AUTOMOTIVE ELECTRICIANS

Fiat DOBLO 1.6 16v da 12/03 — MOTORMANAGEMENT METHAANMOTOREN — — BIPOWER — ELEKTRISCH SCHEMA, OPSTELLING COMPONENTEN, BESCHRIJVING VAN DE WERKING — ELEKTRISCH SCHEMA, OPSTELLING COMPONENTEN, BESCHRIJVING VAN DE WERKING

Fiat DOBLO 1.6 16v  da 12/03 — MOTORMANAGEMENT METHAANMOTOREN —  — BIPOWER — ELEKTRISCH SCHEMA, OPSTELLING COMPONENTEN, BESCHRIJVING VAN DE WERKING — ELEKTRISCH SCHEMA, OPSTELLING COMPONENTEN, BESCHRIJVING VAN DE WERKING









Componenten - MOTORMANAGEMENT METHAANMOTOREN - Fiat DOBLO 1.6 16v da 12/03



Code van componentOmschrijvingVerwijzing naar unit
A030BOBINE
B001ZEKERINGEN- EN RELAISKAST
B2ZEKERINGEN- EN RELAISKAST ONDER HET DASHBOARD
B40ZEKERING VOOR VERBRUIKERS INSPUITSYSTEEM
C011MASSA-AANSLUITING RECHTSVOOR
C15MASSA OP DASHBOARD BESTUURDERSZIJDE
C030MASSA-AANSLUITING LINKSACHTER
C60MASSA INSPUITREGELEENHEID
C62MASSA VOOR METHAANINSPUITREGELEENHEID
D004STEKKER VOOR / MOTOR
D006STEKKER VOOR / ACHTER
D81STEKKER INSPUITVENTIELEN
E50INSTRUMENTENPANEEL
H001START-/CONTACTSLOT
H95SCHAKELAAR BENZINE/METHAAN
I050TRAAGHEIDSSCHAKELAAR
J25RELAIS METHAANMAGNEETKLEPPEN
J26VOEDINGSRELAIS METHAAN/LPG
K15LAMBDASONDE OP VOORKATALYSATOR
K17LAMBDASONDE OP KATALYSATOR
K30SENSOR (ONDERBREKER) VOOR MOTOROLIEDRUK
K36KOELVLOEISTOFTEMPERATUURSENSOR/-ZENDER
K43GEINTEGREERDE LUCHTTEMPERATUURSENSOR
K46TOERENTALSENSOR
K47FASESENSOR
K50PINGELSENSOR - 1
K54METHAANDRUKSENSOR
K56GASKLEPSENSOR
K57METHAANDRUK-/-TEMPERATUURSENSOR OP VERDEELLEIDING ( MOTOR )
K84SNELHEIDSSENSOR
L10BRANDSTOFDAMPAFSLUITKLEP
L60VOEDINGSMAGNEETKLEP METHAAN
L061MAGNEETKLEP VOOR METHAAN-REGELING
M001BODY COMPUTER
M010INSPUITREGELEENHEID
M19REGELEENHEID VOOR METHAANINSPUITING
N040ELEKTRISCHE BRANDSTOFPOMP EN TANKVLOTTER
N70ELEKTRO-INSPUITVENTIEL
N72ELEKTRO-INSPUITVENTIEL VOOR METHAAN
N74STATIONAIR-TOERENTALREGELAAR
Het benzinesysteem wordt geregeld door een regeleenheid, die zowel de ontsteking als de inspuiting regelt.Het methaansysteem wordt geregeld door een andere regeleenheid die de methaan-inspuiting en de omschakeling tussen methaan en benzine regelt. De omschakeling kan automatisch of handmatig, met een schakelaar op het dashboard, plaatsvinden.De twee regeleenheden zijn met elkaar verbonden via het CAN.Hierdoor werkt de motor optimaal onder alle bedrijfsomstandigheden en ongeacht het type brandstof.Op basis van de signalen die van diverse sensoren afkomstig zijn, sturen de twee regeleenheden de actuatoren aan voor het regelen van:- benzinetoevoer;- methaantoevoer;- luchtinlaatsysteem;- motorkoelsysteem;- benzinedamp-opvangsysteem;- controle van de verbranding via lambdasondes;- uitlaatgasregeling met katalysator.Deze uitvoering van het systeem is voorzien van het EOBD (European On Board Diagnosis). Hiermee is een doorlopende diagnose mogelijk van de componenten (voor de werking op benzine) van de auto die van invloed zijn op de emissie. Bovendien wordt door het branden van het gele "waarschuwingslampje inspuiting/EOBD" een defect in de componenten weergegeven.Het systeem voert onder andere een diagnose uit van:- de katalysator (die bij een storing de schadelijke uitlaatgassen niet omzet);- de lambdasondes;- het ontbreken van een ontsteking, waardoor de onverbrande