Componenten - INSTRUMENTEN - Fiat DOBLO 1.3 JTD 16V da 12/03
| Code van component | Omschrijving | Verwijzing naar unit |
| B001 | ZEKERINGEN- EN RELAISKAST | |
| B2 | ZEKERINGEN- EN RELAISKAST ONDER HET DASHBOARD | |
| C10 | MASSA-AANSLUITING LINKSVOOR | |
| C15 | MASSA OP DASHBOARD BESTUURDERSZIJDE | |
| D004 | STEKKER VOOR / MOTOR | |
| D20 | STEKKER KABELS DASHBOARD/ACHTER | |
| D29 | STEKKER MOTORKABELS / MOTORVERBRUIKERS | |
| D30 | STEKKER KABELS ACHTER /VOORPORTIER BESTUURDERSZIJDE | |
| E50 | INSTRUMENTENPANEEL | |
| H001 | START-/CONTACTSLOT | |
| I040 | SCHAKELAAR AANGETROKKEN HANDREM | |
| K025 | REMVLOEISTOFNIVEAUSENSOR (SCHAKELAAR) | |
| K30 | SENSOR (ONDERBREKER) VOOR MOTOROLIEDRUK | |
| K031 | WATERDETECTIESENSOR IN BRANDSTOFFILTER | |
| K36 | KOELVLOEISTOFTEMPERATUURSENSOR/-ZENDER | |
| K46 | TOERENTALSENSOR | |
| K84 | SNELHEIDSSENSOR | |
| M001 | BODY COMPUTER | |
| M010 | INSPUITREGELEENHEID | |
| N040 | ELEKTRISCHE BRANDSTOFPOMP EN TANKVLOTTER | |
| P60 | BUITENSPIEGEL BESTUURDERSZIJDE |
De meters en controle-/waarschuwingslampjes die samen de boordinstrumenten vormen, zijn bijeengebracht in een instrument, dat bevat:- brandstofmeter met waarschuwingslampje brandstofreserve;- koelvloeistoftemperatuurmeter met waarschuwingslampje te hoge temperatuur;- toerenteller;- snelheidsmeter;- controle-/waarschuwingslampjes;- instelbaar multifunctioneel display.Het instrumentenpaneel is een knooppunt in het CAN-netwerk waarlangs informatie wordt uitgewisseld met de Body Computer en de andere regeleenheden.Het instrumentenpaneel geeft op het digitale display een aantal gegevens weer:- totaal- en dagkilometerteller;- klok;- stand van koplampverstelling;- tripcomputer.Brandstofniveau: de Body Computer ontvangt het signaal van de in de brandstofpompunit geintegreerde sensor, filtert/dempt het signaal naar de meter in het instrumentenpaneel en regelt bovendien het branden van het bijbehorende "brandstofreservelampje".De weergave van de brandstofvoorraad wordt berekend door de elektronica in het instrument, die de wijzer en het waarschuwingslampje voor brandstofreserve aanstuurt (als nog ongeveer 15% van de inhoud van de tank beschikbaar is).De elektronica "dempt" onder andere het signaal om schommelingen in de weergave te voorkomen.Koelvloeistoftemperatuur: de functie geeft de koelvloeistoftemperatuur van de motor op het instrumentenpaneel weer en schakelt zonodig het waarschuwingslampje voor te hoge temperatuur in: deze informatie wordt via het CAN geleverd door de inspuitregeleenheid.Voertuigsnelheid: het snelheidsmetersignaal wordt geleverd door de snelheidssensor.Dit signaal wordt verwerkt in de body computer en naar het instrumentenpaneel verzonden voor de weergave van de voertuigsnelheid.Zie voor meer informatie over het multifunctionele display,Motortoerental: de functie geeft het toerental van de motor op het instrumentenpaneel weer m.b.v. het signaal van de sensor dat via het CAN door de inspuitregeleenheid wordt verzonden.Met de toetsen voor de koplampverstelling links op het dashboard kan de lichtbundel van de koplampunits worden afgesteld .Te lage motoroliedruk: de functie laat het lampje "te lage motoroliedruk" branden m.b.v. de mededelingen van de inspuitregeleenheid via het CAN.Andere informatie wordt direct door de body computer ontvangen; deze zendt de informatie naar het instrumentenpaneel, waardoor de