Fiat IDEA 1.4 16v – MOTORMANAGEMENT BENZINEMOTOREN – – ELEKTRISCH SCHEMA, OPSTELLING COMPONENTEN, BESCHRIJVING VAN DE WERKING – ELEKTRISCH SCHEMA, OPSTELLING COMPONENTEN, BESCHRIJVING VAN DE WERKING
BeschrijvingEen elektronisch systeem bewaakt en regelt alle parameters van de motor voor optimale prestaties en een laag verbruik door snel te reageren op de verschillende bedrijfsomstandigheden.Het systeem heeft een regeleenheid die zowel de ontsteking als de inspuiting regelt.Op basis van de signalen die van diverse sensoren afkomstig zijn, stuurt de regeleenheid de actuatoren aan voor het regelen van:het brandstofsysteem;de luchttoevoer;;het gaspedaal;het motorkoelsysteem;mengselcorrectie - lambdaregelinguitlaatgasregeling met katalysatorbenzinedamp-opvangsysteem.Er is een gasklephuis gemonteerd dat elektronisch door de regeleenheid wordt bediend. De opening van de gasklep wordt berekend door een specifiek programma in de regeleenheid; hierdoor ontbreekt een mechanische verbinding tussen het gaspedaal en het gasklephuis.Dankzij bovenstaande elektronische regelingen voldoet deze motor aan de meest recente milieu-normen en de doorlopende controle door het EOBD (European On Board Diagnosis); met dit systeem is een doorlopende diagnose mogelijk van de componenten van de auto die van invloed zijn op de emissie, en wordt door het branden van het bijbehorende lampje in het instrumentenpaneel een defect in de componenten weergegeven. Zie voor meer informatie 2401227Schematische werking1056BRANDSTOFSYSTEEM MET BENZINE-INSPUITING . Het systeem wordt ook geregeld m.b.v. relais in de zekeringen- en relaiskast in de motorruimte; de voeding van de regeleenheid en de diverse componenten van het systeem (sensoren en actuatoren) wordt beschermd door zekeringen in de zekeringen- en relaiskast motorruimte.
Functiebeschrijving De inspuitregeleenheid M10 regelt en controleert alle functies van de ontsteking en de inspuiting. De regeleenheid M10 wordt rechtstreeks gevoed vanaf de accu op pen 18 van stekker A via zekering F18 in zekeringen- en relaiskast in de motorruimte B1 . De voeding vanaf het contactslot (15/54) is aangesloten op pen 51 van stekker A van M10 via zekering F16 in zekeringen- en relaiskast in de motorruimte B1 . Stekker C van M10 ligt aan massa. Het hoofdrelais T9 in B1 regelt het gehele systeem: het relais wordt bekrachtigd met een massasignaal vanaf pen 19 op stekker A van regeleenheid M10. Het hoofdrelais levert vervolgens de voedingsspanning:aan de inspuitventielen N70 en bobine A30 via zekering F22 in B1 ;aan de brandstofdamp-afsluitklep L10 en de lambdasondes K15 en K17 via zekering F11 in B1aan pen 17, 33 en 49 van regeleenheid M10 via zekering F17 in B1 . Het brandstofpomprelais T10 in B1 wordt gevoed via zekering F21 in B1 . Het wordt bekrachtigd via een massasignaal vanaf pen 62 op stekker A van regeleenheid M10 en levert de voedingsspanning aan de elektrische brandstofpomp N40 . De pomp is op massa aangesloten via de traagheidsschakelaar I50 die bij een ongeval het circuit onderbreekt, waardoor de brandstofpomp stopt en gevaarlijke lekkage van brandstof wordt voorkomen. De inspuitregeleenheid M10 ontvangt de signalen van de diverse sensoren, zodat alle parameters over de werking van de motor kunnen worden gecontroleerd. De toerentalsensor K46 levert via een wisselspanningssignaal op pen 10 en 42 van stekker B op regeleenheid M10 informatie over het motortoerental. Omdat het signaal zwak is, wordt de kabel door een gevlochten mantel afgeschermd. De fasesensor K47 wordt gevoed vanaf pen 7 op stekker B van M10 ; via pen 9, stekker B wordt een referentiemassa geleverd en een van de motorfase afhankelijk frequentiesignaal naar pen 36 van M10 gezonden. De geintegreerde luchttemperatuursensor K43 ontvangt de referentiemassa van pen 26, stekker