BeschrijvingEen elektronisch systeem bewaakt en regeltalle parameters van de motor voor optimale prestaties en een laagverbruik door snel te reageren op de verschillende bedrijfsomstandigheden.De dieselmotor is uitgerust met 'COMMONRAIL' UNIJET-dieselinspuiting. Bij dit systeem wordt de inspuitingonder zeer hoge druk elektronisch geregeld. De verneveling van debrandstof geschiedt via een gestuurde inspuiting waarbij het inspuitventieldoor een elektronische regeleenheid in plaats van door de inspuitpompwordt geopend.De common rail inspuiting - in deze uitvoeringmet 4 kleppen per cilinder - maakt gebruik van de 'MULTIJET'-technologie:d.w.z. dat bij elke cyclus van de motor meer dan de twee gebruikelijkeinspuitingen plaatsvinden: er vinden twee voor-inspuitingen plaats(voordat de zuiger BDP bereikt, een hoofd-inspuiting en twee na-inspuitingen.Door deze oplossing worden het brandstofverbruik,de uitstoot van schadelijke stoffen en de geluidsproductie lageren verbeteren de prestaties, dankzij een betere temperatuurregelingin de cilinder, waarbij de maximum waarde wordt verlaagd en de vlamfrontverspreidingoptimaal wordt vergroot.Op basis van de signalen die vandiverse sensoren afkomstig zijn, stuurt de regeleenheid de actuatorenaan voor het regelen van:het brandstofsysteem;de luchttoevoer;de voorgloeibougies;het gaspedaal;de motorkoeling;de brandstofvoorverwarming.Dankzij bovenstaande elektronische regelingenvoldoet deze motor aan de meest recente milieu-normen en de doorlopendecontrole door het EOBD (European On Board Diagnosis)Met het EOBD (European On Board Diagnosis)is een doorlopende diagnose mogelijk van de componenten van de autodie van invloed zijn op de emissie. Bovendien wordt door het brandenvan het bijbehorende lampje een defect in de componenten weergegeven.Het doel hiervan is:het rendement van het systeem onder controle te houden;een toename van de emissie te signaleren bij een storingin de auto;aan te geven wanneer beschadigde componenten moeten wordenvervangen Voor meer informatie 2430008Schematische werking1060BRANDSTOFSYSTEEM MET DIESELINSPUITING . Het systeem wordt ook geregeld m.b.v. relaisin de zekeringen- en relaiskast in de motorruimte; de voeding vande regeleenheid en de diverse componenten van het systeem (sensorenen actuatoren) wordt beschermd door zekeringen in de zekeringen-en relaiskast motorruimte.
Functiebeschrijving De inspuitregeleenheid M10 regelten bewaakt de elektronisch geregelde inspuiting. De voeding vanaf het contactslot (15/54)is aangesloten op pen 23 van stekker A van M10 via zekering F16 inzekeringen- en relaiskast in de motorruimte B1 . Het inspuitrelais T9 in B1 bedienthet hele systeem; de voeding wordt beschermd door zekering F18 inB1; het relais wordt bekrachtigd met een massasignaal vanaf pen80 van stekker A op regeleenheid M10. Het hoofdrelais levert vervolgensde voedingsspanning:aan pen 5 van stekker A op de regeleenheid, via zekeringF17 in B1;aan pen 4 en 6 van stekker A op de regeleenheid via zekeringF22 in B1;aan luchtkwantummeter K41, aan magneetklep L30 en aanregeleenheid M15 via zekering F11 in B1 Het brandstofpomprelais T10 in B1 wordtgevoed via zekering F21 