de brandstofretourbuis.2. Druk de veren (2a) met de hand in en maak de leiding los vande aansluitingen (2b) op de inspuitventielen.2002315
0Uit elkaar nemen201In elkaar zetten21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu.Ga verder met het uitbouwen 3028901-1016A10GELUIDSISOLATIE-DEKSEL- U.I. .Ga verder met het uitbouwen 3028937-1060F50RETOURVERZAMELLEIDING- U.I. .Reinig de hoge-drukpomp met een koud reinigingsmiddelen blaas de pomp met perslucht droog.767Het onverwarmde reinigingsmiddelmag niet in de stekker dringen.1. Maak de stekker los van de brandstofdrukregelaar.2. Draai de bevestigingsbouten van de brandstofdrukregelaar los.767Controleer de bevestigingsboutenop beschadiging; vervang ze zonodig. Beschadigde bevestigingsboutenmogen niet opnieuw worden gebruikt.3. Draai de drukregelaar met de hand linksom en verwijder de drukregelaar.767Gebruik beslist geen gereedschapbij het verwijderen van de drukregelaar uit de hogedrukpomp.2068150
1060E42
0Uit elkaar nemen201In elkaar zetten21Plaats de hogedrukpompsteun in een bankschroefmet beschermde bekken.1. Fixeer de aandrijfpoelie op de hogedrukpomp m.b.v. twee bouten.2. Draai de bouten (2a) los en verwijder de borgflens (2b).3. Draai de moer van de aandrijfpoelie op de hogedrukpomp los.Verwijder de twee hulpbouten voor het fixerenvan de aandrijfpoelie op de hogedrukpomp.2003381
We use cookies on our website to give you the most relevant experience by remembering your preferences and repeat visits. By clicking “Accept All”, you consent to the use of ALL the cookies. However, you may visit "Cookie Settings" to provide a controlled consent.
This website uses cookies to improve your experience while you navigate through the website. Out of these, the cookies that are categorized as necessary are stored on your browser as they are essential for the working of basic functionalities of the website. We also use third-party cookies that help us analyze and understand how you use this website. These cookies will be stored in your browser only with your consent. You also have the option to opt-out of these cookies. But opting out of some of these cookies may affect your browsing experience.
Necessary cookies are absolutely essential for the website to function properly. This category only includes cookies that ensures basic functionalities and security features of the website. These cookies do not store any personal information.
Any cookies that may not be particularly necessary for the website to function and is used specifically to collect user personal data via analytics, ads, other embedded contents are termed as non-necessary cookies. It is mandatory to procure user consent prior to running these cookies on your website.