B; en levert een signaal met informatie over de luchttemperatuur aan pen 55 van de regeleenheid. Van pen 7, stekker B van M10 wordt een referentievoedingsspanning naar sensor K43 gestuurd. De sensor stuurt een van de inlaatluchtdruk afhankelijk signaal naar pen 6. De koelvloeistoftemperatuursensor K36 ontvangt de referentiemassa vanaf pen 9 van stekker B op regeleenheid M10 en levert een temperatuurafhankelijk signaal aan pen 38 van dezelfde regeleenheid. De pingelsensor K50 levert via een frequentie-afhankelijk signaal informatie over pingelen in de verbrandingskamer. De sensor stuurt twee signalen naar pen 21 en 37 van stekker B op M10 ; ook deze signalen worden afgeschermd. De lambdasonde K15 op de voorkatalysator en K17 achter de hoofdkatalysator leveren aan de regeleenheid M10 informatie over de samenstelling van het lucht/brandstofmengsel: Sonde K15 levert het signaal aan pen 8 van stekker B op de regeleenheid, terwijl pen 25 de referentiemassa levert. Omdat deze twee signalen zwak zijn, worden de kabels met een gevlochten mantel afgeschermd. Lambdasonde K15 wordt door een verwarmingsweerstand verwarmd, zodat de sonde snel de bedrijfstemperatuur bereikt; de weerstand wordt gevoed vanaf relais T9 ; pen 49 van stekker B op M10 levert de referentiemassa. Sonde K17 levert een signaal aan pen 57 van stekker B op de regeleenheid, terwijl pen 41 de referentiemassa levert. Omdat deze twee signalen zwak zijn, worden de kabels met een gevlochten mantel afgeschermd. Lambdasonde K17 wordt door een verwarmingsweerstand verwarmd, zodat de sonde snel de bedrijfstemperatuur bereikt; de weerstand wordt gevoed vanaf relais T9 ; pen 17 van stekker B op M10 levert de referentiemassa. Gaspedaalsensor K55 bestaat uit twee potentiometers (een hoofd- en een beveiligingssensor). De eerste krijgt de voeding en massa respectievelijk vanaf pen 21 en 22 van stekker A op M10 en levert een signaal aan pen 54 van dezelfde stekker. De tweede krijgt de voeding en massa respectievelijk vanaf pen 5 en 4 van stekker A op M10 en levert een signaal aan pen 37 van stekker A. Op pen 25, stekker A van M10 wordt een plussignaal geleverd vanaf de remlichtschakelaar I30 (normaal geopend), die wordt gevoed vanaf het contactslot (INT) via zekering F37 in zekeringen- en relaiskast B2. Op pen 57, stekker A van M10 wordt een plussignaal geleverd vanaf de remlichtschakelaar I30 , die wordt gevoed vanaf het contactslot (INT) via zekering F35 in zekeringen- en relaiskast B2 . Pen 7, stekker A van M10 ontvangt het minsignaal van koppelingspedaalschakelaar I31 . De regeleenheid M10 regelt de inspuitduur van de inspuitventielen N70 , via de signalen van de pennen 51, 18, 2, en 34, stekker B op M10 . De voedingsspanning voor de inspuitventielen N70 komt van relais T9 in B1 . De regeleenheid M10 regelt ook de voeding van de primaire wikkeling in de bobine A30 . De secundaire wikkelingen leveren de impulsen voor de bougies: vanaf pen 32, 16, 31, 15, stekker B op M10 . De voedingsspanning voor de bobines A30 komt van relais T9 in B1 . De gasklepactuator N75 is voorzien van twee parallel geschakelde potentiometers die de opening van de gasklep door de stappenmotor meten. De motor wordt gevoed via pen 11-43 en 28-60 van stekker B op M10 . Pen 56 van stekker B levert de voeding aan de twee potentiometers, pen 58 levert het massasignaal, terwijl via pen 39 en 23 van dezelfde stekker de signalen vanaf de gasklepactuator N75 binnenkomen. De brandstofdamp-afsluitklep L10 verzorgt de afvoer van brandstofdampen naar het inlaatsysteem van de motor, waarin de dampen voor verbranding aan het lucht/brandstofmengsel worden toegevoegd. De klep L10 wordt gevoed vanaf relais T9 in B1 ; de opening wordt door de regeleenheid op basis van de motorbelasting via een signaal vanaf pen 33, stekker B van M10 geregeld. Regeleenheid