in B1 . Het wordt bekrachtigd via een massasignaalvanaf pen 75 op stekker A van regeleenheid M10 en levertde voedingsspanning aan de elektrische brandstofpomp N40 .De pomp is op massa aangesloten via de traagheidsschakelaar I50 diebij een ongeval het circuit onderbreekt, waardoor de brandstofpompstopt en gevaarlijke lekkage van brandstof wordt voorkomen. Pen 1, 2 en 3, stekker A van M10 liggenaan massa. Het relais voor de brandstofvoorverwarmingT19 in B1 wordt gevoed via zekering F20 in B1 . Het wordt bekrachtigd via een massasignaalvanaf pen 76 van stekker A op regeleenheid M10 en levertde voedingsspanning aan de brandstofvoorverwarming in K100 . De regeleenheid M15 regelt ook devoorgloeibougies A40 , die rechtstreeks vanaf de accu wordengevoed via zwevende zekering B37 . Deze wordt gevoed - stekkerC - via zekering F11 in B1 . De bedienings- en regelsignalenworden uitgewisseld via pen 24 en 70 op M10 , die de inschakelduurregelt. Stekker B is verbonden met de voorgloeibougies A40 . De inspuitregeleenheid M10 ontvangtde signalen van de diverse sensoren, zodat alle parameters overde werking van de motor kunnen worden gecontroleerd. De toerentalsensor K46 levert viaeen wisselspanningssignaal op pen 43 en 59 van stekker B op regeleenheid M10 informatie over het motortoerental. De fasesensor K47 wordt gevoed vanafpen 21 op stekker B van M10 . Via stekker pen 56 van stekkerB op regeleenheid M10 wordt een massasignaal geleverd, terwijlop pen 25 van stekker B informatie over de motorfase wordt ontvangen. De koelvloeistoftemperatuursensor K36 ontvangteen referentiemassasignaal van pen 29, stekker B van regeleenheid M10 ,en verstuurt een van de koelvloeistoftemperatuur afhankelijk signaalnaar pen 54 van stekker B. De luchtkwantummeter K41 wordt gevoedvia zekering F11 in B1 ; de referentiemassa komt vanpen 27 van stekker B op M10 . Deze ontvangt de voedingsspanningvan de regeleenheid (pen 14 van stekker B op M10 ) en zendteen van de luchthoeveelheid afhankelijk signaal naar pen 40 vanstekker B. In K41 is ook de luchttemperatuursensor geplaatstdie een luchttemperatuursignaal stuurt naar pen 10 van stekker Bop M10 . De gaspedaalsensor K55 bestaat uittwee potentiometers (een hoofd- en een beveiligingssensor) De eerstekrijgt de voeding en massa respectievelijk vanaf pen 35 en 83 van stekkerA op M10 en levert een signaal aan pen 65 van dezelfde stekker.De tweede krijgt de voeding en massa respectievelijk vanaf pen 15en 32 van stekker B op M010 en levert een signaal aan pen41. De brandstoftemperatuursensor K100 meetde temperatuur van de toegevoerde brandstof. Via pen 13 van stekkerA op M10 wordt de referentiemassa geleverd, terwijl op pen6 het brandstoftemperatuursignaal binnenkomt. De turbodruksensor K82 meet de druk ende temperatuur in het spruitstukhuis achter de turbocompressor. Pen24 van stekker B op M10 levert de voedingsspanning en viapen 23 van stekker B is de referentiemassa aangesloten. Het druksignaalkomt binnen op pen 41 van stekker B op de regeleenheid. De brandstofdruksensor K83 levertde inspuitregeleenheid informatie voor het regelen van de brandstofdruken de inspuitduur. Deze krijgt de voeding en massa