BeschrijvingDe auto is uitgerust met twee dimlichten in de koplampunits.Het dimlicht wordt ingeschakeld als de stuurkolomschakelaarin de stand na de stand voor buitenverlichting wordt gedraaid.Een apart relais - in de zekeringen- enrelaiskast onder het dashboard - regelt het inschakelen van de dimlichtenvia twee aparte zekeringen.Het relais voor de dimlichten wordt bedienddoor de Body Computer: het relais wordt bekrachtigd met de toestemmingssignalenvan het contactslot op MAR (INT) en de signalen van de stuurkolomschakelaar.De Body Computer regelt ook de functie 'handhavingingeschakeld dimlicht': als het grootlicht wordt ingeschakeld, danhandhaaft de Body Computer de inschakeling van de dimlichten.Als de dim- en grootlichten al ingeschakeldwaren en de mistlampen worden ingeschakeld, dan worden de dimlichtenuitgeschakeld. Als de dimlichten en de mistlampen wareningeschakeld en de grootlichten worden ingeschakeld, dan wordende dimlichten ook uitgeschakeld.Met andere woorden; als de grootlichtenen de mistlampen branden, dan zijn de dimlichten altijd uitgeschakeld.Het dimlicht kan automatisch inschakelenm.b.v. een schemersensor als de stuurkolomschakelaar op de standAUTO is ingesteld.Met de functie 'Follow me home' kunnen dedimlichten en de buitenverlichting nadat de contactsleutel op STOPis gezet gedurende 30 seconden, of een veelvoud daarvan, ingeschakeldblijven.Dat de dimlichten blijven branden wordtgesignaleerd met het controlelampje Buitenverlichting op het instrumentenpaneel.Het inschakelen vindt plaats met de schakelaarvoor het grootlichtsignaal binnen 2 minuten. Telkens als de schakelaarwordt bediend, wordt de brandduur van de verlichting 30 secondenlanger tot een maximum van 210 seconden.Als de schakelaar voor het grootlichtsignaallanger dan 2 seconden wordt bediend, dan wordt de functie onderbroken;de functie wordt ook onderbroken als de contactsleutel op MAR wordtgezet.
Functiebeschrijving Het inschakelsignaal van de dimlichten wordt verzonden naar pen2, stekker I van Body Computer M1 van stuurkolomschakelaar H5 . Het signaal 'sleutel op MAR' (INT) van schakelaar H1 bereikt de zekeringen- en relaiskast onder het dashboard B2 oppen 11, stekker H en wordt vanaf daar naar de Body Computer M1 geleid(pen 9, stekker F). De dimlichten worden ook ingeschakeld alsde schemersensor K85 een signaal zendt (naar pen 7, stekkerD van M1 ); de schemersensor K85 wordt gevoed via lijnINT die wordt beschermd door zekering F49 in zekeringenkast B 2. De Body Computer M1 regelt de voedingvan de dimlichten met een massasignaal naar de zekeringen- en relaiskastonder het dashboard B2 - vanaf pen 8, stekker F van M1 -dat relais T1 bekrachtigt: deze voedt de dimlichten in dekoplampen F10 (links) en F11 (rechts). Elk circuitwordt beschermd door een zekering en in zekeringen- en relaiskast B2F13 voor de linker en F12 voor de rechter koplamp.
0Uitbouwen201Inbouwen212432191-7040A30BEKLEDING LINKSONDERDASHBOARD - U.I.1. Maak de stekkers (1a, 1b, 1c, 1d, 1e, 1f) los.2. Draai de linker bevestigingsbout van de steuntraverse voor hetdashboard los.3. Draai de bevestigingsbouten van de body computer/zekeringen-en relaiskast los.4. Verplaats de dashboardbekleding (4a) iets en verplaats de bodycomputer/zekeringen- en relaiskast (4b) omlaag.5. Maak de stekkers (5a, 5b, 5c) los.6. Verwijder de body computer/zekeringen- en relaiskast.2045005
0Uitbouwen201Inbouwen21Open de motorkap.1. Draai de borging van het deksel.2. Maak de borging (2b) los en verwijder het deksel (2a).2045042
5540B25
0Uitbouwen201Inbouwen21Open de motorkap.1. Draai de borging van het deksel.2. Maak de borging (2b) los en verwijder het deksel (2a).2045045
5540B26
0Uitbouwen201Inbouwen21Open de motorkap.1. Draai de borging van het deksel.2. Maak de borging (2b) los en verwijder het deksel (2a).2045048
5540B28
0Uitbouwen201Inbouwen21Open de motorkap.1. Draai de lamphouder en trek deze los.2. Verwijder de gloeilamp uit de houder (bajonetfitting).2045050
5540B38
Controleer of de autoin rijklare staat is, d.w.z. met reservewiel, boorduitrusting enbrandstof.Controleer de bandenspanning.Zet de schakelaar voor de koplampverstellingin stand '0'.Zet de auto op een vlakke ondergrond opeen afstand van 10 meter recht voor een donkere wand, waarop de volgendelijnen zijn aangegeven:1. V - V: verticaal, overeenkomend met het midden van de auto. 2. C - C: verticaal, overeenkomend met het midden van de koplampen.3. HC - HC: horizontaal, overeenkomend met de afstand van het middenvan de koplampen boven de grond.4. AC - AC: horizontaal, 12 cm onder de lijn HC - HC.5. Lijnen onder een hoek van 15°, zoals is aangegeven.2045051
0Uitbouwen201Inbouwen211. Trek de ruitenwisserarm omhoog.2. Druk aan het uiteinde op de borging (2a) van de steun (2b) enverwijder het wisserblad (2c) van de ruitenwisserarm.2044985
5050B34
0Uitbouwen201Inbouwen211. Verwijder de dop van de moer.2. Draai de moer los en vang de ring op.3. Verwijder de arm.2044986
0Uitbouwen201Inbouwen211. Verwijder het dekseltje.2. Druk de binnenspiegel omhoog uit de zitting.3. Maak de stekker los.4. Maak de stekkers los van de sensoren.2052915