M10 ontvangt - pen 42, stekker A - een minsignaal van de motoroliedruksensor K30 . Regeleenheid M10 levert informatie over de koelvloeistoftemperatuur, die wordt verzonden naar instrumentenpaneel E50 voor bediening van de meter en het bijbehorende lampje; motortoerental, dat wordt verzonden naar de toerenteller in instrumentenpaneel E50: te lage motoroliedruk, dat wordt verzonden naar instrumentenpaneel E50 voor bediening van het bijbehorende lampje; Ontvangen wordt via het CAN het signaal van de snelheidsmeter, dat door de ABS-regeleenheid M50 wordt gegenereerd. Het zelfdiagnoseprogramma van regeleenheid M10 levert ook een minsignaal (vanaf pen 31, stekker A) direct aan het 'EOBD'-lampje in het instrumentenpaneel E50 . De 'check'-functie in instrumentenpaneel E50 controleert ook de werking van de traagheidsschakelaar, een eventuele storing van de koelvloeistoftemperatuursensor en de oliedruksensor: als een storing wordt gesignaleerd, gaat het 'algemene waarschuwingslampje' branden en wordt tegelijkertijd de informatie op het display weergegeven. De gegevens van de zelfdiagnose kunnen worden uitgelezen via stekker C van Body Computer M1 - pen 7; deze ontvangt de signalen van pen 2, stekker A van regeleenheid M10 via de diagnose-verbinding.
ACCU EN KABELS
5530B10
0Uitbouwen201Inbouwen21Open de motorkap en koppelde accu los.1. Draai de moer los.2. Verplaats de borging.3. Verwijder de accu voorzichtig.2050795
5530B22
0Uitbouwen201Inbouwen212403164-5530B10ACCU - U.I.2403167-5530B52HOUDER/STEUN voor accu - U.I..Open de motorkap.1. Maak de stekker (1a) los van de minklem (1b) op de accu.2. Maak de stekker los van de carrosserie.3. Maak de stekker los van de versnellingsbak.4. Verwijder massakabel van de accu.2050796
5530B36
0Uitbouwen201Inbouwen21Zet de auto op een brug.Zet de auto omhoog.1. Draai de moer (1a) los en maak de stekkers (1b, 1c) los van destartmotor. 2050797
5530B52
0Uitbouwen201Inbouwen212403164-5530B10ACCU - U.I.1. Open de klemmen en maak de kabels los.2. Verwijder de steunplaat (2a) voor de accu los en maak daarbijde afvoerslang (2b) los van de opening (2c). 3. Draai de bouten los. 4. Verwijder de accuhouder. 2050799
5530B60
0Uitbouwen201Inbouwen21Open de motorkap.1. Draai de moer los.2. Verwijder de borgdop m.b.v. passend gereedschap.3. Verwijder de riem.2050800
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. Ga verder met het uitbouwen 2402707-1048A10COMPLEET LUCHTFILTER- U.I. . 1. Maak de stekkers los van de bobines.2. Draai de bouten (2a) los en verwijder de bobines (2b).2050761
5510C26
0Uitbouwen201Inbouwen21Zet de auto op een hefbrug.Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. 1. Maak de stekker van de toerental-/B.D.P.-sensor los.2. Draai de bout (2a) los en verwijder de toerental-/B.D.P.-sensor(2b).2050762
5510C42
0Uitbouwen201Inbouwen21Zet de auto op een hefbrug.Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. 1. Maak de stekker los van de pingelsensor.2. Draai de bout (2a) los en verwijder de pingelsensor (2b).2050763
0Uitbouwen201Inbouwen212403389-7040A37AFDEKKLEPJE zekeringenop dashboard - U.I.1. Maak de stekkers (1a, 1b, 1c, 1d, 1e, 1f) los.2. Draai de bevestigingsbout van de beugel los.3. Verplaats de beugel (3a) voor de dashboardbekleding iets en draaide bout (3b) los.4. Draai de overige bevestigingsbouten van de body computer/zekeringen-en relaiskast los.5. Verplaats de body computer/zekeringen- en relaiskast iets6. Maak de stekkers (6a, 6b, 6c) los.7. Verwijder de body computer/zekeringen- en relaiskast.2050752
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. 1. Maak de stekker los van de schakelaar voor het achteruitrijlicht.2. Draai de schakelaar los en verwijder de schakelaar voor het achteruitrijlicht.2050837