respectievelijk vanafpen 38 en 6 van stekker B op M10 ; en levert een drukafhankelijksignaal aan pen 8. Regeleenheid M10 ontvangt - pen 9,stekker B - het signaal van de motoroliedruksensor K30 . Op pen 92 van M10 wordt een signaalgeleverd vanaf de remlichtschakelaar I30 (normaal geopend),die wordt gevoed via het contactslot (INT) via zekering F37 inzekeringen- en relaiskast B2 . Op pen 68 van M10 wordt een signaalgeleverd vanaf de remlichtschakelaar I30 , die wordt gevoedvia het contactslot (INT) via zekering F35 in zekeringen-en relaiskast B2 . Pen 93, stekker A van M10 ontvangthet signaal van de koppelingspedaalschakelaar I31 (of - bijuitvoeringen met automaat - van de schakelaar voor de startblokkeringop het rempedaal I34 ). De waterdetectiesensor in het brandstoffilter K31 ; wordt gevoed vanaf het contactslot (INT) via zekeringF35 in B2 en zendt het signaal naar pen 90 van stekker Aop M10 . De brandstofdrukregelaar N77 heefttot taak de brandstofdruk in de verdeelleiding continu aan te passen.De twee stuursignalen zijn afkomstig van pen 4 en 34 van stekker Bop regeleenheid M10. EGR-modulatorklep L30 regelt de hoeveelheiduitlaatgas die wordt teruggevoerd; deze wordt gevoed via zekeringF11 in B1 en bediend met een signaal van pen 15 van stekker Bop M10 . De inspuitventielen N70 zijn op deinspuitregeleenheid aangesloten (pen 47-16, 49-17, 48-31 en 46-1resp. voor de cilinders 1, 2, 3 en 4). De regeleenheid M10 is via het CANmet de Body Computer M1 en de andere knooppunten van het netwerk:via dit netwerk wordt informatie verzonden over:zelfdiagnose van het systeem, dat kan worden gebruiktdoor de stekker C van M1aan te sluitenkoelvloeistoftemperatuur, dat naar instrumentenpaneelE50 wordt verzonden om de meter en het bijbehorende lampje te bedienen;toerental, dat wordt verzonden naar het instrumentenpaneelE50;lage motoroliedruk, dat wordt verzonden naar instrumentenpaneelE50 om het bijbehorende lampje te bedienen;voorgloeien, dat wordt verzonden naar instrumentenpaneelE50 om het bijbehorende lampje te bedienen;water in brandstoffilter, dat wordt verzonden naar instrumentenpaneelE50 om het bijbehorende lampje te bedienen; Ontvangen wordt via het CAN het signaalvan de snelheidsmeter, dat door de ABS-regeleenheid M50 wordtgegenereerd Het zelfdiagnoseprogramma van regeleenheid M10 levertook een signaal (vanaf pen 78, stekker A) direct aan het 'EOBD'-lampjein het instrumentenpaneel E50 . De 'check'-functie in instrumentenpaneel E50 controleertook de werking van de traagheidsschakelaar, een eventuele storingvan de koelvloeistoftemperatuursensor, de oliedruksensor en de waterdetectiesensor:als een storing wordt gesignaleerd, gaat het waarschuwingslampjebranden. De gegevens van de zelfdiagnose kunnen wordenuitgelezen via stekker C van Body Computer M1 - pen 7; dezeontvangt de signalen van pen 88, stekker A van regeleenheid M10 viade diagnose-verbinding.
ACCU EN KABELS
5530B10
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat, draai de bevestigingsbout los en maak de minklem (-) losvan de accu.Draai de bout los en maak de klem (+) losvan de accu.Draai de moer van de bevestigingsband vande accu los.Verwijder de accu.