brandstof de katalysator kan bereiken en de thermische conversiereacties een verhoging van de temperatuur oplevert, waardoor de katalysator wordt beschadigd.Het methaan-systeem vormt een aanvulling op het basissysteem en wijzigt de werking van het basissysteem onder geen enkele bedrijfsomstandigheid.De speciale methaan-regeleenheid regelt de sequentieel gefaseerde inspuiting en de werking van de methaan-afsluitmagneetkleppen en de benzinepomp.De directe inspuiting wordt uitgevoerd door het aansturen van de speciale inspuitventielen van het methaansysteem.De regeling van de ontstekingsvervroeging wordt verkregen door de wijziging van de ontstekingsvervroeging naar de basisregeleenheid te sturen. Deze wordt toegevoegd aan de vervroeging bij werking op benzine.De communicatie geschiedt via het CAN.De methaan-regeleenheid gebruikt het signaal van de druk- en temperatuursensor op de verdeelleiding voor het corrigeren van de inspuitduren, zodat de emissiewaarden in de uitlaat binnen de limieten van de volgende norm blijven: - EOBD -.Als de regeleenheid een ernstige storing signaleert (bijv. van de methaan-inspuitventielen), dan wordt automatisch op benzine overgeschakeld; tegelijkertijd wordt dit met een lampje op het instrumentenpaneel weergegeven.Als een lichtere storing wordt gesignaleerd, dan wordt dit aangegeven, maar blijft de werking op methaan gehandhaafd.De overige functies van de basisregeleenheid worden normaal uitgevoerd en alle ingangssignalen blijven ongewijzigd.768De motor werkt normaal op methaan. Als de methaanvoorraad op is, schakelt het systeem automatisch over op benzine, waarbij gelijktijdig het bijbehorende controlelampje gaat branden.Zodra er methaan is getankt, schakelt het systeem automatisch weer over naar methaan.767Tijdens het starten en na het tanken van methaan, blijft de motor nog enkele seconden op benzine werken om de pomp, de inspuitventielen en de bijbehorende leidingen in goede staat te houden.M.b.v. een schakelaar kan er handmatig op benzinetoevoer worden overgeschakeld: in dit geval gaat er een groene led op de schakelaar en een specifiek controlelampje brandenAls de schakelaar nogmaals wordt ingedrukt, wordt weer methaan als brandstof gebruikt.768het handmatig omschakelen tussen benzine en methaan mag niet tijdens het starten van de motor worden uitgevoerd.Bovendien mag dit alleen gebeuren als het toerental lager is dan 2000/min.Zie voor een uitvoeriger beschrijving van de werking met methaan.Het systeem wordt geregeld m.b.v. twee relais in de zekeringen- en relaiskast in de motorruimte.De voeding van de inspuitregeleenheid en de diverse componenten van het systeem (sensoren en actuatoren) worden beschermd door zekeringen, die ook in bovengenoemde relaiskast zijn geplaatst.Twee relais en een zekering specifiek voor het methaaninspuitsysteem zijn op de buitenzijde van deze zekeringen- en relaiskast geplaatst.