bijbehorende lampjes gaan branden:- aangetrokken handrem: het handremcontrolelampje wordt door de bijbehorende schakelaar bediend;- te lage remvloeistofdruk: de body computer ontvangt het signaal te lage druk en zendt dit signaal naar het instrumentenpaneel.Andere lampjes in het instrumentenpaneel worden, ten slotte, direct door de desbetreffende regeleenheden bediend:- waarschuwingslampje storing in airbag;- waarschuwingslampje uitgeschakelde passagiersairbag;- waarschuwingslampje niet omgelegde veiligheidsgordels.Andere informatie, die is beschreven bij de diverse schema''s, wordt via het CAN door het instrumentenpaneel verzameld, waarbij zonodig de betreffende controle-/waarschuwingslampjes worden ingeschakeld:- inschakeling buitenverlichting;- inschakeling richtingaanwijzers / waarschuwingsknipperlichten;- inschakeling mistachterlicht;- inschakeling storing buitenverlichting/kentekenverlichting, richtingaanwijzers/alarmknipperlichten, remlichten, mistachterlicht;- inschakeling grootlicht;- inschakeling mistlampen;- inschakeling achterruit- en buitenspiegelverwarming;- signalering geopend(e) portier(en);- te lage laadstroom;- storing inspuiting/EOBD;- inschakeling voorgloeien;- water in brandstoffilter;- te lage motoroliedruk;- inschakeling algemeen waarschuwingslampje voor: storing oliedruksensor, overschrijden snelheidslimiet, aanwezigheid water in brandstoffilter en storing waterdetectiesensor.- verstopt roetfilter;- inschakeling voertuigbescherming;- inschakeling storing ABS;- storing EBD (lampje te lage remvloeistofdruk);Als het contactslot op MAR wordt gezet en tijdens de normale werking voert het instrumentenpaneel een diagnose uit van de lampjes "aangetrokken handrem/te laag remvloeistofniveau" en "storing ABS/EBD", zodat eventueel een storing kan worden aangegeven.Na deze controle geeft het display een eventuele storing aan (van een of meer lampjes).Het instrumentenpaneel levert via het multifunctionele display aan de bestuurder de buitentemperatuur en informeert de bestuurder, bij een temperatuur lager dan 3 °C, over mogelijke gladheid van het wegdek.Zie voor meer informatie,
Het instrumentenpaneel E50 wordt vanaf het contactslot (INT) op pen 1 van stekker A gevoed via body computer M01 (pen 31, stekker F) en zekering F37 in zekeringen- en relaiskast onder het dashboard B02.Instrumentenpaneel E50 ontvangt ook een voedingsspanning direct vanaf de accu - pen 3 stekker A - via de body computer (pen 3, stekker D) en zekering F53 in zekeringen- en relaiskast onder het dashboard B02.De voeding van body computer M01 bereikt pen 9, stekker XY via de zekeringen- en relaiskast onder het dashboard B02 (pen 11, stekker E) vanaf start-/contactslot H01 (INT) en bereikt pen 18, stekker XY van body computer M01 (eveneens via zekeringen- en relaiskast onder het dashboard B02) direct vanaf de accu via zekering F1 in zekeringen- en relaiskast in de motorruimte B01.Pen 8 en 9 van stekker D van de body computer liggen aan massa.De body computer M01 en het instrumentenpaneel E50 wisselen informatie uit over de correcte werking van de systemen via pen 5 en 6 van stekker D en 9 en 8 van stekker A.Het instrumentenpaneel E50 is via de body computer M01 (pen 2, stekker A) met massa verbonden.De signalen van de handremschakelaar I40 en remvloeistofniveausensor K25 komen aan op pen 14, stekker A en 18, stekker C van M01.De body computer ontvangt