5530B22
0Uitbouwen201Inbouwen212432010-5530B10ACCU - U.I.2432013-5530B52HOUDER/STEUN voor accu - U.I..Open de motorkap.1. Maak de stekker (1a) los van de minklem (1b) op de accu.2. Maak de stekker los van de carrosserie.3. Maak de stekker los van de versnellingsbak.4. Verwijder massakabel van de accu.2052930
5530B36
0Uitbouwen201Inbouwen21Zet de auto op een brug.Zet de auto omhoog.1. Draai de moer (1a) los en maak de stekkers (1b, 1c) los van destartmotor. 2052931
5530B52
0Uitbouwen201Inbouwen21 Ga verder met het uitbouwen 2432010-5530B10ACCU - U.I. . 1. Verwijder de opvangbak.2. Draai de bouten (2a) los, maak de kabelbundels los van de klemmenop de houder en verwijder de accuhouder (2b).2045035
0Uitbouwen201Inbouwen212432191-7040A30BEKLEDING LINKSONDERDASHBOARD - U.I.1. Maak de stekkers (1a, 1b, 1c, 1d, 1e, 1f) los.2. Draai de linker bevestigingsbout van de steuntraverse voor hetdashboard los.3. Draai de bevestigingsbouten van de body computer/zekeringen-en relaiskast los.4. Verplaats de dashboardbekleding (4a) iets en verplaats de bodycomputer/zekeringen- en relaiskast (4b) omlaag.5. Maak de stekkers (5a, 5b, 5c) los.6. Verwijder de body computer/zekeringen- en relaiskast.2045005
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu.1. Maak de stekker los van de remlichtschakelaar.2. Draai de remlichtschakelaar los en verwijder de schakelaar.2045071
5550D16
0Uitbouwen201Inbouwen21Open de achterklep.1. Maak de beschermrubbers los.2. Druk de borgingen van de lichtunit in de richting van de pijlenen maak deze los uit de zittingen.2045072
5550D17
0Uitbouwen201Inbouwen212432043-5550D16DERDE REMLICHT - U.I.1. Maak de borgingen (1b) los en verwijder de lamphouder (1a).2. Verwijder de lampen (2a) uit de lamphouder (1b) (geklemde montage).2045074
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu.1. Maak de stekker los van de schakelaar voor het achteruitrijlicht.2. Draai de schakelaar los en verwijder de schakelaar voor het achteruitrijlicht.2045076
1Inbouwen210Uitbouwen20Plaats het gasklephuis in de zitting endraai de bijbehorende bouten vast.Sluit de massakabel aan op de inspuitregeleenheiden draai de bijbehorende bout vast.Sluit de stekker aan op de stationair-toerentalregelaar.Sluit de stekker van de gasklepsensor aan. Plaats de inspuitregeleenheid in de zittingen draai de bijbehorende bouten vast.Plaats de gaskabel en bevestig de gaskabelaan de steunbeugel.Sluit de gaskabel aan op de gasklepbediening. Ga verder met het inbouwen 2431543-1068A10GASMECHANISME MET GASPEDAAL- Controleren, ev. Afst. en smeren . Ga verder met het inbouwen 2431527-1048A10COMPLEET LUCHTFILTER- U.I. . Sluit de minklem (-) aan op de accu.
1056B50
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. Ga verder met het uitbouwen 2431527-1048A10COMPLEET LUCHTFILTER- U.I. . 1. Maak de stekker los van de koelvloeistoftemperatuursensor.2. Maak de klem los en maak de koelvloeistoftoevoerslang van dekachelradiateur los aan de zijde van de koelvloeistoftemperatuursensor.767Vang de weglekkende koelvloeistofop in een geschikte opvangbak.3. Draai de bouten (3a) los en verwijder de koelvloeistoftemperatuursensor(3b) langs de onderzijde.2043753
1056B51
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu.1. Maak de stekker los van de fasesensor.2. Draai de bout (2a) los en verwijder de fasesensor (2b).2043754
1056B54
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu.1. Maak de stekker los van de inlaattemperatuur-/druksensor.2. Draai de bout (2a) los en verwijder de inlaattemperatuur-/druksensor(2b).2043755
1056B60
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. Ga verder met het uitbouwen 2431527-1048A10COMPLEET LUCHTFILTER- U.I. . 1. Draai de beschermplug (1a) op de brandstofverdeelleiding losen maak het brandstofsysteem m.b.v. gereedschap (1b) drukloos.767Vang de weglekkende brandstofop.2043756
1056B68
0Uitbouwen201Inbouwen21 Ga verder met het uitbouwen ,houd er rekening mee dat dit betrekking heeft op alle inspuitventielen.