De inspuitregeleenheid M10 regelt en controleert alle functies van de ontsteking en de inspuiting.De regeleenheid M10 wordt rechtstreeks gevoed vanaf de accu op pen 29 van stekker A via zekering F18 in zekeringen- en relaiskast in de motorruimte B01.De voeding vanaf het contactslot (15/54) is aangesloten op pen 47 van stekker A van M10 via zekering F16 in zekeringen- en relaiskast in de motorruimte B01.Het hoofdrelais van de inspuiting R9 in B01 regelt het gehele systeem: het relais wordt bekrachtigd met een signaal vanaf pen 15, stekker A van regeleenheid M10. Het hoofdrelais levert vervolgens de voedingsspanning:- aan de inspuitventielen N70 en bobines A30 via zekering F22 in B01;- aan de brandstofpomp N40, via zekering F22 in B01 en via relais benzinetoevoer J026, dat wordt bediend vanaf pen 74 van de methaanregeleenheid M19; deze regeleenheid schakelt pomp N40 uit als de motor op methaan draait.- aan de benzinedamp-afsluitklep L10 en de lambdasondes K15 en K17 en aan de impulsgenerator voor de snelheidsmeter K84 via zekering F11 in B01De pomp N40 is op massa aangesloten via traagheidsschakelaar I50, die bij een ongeval het circuit onderbreekt en zo lekkage van brandstof voorkomt.Pen 27 en 28 van stekker A op regeleenheid M10 liggen aan massa.De inspuitregeleenheid M10 ontvangt de signalen van de diverse sensoren, zodat alle parameters over de werking van de motor kunnen worden gecontroleerd.De toerentalsensor K46 levert via een wisselspanningssignaal op pen 53 (plus) en 67 (min) van stekker B op regeleenheid M10 informatie over het motortoerental: omdat het signaal zwak is, wordt de kabel door een gevlochten mantel afgeschermd - pen 77 van stekker B.Fasesensor K47 wordt gevoed vanaf pen 68, stekker B van M10 en ontvangt een referentiemassa van pen 54, stekker B; de sensor zendt een wisselspanningssignaal over de motorfase aan pen 69, stekker B van regeleenheid M10.De geintegreerde luchttemperatuursensor K43 is met massa verbonden via pen 54 van stekker B en stuurt een van de inlaatluchttemperatuur afhankelijk signaal naar pen 55 van stekker B op de regeleenheid.Vanaf pen 68, stekker B van M10 wordt een referentievoedingsspanning naar sensor K43 gestuurd. De sensor stuurt een van de inlaatluchtdruk afhankelijk signaal naar pen 75 van stekker B.De gasklepsensor K56 wordt van een 5V voedingsspanning voorzien vanaf pen 60 van stekker B en ontvangt een referentiemassa van pen 54 van stekker B. Via een potentiometer stuurt de sensor een van de gasklepopening afhankelijk signaal naar pen 76, stekker B van M10.De koelvloeistoftemperatuursensor K36 ontvangt de referentiemassa vanaf pen 54 van stekker B op regeleenheid M10 en levert een temperatuurafhankelijk signaal aan pen 62, stekker B van dezelfde regeleenheid.De pingelsensor K50 levert via een frequentie-afhankelijk signaal, informatie over pingelen in de verbrandingskamer: er worden twee signalen geleverd aan pen 56 (plus) en 70 (min) van stekker B op M10; ook deze signalen worden afgeschermd (pen 63 van stekker B).De lambdasonde K15 op de voorkatalysator en K17 achter de hoofdkatalysator leveren aan de regeleenheid M10 informatie over de samenstelling van het lucht/brandstofmengsel.Sonde K15 levert het signaal aan pen 20 van stekker A op de regeleenheid, terwijl pen 9 van stekker A de referentiemassa levert: omdat het signaal zwak is, wordt de kabel door een gevlochten mantel afgeschermd (44 van stekker A op inspuitregeleenheid M10).Lambdasonde K15 wordt door een verwarmingsweerstand verwarmd, zodat de sonde snel de