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. Ga verder met het uitbouwen 2402710-1048A32SLANG van luchtfilternaar inlaatspruitstuk - U.I. . 1. Maak de stekker los van het gasklephuis met M.D.S.2. Draai de bouten (2a) los en verplaats de steunbeugel (2b) compleetmet de inspuitregeleenheid (2c) opzij.3. Draai de resterende bout (3a) los en verwijder het complete gasklephuismet M.D.S. (3b).2049708
1056B50
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. Ga verder met het uitbouwen 2402710-1048A32SLANG van luchtfilternaar inlaatspruitstuk - U.I. . 1. Maak de stekker los van de koelvloeistoftemperatuursensor.2. Draai de koelvloeistoftemperatuursensor los.2049709
1056B51
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. Ga verder met het uitbouwen 2402707-1048A10COMPLEET LUCHTFILTER- U.I. . 1. Maak de stekker los van de fasesensor.2. Draai de bout (2a) los en verwijder de fasesensor (2b).2049710
1056B54
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. 1. Maak de stekker los van de inlaattemperatuur-/druksensor.2. Draai de bout (2a) los en verwijder de inlaattemperatuur-/druksensor(2b).2049711
1056B60
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. Ga verder met het uitbouwen 2402707-1048A10COMPLEET LUCHTFILTER- U.I. . 1. Verwijder de beschermdop (1a) van de ontluchtingsnippel op debrandstofverdeelleiding en maak het systeem drukloos m.b.v. gereedschap(1b).23Vang de weglekkende brandstofop.2. Maak de snelkoppeling in de brandstoftoevoerleiding los van debrandstofverdeelleiding.3. Maak de stekkers los van de inspuitventielen.Maak de kabelbundel van de inspuitventielenlos uit de klemmen en leg de kabelbundel opzij.2049712
0Uitbouwen201Inbouwen211. Verwijder de beveiligingsborging.2. Verwijder het inspuitventiel.2049714
1056B78
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. 1. Maak de stekker los van de koppelingspedaalschakelaar.2. Draai de schakelaar op het koppelingspedaal en verwijder de schakelaar.2049715
1056B82
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. 1. Maak de stekkers (1a) en (1b) van de inspuitregeleenheid los.2. Draai de moer (2a) los en maak de massakabel (2b) van de inspuitregeleenheidlos.3. Draai de resterende moeren (3a) los en verwijder de inspuitregeleenheid(3b) van de steunbeugel.2049716
1056B87
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. Ga verder met het uitbouwen 2402721-1056B82REGELEENHEID van inspuiting/ontsteking- U.I. . 1. Draai de bouten (1a) los en verwijder de steun (1b) voor de inspuitregeleenheid.2049717
1056B90
0Uitbouwen201Inbouwen21Zet de auto op een hefbrug. Ga verder met het uitbouwen 2403164-5530B10ACCU - U.I. . Ga verder met het uitbouwen 2403167-5530B52HOUDER/STEUN voor accu- U.I.. . Ga verder met het uitbouwen 2402707-1048A10COMPLEET LUCHTFILTER- U.I. . 1. Maak de klem los en maak de carterventilatieslang los van demof tussen het luchtfilter en het inlaatspruitstuk.2. Maak de klem los, maak de mof tussen het luchtfilter en het inlaatspruitstuklos van het spruitstuk en verwijder de mof.2049718
0Uitbouwen201Inbouwen21Zet de auto op een hefbrug.Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. Ga verder met het uitbouwen 2402701-1040A70ONDERGEDOMPELDE BRANDSTOFPOMPcompleet met tankvlotter - U.I. . Zuig m.b.v. geschikt gereedschap de brandstofuit de tank, waarbij de geldende veiligheidsnormen moeten wordenaangehouden.1. Maak de bescherming los en plaats deze opzij.2. Draai de stelmoer van de handremkabel iets los.2049677
0Uitbouwen201Inbouwen21Zet de auto op een hefbrug. Ga verder met het uitbouwen 2403030-4450B08ACHTERWIEL RECHTS -U.I. . Ga verder met het uitbouwen 2403503-7055B45WIELKUIPBESCHERMINGRECHTSACHTER - U.I. . 1. Draai de bevestigingsbout van de brandstofvulpijp op de carrosserielos.2. Maak de bevestigingsklem (2a) los en maak de brandstofvulpijp(2b) van de tank los.3. Maak de klem (3a) los en maak de retourleiding (3b) los.4. Verwijder de verbindingsmof tussen de brandstofvulpijp en debrandstoftank.2049687
