

Componenten - CODE - Fiat DOBLO 1.4 8v Fino a 10/2000
Code van component | Omschrijving | Verwijzing naar unit |
B001 | ZEKERINGEN- EN RELAISKAST | |
B2 | ZEKERINGEN- EN RELAISKAST ONDER HET DASHBOARD | |
C15 | MASSA OP DASHBOARD BESTUURDERSZIJDE | |
D004 | STEKKER VOOR / MOTOR | |
E50 | INSTRUMENTENPANEEL | |
H001 | START-/CONTACTSLOT | |
M001 | BODY COMPUTER | |
M010 | INSPUITREGELEENHEID | |
P91 | ANTENNE VOOR CODE-STARTBLOKKERING |
Om de bescherming tegen diefstal te verbeteren is een elektronisch startblokkeersysteem gemonteerd, dat "FIAT CODE-2" wordt genoemd.In de sleutels zit een elektronisch systeem "Transponder" dat een codesignaal verzendt naar de elektronische "CODE''-regeleenheid. Als deze de code herkent, dan wordt toestemming verleend voor het starten van de motor.De sleutelcode wordt met de antenne opgevangen en wijzigt na iedere start ("rolling code"): daarom kan de code niet worden gereproduceerd met elektronische scanners.De body computer heeft als taak om de sleutelcode in het start-/contactslot te herkennen: de computer bevat de geheime code die bij de dialoog met de transponder in de sleutel wordt gebruikt.In de computer zijn de codes van alle geautoriseerde sleutels en de broncode voor de communicatie tussen de body computer en de inspuitregeleenheid opgeslagen: als de contactsleutel voor de eerste maal op MAR wordt gedraaid en de sleutel wordt herkend, dan wordt deze code naar de inspuitregeleenheid verzonden, waarna deze definitief aan de body computer is gekoppeld.De voeding voor het CODE-systeem wordt door dezelfde hoofdzekering als de voeding van de inspuitregeleenheid beschermd. Verder wordt het systeem beschermd door zekeringen in de zekeringen- en relaiskast onder het dashboard voor de voeding van de body computer en het instrumentenpaneel.
De body computer M01 wordt zowel vanaf het contactslot als rechtstreeks van voeding voorzien op pen 11 van stekker E (INT) en pen A van stekker C van zekeringen- en relaiskast onder het dashboard B02.De directe voeding wordt beschermd door zekering F1 in zekeringen- en relaiskast in de motorruimte B01.Via deze verbindingen wordt ook het instrumentenpaneel van voeding voorzien. De verbinding wordt gesplitst in de zekeringen- en relaiskast onder het dashboard B02 (MAXIFUSE). Deze verbindingen worden beschermd door de zekeringen F37 en F53.Pen 8 en 9 van stekker D van de body computer M01 liggen aan massa. Dit referentiesignaal wordt ook geleverd aan het instrumentenpaneel via pen 36 van stekker F van de body computer.Pen 4 en 5 van stekker C op body computer M01 zijn via twee kabels aangesloten op de antenne P91 die om het start-/contactslot is geplaatst en die de code van de Transponder in de sleutel moet opvangen.De body computer M01 communiceert met de inspuitregeleenheid M10 via het B-CAN (pen 36 en 37, stekker C van de body computer en pen 36 en 52 van stekker A op inspuitregeleenheid M10).Via deze verbinding worden de sleutel herkend en de codes uitgewisseld.Inspuitregeleenheid M10 zendt een diagnosesignaal (lijn K) vanaf pen 10, stekker A naar pen 20, stekker C van de body computer.De diagnoseverbinding is aangesloten op pen 7, stekker B van body computer M01.Het zelfdiagnoseprogramma levert via het B-CAN ook een signaal dat gebruikt wordt voor het branden van het lampje "Storing voertuigbeveiliging" in instrumentenpaneel E50 (pen 8 en 9, stekker A).
Code van component | Omschrijving | Verwijzing naar unit |
B001 | ZEKERINGEN- EN RELAISKAST | |
B2 | ZEKERINGEN- EN RELAISKAST ONDER HET DASHBOARD | |
C15 | MASSA OP DASHBOARD BESTUURDERSZIJDE | |
D004 | STEKKER VOOR / MOTOR | |
E50 | INSTRUMENTENPANEEL | |
H001 | START-/CONTACTSLOT | |
M001 | BODY COMPUTER | |
M010 | INSPUITREGELEENHEID | |
P91 | ANTENNE VOOR CODE-STARTBLOKKERING |