bedrijfstemperatuur bereikt: de weerstand wordt gevoed vanaf het hoofdrelais R9 in B01; pen 1, stekker A van M10 levert de referentiemassa.Sonde K17 levert het signaal aan pen 24 van stekker A op de regeleenheid, terwijl pen 12 van stekker A de referentiemassa levert: omdat het signaal zwak is, wordt de kabel door een gevlochten mantel afgeschermd (44 van stekker A op inspuitregeleenheid M10).Lambdasonde K17 wordt door een verwarmingsweerstand verwarmd, zodat de sonde snel de bedrijfstemperatuur bereikt: de weerstand wordt gevoed vanaf relais R9 in B01; pen 2, stekker A van M10 levert de referentiemassa.Regeleenheid M10 ontvangt - op pen 8, stekker A - het signaal van de motoroliedruksensor K30.De regeleenheid M10 regelt de voeding van de primaire wikkeling in de bobine A30. De secundaire wikkelingen leveren de impulsen voor de bougies: vanaf pen 59 van stekker B voor het cilinderpaar 1-4 en vanaf pen 66 van stekker B voor het cilinderpaar 2-3.De voedingsspanning voor de primaire wikkelingen van de bobines A30 komt van het relais R9 in B01.De stationair-toerentalregelaar N74 regelt de by-pass van de gasklep. De regelaar wordt bediend door regeleenheid M10 met signalen vanaf pen 57, 58, 64 en 65 van stekker B.De brandstofdamp-afsluitklep L10 verzorgt de afvoer van brandstofdampen naar het inlaatsysteem van de motor, waarin de dampen voor verbranding aan het lucht/brandstofmengsel worden toegevoegd.De klep L10 wordt gevoed vanaf relais R9 in B01. De opening wordt door de regeleenheid op basis van de motorbelasting via een signaal vanaf pen 52 van stekker A op inspuitregeleenheid M10 geregeld.De regeleenheid M10 is via het CAN - pen 6 en 32 van stekker A - met de Body Computer M01 en de andere knooppunten van het netwerk: via dit netwerk wordt informatie verzonden over:- zelfdiagnose van het systeem, die kan worden gebruikt door de stekker B van M01 aan te sluiten;- storing van de inspuiting en/of signalering van onjuiste uitlaatgasemissie - EOBD - (storing wordt weergegeven m.b.v. het gele waarschuwingslampje op instrumentenpaneel E50);- koelvloeistoftemperatuur, dat naar instrumentenpaneel E50 wordt verzonden om de meter en het bijbehorende lampje te bedienen;- toerental, dat wordt verzonden naar het instrumentenpaneel E50;- lage motoroliedruk, die wordt verzonden naar instrumentenpaneel E50 om het bijbehorende lampje te bedienen;Eveneens via het CAN wordt een snelheidssignaal ontvangen, dat door sensor K84 wordt geleverd.De gegevens van de zelfdiagnose kunnen worden uitgelezen via pen 7 van stekker B op Body Computer M01; deze ontvangt de signalen van pen 25 van stekker A op regeleenheid M10 via de diagnose-verbinding.De methaan-inspuitregeleenheid M19 verwerkt de informatie van de sensoren van het basissysteem, die via de CAN-verbinding door regeleenheid M10 wordt geleverd (koelvloeistoftemperatuur, luchttemperatuur) en de informatie van de extra sensoren van het methaansysteem, zodat de bedrijfsomstandigheden worden herkend en de juiste commando''s naar de methaan-inspuitventielen worden verzonden.De regeleenheid M19 wordt rechtstreeks gevoed vanaf de accu op pen 1 van stekker A via zekering F18 in zekeringen- en relaiskast in de motorruimte B01.De voeding