1056B70
0Uitbouwen201Inbouwen211. Verwijder de beveiligingsborging.2. Verwijder het inspuitventiel.2043758
1056B78
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu.1. Maak de stekker los van de koppelingspedaalschakelaar.2. Draai de schakelaar op het koppelingspedaal en verwijder de schakelaar.2043759
1056B82
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. Ga verder met het uitbouwen 2431527-1048A10COMPLEET LUCHTFILTER- U.I. . 1. Maak de borgmechanismen (1a) los en maak de stekkers (1b) losvan de inspuitregeleenheid.2. Draai de bouten (2a) los en verwijder de inspuitregeleenheid(2b).2043760
1056B15
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. Ga verder met het uitbouwen 2431610-1048A32SLANG van luchtfilternaar inlaatspruitstuk - U.I. . 1. Maak de stekker los van het gasklephuis met M.D.S.2. Draai de bouten (2a) los en verplaats de steunbeugel (2b) compleetmet de inspuitregeleenheid (2c) opzij.3. Draai de resterende bout (3a) los en verwijder het complete gasklephuismet M.D.S. (3b).2043975
1056B87
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. Ga verder met het uitbouwen 2431540-1056B82REGELEENHEID van inspuiting/ontsteking- U.I. . 1. Draai de bouten (1a) los en verwijder de steun (1b) voor de inspuitregeleenheid.2043984
1056B90
0Uitbouwen201Inbouwen21Zet de auto op een hefbrug. Ga verder met het uitbouwen 2432010-5530B10ACCU - U.I. . Ga verder met het uitbouwen 2432013-5530B52HOUDER/STEUN voor accu- U.I.. . Ga verder met het uitbouwen 2431527-1048A10COMPLEET LUCHTFILTER- U.I. . 1. Maak de klem los en maak de carterventilatieslang los van demof tussen het luchtfilter en het inlaatspruitstuk.2. Maak de klem los, maak de mof tussen het luchtfilter en het inlaatspruitstuklos van het spruitstuk en verwijder de mof.2043985
0Uitbouwen201Inbouwen21Zet de auto op een hefbrug.Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. Ga verder met het uitbouwen 2431521-1040A70ONDERGEDOMPELDE BRANDSTOFPOMPcompleet met tankvlotter - U.I. . Zuig m.b.v. geschikt gereedschap de brandstofuit de tank, waarbij de geldende veiligheidsnormen moeten wordenaangehouden. Ga verder met het uitbouwen 2432214-7040L22BEKLEDING ACHTER optunnel - U.I.. . 1. Draai de stelmoer van de handremkabel iets los.2043722
0Uitbouwen201Inbouwen21Zet de auto op een hefbrug. Ga verder met het uitbouwen 2431872-4450B08ACHTERWIEL RECHTS -U.I. . Ga verder met het uitbouwen 2432292-7055B45WIELKUIPBESCHERMINGRECHTSACHTER - U.I. . 1. Draai de bevestigingsbout van de brandstofvulpijp op de carrosserielos.2. Maak de bevestigingsklem (2a) los en maak de brandstofvulpijp(2b) van de tank los.3. Maak de klem (3a) los en maak de retourleiding (3b) los.4. Verwijder de verbindingsmof tussen de brandstofvulpijp en debrandstoftank.2043732
1040A40
0Uitbouwen201Inbouwen211. Open het tankluikje.2. Verwijder de pen (2a) en maak de vangkabel (2b) los van de carrosserie.3. Verwijder de tankdop.2043733
1040A70
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu.Til de achterbankzitting en de vloerbedekkingop, zodat de brandstofpompunit bereikbaar is.1. Draai de bouten (1a) los en verwijder het beschermdeksel (1b).2. Maak de stekker van de elektrische brandstofpomp en de tankvlotterlos.3. Maak de snelkoppeling in de brandstoftoevoerleiding los.4. Draai de ring (4a) m.b.v. gereedschap (4b) los.5. Verwijder de complete pompunit met de tankvlotter.2043736
1040A74
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu.1. Verplaats de vloerbedekking aan de bovenzijde nabij het dashboard.2. Maak de stekker los van de traagheidsschakelaar.3. Draai de bevestigingsmoeren (3a) los en verwijder de traagheidsschakelaar(3b).2043737
Brandstoftemperatuursensor en verwarmingsweerstand