1040A40
0Uitbouwen201Inbouwen211. Open het tankluikje.2. Maak de borgkabel van de tankdop los van de carrosserie3. Verwijder de tankdop.2049688
1040A70
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. 1. Til de achterbankzitting en de vloerbedekking op, zodat het dekselvan de brandstofpomp bereikbaar is.2. Draai de bevestigingsbouten (2a) los en verwijder het beschermdeksel(2b).3. Maak de stekker los van de brandstofpompunit en de tankvlotter.Verwijder de tankdop om de overdruk inhet systeem af te voeren.4. Maak de snelkoppeling in de brandstoftoevoerleiding los van debrandstofpompunit.2049691
1040A74
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. 1. Verplaats de vloerbedekking aan de bovenzijde nabij het dashboardaan de passagierszijde.2. Maak de stekker los van de traagheidsschakelaar.3. Draai de bevestigingsmoeren (3a) los en verwijder de traagheidsschakelaar(3b).2049694
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. Ga verder met het uitbouwen 2402707-1048A10COMPLEET LUCHTFILTER- U.I. . 1. Maak de stekker los van de lambdasonde voor de katalysator. 2. Draai m.b.v. een passende sleutel de lambdasonde voor de katalysatorlos en verwijder de sonde.2049762
1080B95
0Uitbouwen201Inbouwen21Zet de auto op een hefbrug.Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. 1. Maak de stekker los van de lambdasonde achter de katalysator.2. Draai m.b.v. een passende sleutel de lambdasonde achter de katalysatorlos en verwijder de sonde.2049763
0Uitbouwen201Inbouwen21Zet de auto op een hefbrug.Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. 1. Maak de stekker los van de oliedrukschakelaar.2. Draai de oliedrukschakelaar los en verwijder de schakelaar. 2049780
1084A16
0Uitbouwen201Inbouwen211. Verwijder de oliepeilstok.2. Draai de bout (2a) los, maak de kabelbundel los van de bijbehorendeklem en verwijder de oliepeilstokbuis (2b).2050191
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. Ga verder met het uitbouwen 2402710-1048A32SLANG van luchtfilternaar inlaatspruitstuk - U.I. . 1. Draai de bouten (1a) en verplaats de complete steun voor de inspuitregeleenheid(1b) opzij.2049768
1080E62
0Uitbouwen201Inbouwen21Zet de auto op een hefbrug.Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. 1. Maak de snelkoppeling van de leiding vanaf het actieve-koolfilterlos van de magneetklep.2049770
We use cookies on our website to give you the most relevant experience by remembering your preferences and repeat visits. By clicking “Accept All”, you consent to the use of ALL the cookies. However, you may visit "Cookie Settings" to provide a controlled consent.
This website uses cookies to improve your experience while you navigate through the website. Out of these, the cookies that are categorized as necessary are stored on your browser as they are essential for the working of basic functionalities of the website. We also use third-party cookies that help us analyze and understand how you use this website. These cookies will be stored in your browser only with your consent. You also have the option to opt-out of these cookies. But opting out of some of these cookies may affect your browsing experience.
Necessary cookies are absolutely essential for the website to function properly. This category only includes cookies that ensures basic functionalities and security features of the website. These cookies do not store any personal information.
Any cookies that may not be particularly necessary for the website to function and is used specifically to collect user personal data via analytics, ads, other embedded contents are termed as non-necessary cookies. It is mandatory to procure user consent prior to running these cookies on your website.