vanaf het contactslot (INT) is aangesloten op pen 34, stekker A van de methaan-inspuitregeleenheid M19 via zekering F35 in zekeringen- en relaiskast onder het dashboard B02.Pen 27, 28 van stekker A en 55, 61, 62 en 76 van stekker B van regeleenheid M19 liggen aan massa.Pen 23 en 38 van stekker A op M19 zijn aangesloten op de CAN-verbinding met regeleenheid M10, Body Computer M01 en de overige knooppunten van het netwerk.Het hoofdrelais voor de methaan-inspuiting R10 wordt direct vanaf de accu via zekering F21 in de zekeringen- en relaiskast in de motorruimte B01 van voedingsspanning voorzien, terwijl de spoel via het start-/contactslot (15/54) en zekering F16 wordt gevoed; het relais wordt bekrachtigd met een massasignaal vanaf pen 68 van stekker B op regeleenheid M19 en levert vervolgens de voedingsspanning:- aan regeleenheid M19 zelf op pen 59, 66 en 80 van stekker B;- aan de spoel van het relais voor de benzinetoevoer J26;- aan de methaan-inspuitventielen N72.De keuzeschakelaar H95 (die niet alleen als keuzeschakelaar werkt maar ook de methaanvoorraad en de gebruikte brandstofsoort aangeeft) ontvangt de voedingsspanning en referentiemassa vanaf pen 16 en 6 van stekker A op de methaaninspuitregeleenheid M19; bij handmatige overschakeling op benzine wordt een signaal aan pen 47 van stekker A op inspuitregeleenheid M19 geleverd; pen 10 van stekker A op M19 levert een signaal als de motor op methaan werkt.De methaandruksensor K54 op de regelmagneetklep ontvangt de referentiespanning en massa vanaf pen 16 en 6, stekker A op methaaninspuitregeleenheid M19 en levert een signaal over de methaandruk aan pen 30, stekker A van inspuitregeleenheid M19; deze geeft het signaal over de methaanvoorraad vanaf pen 60, stekker B door aan de keuzeschakelaar H95.Methaandruk- en temperatuursensor op de verdeelleiding K57 bestaat uit een dubbele sensor: een weerstand (temperatuur) en een capacitieve (druk).Deze is gemonteerd in het midden van de verdeelleiding, waarin de methaan-inspuitventielen zijn gemonteerd en ontvangt de voeding en referentiemassa van de methaan-inspuitregeleenheid M19 - pen 16 en 6 van stekker A - en zendt een van de methaandruk in de verdeelleiding afhankelijk en een van de methaantemperatuur afhankelijk signaal naar resp. pen 31 en 29, stekker A van regeleenheid M19.De pennen 54 en 74 van stekker B op regeleenheid M19 maken, op basis van de regelstrategie, de brandstoftoevoer met benzine of methaan mogelijk (waarbij de andere wordt afgesloten).Via pen 74 wordt de werking op benzine uitgeschakeld: er wordt een massa-signaal naar de spoel van relais J026 verzonden: dit relais wordt gevoed door relais R9 in B01 via zekering F22 in B001. De spoel wordt gevoed via relais R10 in B001; als relais J26 wordt bekrachtigd, dan wordt de werking van de brandstofpomp N40 onderbroken.Via pen 54 wordt de werking op methaan ingeschakeld - er wordt een massasignaal verzonden waarmee het relais voor de werking op methaan J25 wordt bekrachtigd: dit relais wordt gevoed via zekering B40; de spoel wordt gevoed vanaf het contactslot (INT) via zekering F35 in de zekeringen- en relaiskast onder het dashboard B02; bij bekrachtiging levert dit relais de voeding aan de methaanregelklep