op pen 4 en 15, stekker A de signalen van de tankvlotter, die is samengebouwd met de brandstofpomp N40: deze signalen worden via het CAN verzonden aan het instrumentenpaneel en door het elektronische circuit bewerkt, waardoor de brandstofmeter en het lampje brandstofreserve in het instrumentenpaneel werken.De snelheidssensor K84 zendt het signaal naar de body computer M01 (pen 17, stekker C). Via het CAN worden deze signalen verzonden naar het instrumentenpaneel E50, voor het verwerken van alle informatie waarvoor de voertuigsnelheid nodig is, en naar inspuitregeleenheid M10 voor de juiste werking van de inspuitregeleenheid.De inspuitregeleenheid M10 (pen 9, stekker B) ontvangt het signaal van de oliedruksensor K30; dit signaal bereikt, via het CAN, instrumentenpaneel E50, waardoor het bijbehorende lampje kan gaan branden.De waterdetectiesensor in brandstoffilter K31 zendt, als er water aanwezig is in het filter, een signaal naar pen pen 90, stekker A van inspuitregeleenheid M10; de regeleenheid bedient via het CAN instrumentenpaneel E50, waardoor het lampje "water in brandstoffilter" gaat branden.Op dezelfde wijze ontvangt inspuitregeleenheid M10 (pen 54 en 29, stekker B) het signaal van de koelvloeistoftemperatuursensor K36. Dit wordt verzonden naar het instrumentenpaneel E50 voor het bewerken van het signaal voor de meter en eventueel het lampje te hoge koelvloeistoftemperatuur.De toerentalsensor K46 zendt het toerentalsignaal naar de inspuitregeleenheid M10 (pen 43 en 59, stekker B); deze regeleenheid informeert, via het CAN, instrumentenpaneel E50 waardoor het toerental kan worden weergegeven.De informatie wordt, via het CAN, verzonden aan pen 58 en 59, stekker B van M10 en pen 36 en 37, stekker C van M01.Pen 6, stekker A van instrumentenpaneel E50 levert het signaal voor de koplampverstelling.Pen 13, 14 en 15, stekker B ontvangen de signalen van de airbag-regeleenheid voor de juiste werking van de bijbehorende lampjes .Pen 4, stekker A ontvangt het het reset-/scroll-signaal voor de waarden van de Tripcomputer.In de buitenspiegel aan de bestuurderszijde is de buitentemperatuursensor geintegreerd; het van de temperatuur afhankelijke signaal wordt van de buitenspiegel bestuurderszijde P60 (bij rechts stuur buitenspiegel passagierszijde P61) geleverd aan pen 17 en 18, stekker B van instrumentenpaneel E50. Deze verwerkt het signaal en geeft de temperatuur weer op het display.
| Code van component | Omschrijving | Verwijzing naar unit |
| B001 | ZEKERINGEN- EN RELAISKAST | |
| B2 | ZEKERINGEN- EN RELAISKAST ONDER HET DASHBOARD | |
| C10 | MASSA-AANSLUITING LINKSVOOR | |
| C15 | MASSA OP DASHBOARD BESTUURDERSZIJDE | |
| D004 | STEKKER VOOR / MOTOR | |
| D20 | STEKKER KABELS DASHBOARD/ACHTER | |
| D29 | STEKKER MOTORKABELS / MOTORVERBRUIKERS | |
| D30 | STEKKER KABELS ACHTER /VOORPORTIER BESTUURDERSZIJDE | |
| E50 | INSTRUMENTENPANEEL | |
| H001 | START-/CONTACTSLOT | |
| I040 | SCHAKELAAR AANGETROKKEN HANDREM | |
| K025 | REMVLOEISTOFNIVEAUSENSOR (SCHAKELAAR) | |
| K30 | SENSOR (ONDERBREKER) VOOR MOTOROLIEDRUK | |
| K031 | WATERDETECTIESENSOR IN BRANDSTOFFILTER | |
| K36 | KOELVLOEISTOFTEMPERATUURSENSOR/-ZENDER | |
| K46 | TOERENTALSENSOR | |
| K84 | SNELHEIDSSENSOR | |
| M001 | BODY COMPUTER | |
| M010 | INSPUITREGELEENHEID | |
| N040 | ELEKTRISCHE BRANDSTOFPOMP EN TANKVLOTTER | |
| P60 | BUITENSPIEGEL BESTUURDERSZIJDE |