0Uitbouwen201Inbouwen21Zet de auto op een hefbrug.Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu.1. Maak de stekker los van de oliedrukschakelaar.2. Draai de oliedrukschakelaar los en verwijder de schakelaar. 2043815
1084A16
0Uitbouwen201Inbouwen211. Verwijder de oliepeilstok.2. Draai de bout (2a) los, maak de kabelbundel los van de bijbehorendeklem en verwijder de oliepeilstokbuis (2b).2052725
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu.1. Maak de stekker los van de luchtkwantummeter.2. Maak de klem los en maak de luchttoevoerslang vanaf de turbocompressorlos van de luchtkwantummeter.3. Draai de bouten (3a) los en verwijder de luchtkwantummeter (3b).2052636
1060G14
0Uitbouwen201Inbouwen21Zet de auto op een hefbrug. Ga verder met het uitbouwen . 1. Maak de klem los en maak de onderste radiateurslang los van deradiateur.767Tap de koelvloeistof af ineen geschikte opvangbak.2052637
1060G16
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu.1. Maak de stekker los van de luchtkwantummeter.2. Maak de klem los en maak de luchttoevoerslang vanaf de turbocompressorlos van de luchtkwantummeter.2052640
1060G20
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. Ga verder met het uitbouwen . 1. Maak de stekker van de toerental-/BDP-sensor los.2. Draai de bout (2a) los en verwijder de toerental-/B.D.P.-sensor(2b).2052643
1060G22
0Uitbouwen201Inbouwen21Zet de auto op een hefbrug.Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu.1. Maak de stekker los van de luchtkwantummeter.2. Maak de klem los en maak de luchttoevoerslang vanaf de turbocompressorlos van de luchtkwantummeter.2052645
1060G28
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu.1. Maak de stekker los van de luchtkwantummeter.2. Maak de klem los en maak de luchttoevoerslang vanaf de turbocompressorlos van de luchtkwantummeter.2052648
1060G38
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu.1. Maak de stekker los van de rempedaalschakelaar.2. Draai de schakelaar op het rempedaal en verwijder de schakelaar.2052652
1060G42
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu.1. Maak de stekker los van de koppelingspedaalschakelaar.2. Draai de schakelaar op het koppelingspedaal en verwijder de schakelaar.2052653
1060G80
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu.1. Maak de stekker los van de luchtkwantummeter.2. Maak de klem los en maak de luchttoevoerslang vanaf de turbocompressorlos van de luchtkwantummeter.2052654
1060G90
0Uitbouwen201Inbouwen21Zet de auto op een hefbrug. Ga verder met het uitbouwen 2432010-5530B10ACCU - U.I. . Ga verder met het uitbouwen 2432013-5530B52HOUDER/STEUN voor accu- U.I.. . 1. Maak de stekker los van de luchtkwantummeter.2. Maak de klem los en maak de luchttoevoerslang vanaf de turbocompressorlos van de luchtkwantummeter.2052657
Ga verder met het uitbouwen 2431527Verwijzingnaar bew.1048A10COMPLEETLUCHTFILTER - U.I. . Trek, bij in ruststand staand gaspedaal,de gaskabel tussen 3 en 6 mm aan en controleer of de gasklep geslotenblijft.Als dit niet het geval is, stel dan degaskabel op de volgende wijze af.Controleer of het gaspedaal in de ruststandstaat.1. Verwijder de borging van de gaskabel.2. Verplaats de balg (2a) van de kabel naar voren of achteren omde kabel (2b) af te stellen. Controleer als het gaspedaal in deruststand staat (ontspannen kabel) of de gasklep gesloten is enof bij geheel ingetrapt gaspedaal (gespannen kabel), de gasklepgeheel geopend is.2043761
0Uitbouwen201Inbouwen21 Ga verder met het uitbouwen 2431527-1048A10COMPLEET LUCHTFILTER- U.I. . 1. Maak de gaskabel (1a) los van het gasklepbediening (1b).2. Verwijder de borging (2a) en maak de gaskabel los van de steunbeugel(2b).2043764
1068A20
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu.1. Draai de bevestigingsbout (1b) op het stuurhuis los en maak decardankoppeling (1a) in de stuuras los.2043995