L61 en de drie magneetkleppen L60 (A - B - C) op de gastanks (bij de Doblo zijn er slechts twee magneetkleppen (A - B) op de tanks).De magneetkleppen L60 en L61 zijn allemaal op massa aangesloten via traagheidsschakelaar I50, die bij een ongeval het circuit onderbreekt en zo lekkage van brandstof voorkomt.De regeleenheid M19 ontvangt enige signalen van het benzine-inspuitsysteem.De toerentalsensor K46 levert via een wisselspanningssignaal op pen 51 (plus) en 52 (min) van stekker A op regeleenheid M19 informatie over het motortoerental: deze twee signalen zijn gevoelig voor interferentie en worden daarom afgeschermd.Fasesensor K47 wordt gevoed vanaf pen 68, stekker B van M10. De sensor zendt een wisselspanningssignaal over de motorfase aan pen 12, stekker A van regeleenheid M19; een referentiemassa wordt geleverd aan van pen 11, stekker A van M19: deze twee signalen zijn gevoelig voor interferentie en worden daarom afgeschermd.Vanaf pen 68, stekker B van M10 wordt een referentievoedingsspanning naar sensor K43 gestuurd. De sensor stuurt een van de inlaatluchtdruk afhankelijk signaal naar pen 44 van stekker A op M19; een referentiemassa wordt geleverd aan van pen 33, stekker A van M19: deze twee signalen zijn gevoelig voor interferentie en worden daarom afgeschermd.De gasklepsensor K56 wordt van een 5V voedingsspanning voorzien vanaf pen 60 van stekker B. Via een potentiometer stuurt de sensor een van de gasklepopening afhankelijk signaal naar pen 43, stekker A van M19; een referentiemassa wordt geleverd aan van pen 32, stekker A van M19: deze twee signalen zijn gevoelig voor interferentie en worden daarom afgeschermd.Sonde K15 op de voorkatalysator levert het signaal aan pen 46 van stekker A op regeleenheid M19, terwijl pen 35 van stekker A de referentiemassa levert: deze twee signalen zijn gevoelig voor interferentie en worden daarom afgeschermd.De regeleenheid M10 regelt - alleen tijdens de werking op benzine - de inspuitduur van de inspuitventielen N70, via de signalen van de pennen 71, 79, 78 en 72 op stekker B. De voedingsspanning voor de inspuitventielen N70 komt van het relais R 9 in B01.De regeleenheid M19 regelt - alleen tijdens de werking op methaan - de inspuitduur van de inspuitventielen N72, via de signalen van de pennen 64, 57, 63 en 56 van stekker B op M19.Methaan-inspuitregeleenheid M19 wisselt met body computer M01 en de andere knooppunten in het CAN-netwerk informatie uit over de juiste werking van het systeem resp. vanaf pen 23 en 38, stekker A naar pen 37 en 36, stekker C van de body computer.De gegevens van de zelfdiagnose kunnen worden uitgelezen via pen 7 van stekker B op Body Computer M01; deze ontvangt de signalen van pen 3 van stekker A op regeleenheid M19 via de diagnose-verbinding.Regeleenheid M10 is aangesloten op de klimaatregeling via pen 21, 35, 41 en 48 van stekker A.Hierdoor kan het stationair toerental bij wijzigingen in de motorbelasting worden aangepast of de werking van de compressor worden onderbroken bij een te hoge motortemperatuur of voor het leveren van maximum vermogen.De regeleenheid controleert ook het motorkoelsysteem: via pen 14 en 40 van stekker A wordt de bijbehorende elektroventilateur ingeschakeld.



Code van componentOmschrijvingVerwijzing naar unit
A030BOBINE
B001ZEKERINGEN- EN RELAISKAST
B2ZEKERINGEN- EN RELAISKAST ONDER HET DASHBOARD
B40ZEKERING VOOR VERBRUIKERS INSPUITSYSTEEM
C011MASSA-AANSLUITING RECHTSVOOR
C15MASSA OP DASHBOARD BESTUURDERSZIJDE
C030MASSA-AANSLUITING LINKSACHTER
C60MASSA INSPUITREGELEENHEID
C62MASSA VOOR METHAANINSPUITREGELEENHEID
D004STEKKER VOOR / MOTOR
D006STEKKER VOOR / ACHTER
D81STEKKER INSPUITVENTIELEN
E50INSTRUMENTENPANEEL
H001START-/CONTACTSLOT
H95SCHAKELAAR BENZINE/METHAAN
I050TRAAGHEIDSSCHAKELAAR
J25RELAIS METHAANMAGNEETKLEPPEN
J26VOEDINGSRELAIS METHAAN/LPG
K15LAMBDASONDE OP VOORKATALYSATOR
K17LAMBDASONDE OP KATALYSATOR
K30SENSOR (ONDERBREKER) VOOR MOTOROLIEDRUK
K36KOELVLOEISTOFTEMPERATUURSENSOR/-ZENDER
K43GEINTEGREERDE LUCHTTEMPERATUURSENSOR
K46TOERENTALSENSOR
K47FASESENSOR
K50PINGELSENSOR - 1
K54METHAANDRUKSENSOR
K56GASKLEPSENSOR
K57METHAANDRUK-/-TEMPERATUURSENSOR OP VERDEELLEIDING ( MOTOR )
K84SNELHEIDSSENSOR
L10BRANDSTOFDAMPAFSLUITKLEP
L60VOEDINGSMAGNEETKLEP METHAAN
L061MAGNEETKLEP VOOR METHAAN-REGELING
M001BODY COMPUTER
M010INSPUITREGELEENHEID
M19REGELEENHEID VOOR METHAANINSPUITING
N040ELEKTRISCHE BRANDSTOFPOMP EN TANKVLOTTER
N70ELEKTRO-INSPUITVENTIEL
N72ELEKTRO-INSPUITVENTIEL VOOR METHAAN
N74STATIONAIR-TOERENTALREGELAAR