0Uitbouwen201Inbouwen21Zet de auto op een hefbrug. Ga verder met het uitbouwen 2432010-5530B10ACCU - U.I. . Ga verder met het uitbouwen 2432013-5530B52HOUDER/STEUN voor accu- U.I.. . 1. Maak de stekker los van de luchtkwantummeter.2. Maak de klem los en maak de luchttoevoerslang vanaf de turbocompressorlos van de luchtkwantummeter.2052702
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. Ga verder met het uitbouwen 2431662-1060G22FASESENSOR - U.I. . 1. Maak de stekkers los van de inspuitventielen.2. Draai de bouten (2a) los en plaats de kabelbundel (2b) opzij.2052610
1060F20
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu.1. Maak de stekker los van de luchtkwantummeter.2. Maak de klem los en maak de luchttoevoerslang vanaf de turbocompressorlos van de luchtkwantummeter.2052615
1060F30
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu.1. Maak de stekker los van de luchtkwantummeter.2. Maak de klem los en maak de luchttoevoerslang vanaf de turbocompressorlos van de luchtkwantummeter.2052619
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu.1. Maak de stekker los van de luchtkwantummeter.2. Maak de klem los en maak de luchttoevoerslang vanaf de turbocompressorlos van de luchtkwantummeter.2052628
1060F52
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu.1. Maak de stekker los van de luchtkwantummeter.2. Maak de klem los en maak de luchttoevoerslang vanaf de turbocompressorlos van de luchtkwantummeter.2052633
HOGEDRUKDIESELPOMP EN TOEBEHOREN
1060E10
0Uitbouwen201Inbouwen21 Ga verder met het uitbouwen 2432010-5530B10ACCU - U.I. . Ga verder met het uitbouwen 2432013-5530B52HOUDER/STEUN voor accu- U.I.. . Ga verder met het uitbouwen 2431791-3330D30ONDERDRUKPOMP - U.I. . 1. Maak de snelkoppeling van de brandstoftoevoerleiding tussen brandstoffilteren hogedrukpomp los van de hogedrukpomp.2. Draai de wartels (2a) los en verwijder de leiding (2b) tussende hogedrukpomp en de brandstofverdeelleiding.767Gebruik bij de montage eennieuwe leiding tussen hogedrukpomp en brandstofverdeelleiding. 3. Maak de klem los en maak de brandstofretourleiding van de hogedrukpomplos van de hogedrukpomp.2052602
1060E50
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu.1. Maak de stekker los van de luchtkwantummeter.2. Maak de klem los en maak de luchttoevoerslang vanaf de turbocompressorlos van de luchtkwantummeter.2052606
We use cookies on our website to give you the most relevant experience by remembering your preferences and repeat visits. By clicking “Accept All”, you consent to the use of ALL the cookies. However, you may visit "Cookie Settings" to provide a controlled consent.
This website uses cookies to improve your experience while you navigate through the website. Out of these, the cookies that are categorized as necessary are stored on your browser as they are essential for the working of basic functionalities of the website. We also use third-party cookies that help us analyze and understand how you use this website. These cookies will be stored in your browser only with your consent. You also have the option to opt-out of these cookies. But opting out of some of these cookies may affect your browsing experience.
Necessary cookies are absolutely essential for the website to function properly. This category only includes cookies that ensures basic functionalities and security features of the website. These cookies do not store any personal information.
Any cookies that may not be particularly necessary for the website to function and is used specifically to collect user personal data via analytics, ads, other embedded contents are termed as non-necessary cookies. It is mandatory to procure user consent prior to running these cookies on your website.