BOBINE



A030



A030



A30



A30



A30A



A30A



A30B



A30B



A30C



A30D



ZEKERINGEN- EN RELAISKAST



B001A



B001B



B001C



B001C



B001C



B001C



B001C



B001D



B001E



B001F



B001F



B001F



B001F



B001F



B1A



B1A



B1B



B1C



B1C



B1C



B1C



B1C



B1C



B1C



B1C



B1D



B1E



B1E



B1F



B1F



B1F



B1F



B1F



B1F



ZEKERINGEN- EN RELAISKAST ONDER HET DASHBOARD



B002A



B002A



B002A



B002A



B002A



B002C



B002D



B002D



B002E



B002E



B002E



B002F



B002G



B002G



B2A



B2A



B2A



B2A



B2A



B2C



B2D



B2D



B2D



B2E



B2E



B2E



B2E



B2F



B2G



ZEKERING VOOR VERBRUIKERS INSPUITSYSTEEM



B040



B40



MASSA-AANSLUITING RECHTSVOOR



C011



MASSA OP DASHBOARD BESTUURDERSZIJDE



C015A



C015A



C015C



C15A



C15A



C15B



C15C



MASSA-AANSLUITING LINKSACHTER



C030



C030



C30



C30



MASSA INSPUITREGELEENHEID



C060



C060A



C060B



C60



C60



C60



C60



MASSA VOOR METHAANINSPUITREGELEENHEID



C062



C62



STEKKER VOOR / MOTOR



D004A



D004A



D004A



D004A



D004A



D004A



D004A



D004A



D004B



D004B



D004B



D004B



D004B



D004B



D004B



D004B



D4A



D4A



D4A



D4A



D4A



D4A



D4A



D4A



D4A



D4A



D4B



D4B



D4B



D4B



D4B



D4B



D4B



D4B



D4B



D4B



STEKKER VOOR / ACHTER



D006



D006



D006



D6



D6



STEKKER INSPUITVENTIELEN



D081



D081



D081



D081



D81



D81



D81



D81



INSTRUMENTENPANEEL



E050A



E050A



E050B



E050B



E050B



E50A



E50A



E50B



E50B



E50B



E50B



E50B



START-/CONTACTSLOT



H001A



H001B



H1A



H1B



SCHAKELAAR BENZINE/METHAAN



H095



H95



TRAAGHEIDSSCHAKELAAR



I050



I050



I050



I50



I50



I50



I50



RELAIS METHAANMAGNEETKLEPPEN



J025



J25



VOEDINGSRELAIS METHAAN/LPG



J026



J26



J26



LAMBDASONDE OP VOORKATALYSATOR



K015



K015



K15



K15



K15



LAMBDASONDE OP KATALYSATOR



K017



K017



K17



K17



K17



SENSOR (ONDERBREKER) VOOR MOTOROLIEDRUK



K030



K030



K030



K030



K30



K30



K30



K30



K30



K30



K30



KOELVLOEISTOFTEMPERATUURSENSOR/-ZENDER



K036



K036



K036



K036



GEINTEGREERDE LUCHTTEMPERATUURSENSOR



K043



K43



K43



K43



K43



TOERENTALSENSOR



K046



K046



K046



K046



K46



K46



K46



K46



K46



K46



FASESENSOR



K047



K047



K047



K047



K47



K47



K47



K47



K47



K47



PINGELSENSOR - 1



K050



K050



K50



K50



K50



METHAANDRUKSENSOR



K054



K54



K54



GASKLEPSENSOR



K056



K56



K56



K56



SNELHEIDSSENSOR



K084



K084



K084



K084



K084



K84



K84



K84



K84



K84



K84



BRANDSTOFDAMPAFSLUITKLEP



L010



L010



L10



L10



L10



L10



VOEDINGSMAGNEETKLEP METHAAN



L060A



L060A



L060B



L060B



L060C



L60A



L60A



L60A



L60B



L60B



L60B



L60C



L60C



MAGNEETKLEP VOOR METHAAN-REGELING



L061A



L061B



L61A



L61A



L61B



BODY COMPUTER



M001A



M001A



M001A



M001A



M001A



M001C



M001C



M001C



M001D



M001D



M001E



M001E



M001F



M001F



M1A



M1A



M1A



M1A



M1C



M1D



M1E



M1F



INSPUITREGELEENHEID



M010A



M010A



M010A



M010A



M010A



M010A



M010B



M010B



M010B



M010B



M010B



M010B



M010C



M010C



M10



M10A



M10A



M10A



M10A



M10A



M10A



M10B



M10B



M10B



M10B



M10B



M10B



M10B



M10C



M10C



M10C



REGELEENHEID VOOR METHAANINSPUITING



M019A



M019B



M19A



M19A



M19B



M19B



ELEKTRISCHE BRANDSTOFPOMP EN TANKVLOTTER



N040



N040



N040



N40



N40



ELEKTRO-INSPUITVENTIEL



N070A



N070A



N070A



N070A



N070B



N070B



N070B



N070B



N070C



N070C



N070C



N070C



N070D



N070D



N070D



N070D



N70A



N70A



N70A



N70A



N70A



N70A



N70A



N70A



N70A



N70B



N70B



N70B



N70B



N70B



N70C



N70C



N70C



N70C



N70C



N70D



N70D



N70D



N70D



N70D



ELEKTRO-INSPUITVENTIEL VOOR METHAAN



N072A



N072B



N072C



N072D



N72A



N72B



N72C



N72D



STATIONAIR-TOERENTALREGELAAR



N074



N74



N74



N74


Не нашел свой автомобиль? смотри здесь -> DiagnostData.com!