Fiat ULYSSE 2.2 16V JTD fino a 04/03 – FAP-SYSTEEM (ROETFILTER) – – ELEKTRISCH SCHEMA, OPSTELLING COMPONENTEN, BESCHRIJVING VAN DE WERKING – ELEKTRISCH SCHEMA, OPSTELLING COMPONENTEN, BESCHRIJVING VAN DE WERKING

Elektrisch schema - FAP-SYSTEEM (ROETFILTER) - Fiat ULYSSE 2.2 16V JTD fino a 04/03

FAP-SYSTEEM (ROETFILTER) ELEKTRISCH SCHEMA Fiat ULYSSE 2.2 16V JTD fino a 04/03

Componenten - FAP-SYSTEEM (ROETFILTER) - Fiat ULYSSE 2.2 16V JTD fino a 04/03

Code van component	Omschrijving	Verwijzing naar unit
B001	Zekeringen- en relaiskast in motorruimte	5505A
C010	Massa-aansluiting linksvoor	-
C020	Massa-aansluiting rechts op dashboard	-
D004	Stekker voor / motor	-
D213	Verbindingsstekker brandstoftank	-
K186	Additief-niveausensor	-
K187	FAP-verschildruksensor	1080G
K188	Temperatuursensor na kat.	1080G
L005	Uitschakelmagneetklep derde plunjer van inspuitpomp	-
L097	Magneetklep luchtverwarming	-
M001	Body computer	5505A
M010	Inspuitregeleenheid	1060G
M180	Additiefregeleenheid dieselbrandstof	1080G
N176	Additief-inspuitpomp	1080G
N177	Additief-inspuitventiel	1080G

Opstelling Componenten - FAP-SYSTEEM (ROETFILTER) - Fiat ULYSSE 2.2 16V JTD fino a 04/03

FAP-SYSTEEM (ROETFILTER) OPSTELLING COMPONENTEN Fiat ULYSSE 2.2 16V JTD fino a 04/03

קבל גישה לכל מכוניות דיאגרמות החיווט

Componenten - FAP-SYSTEEM (ROETFILTER) - Fiat ULYSSE 2.2 16V JTD fino a 04/03

Code van component	Omschrijving	Verwijzing naar unit
B001	Zekeringen- en relaiskast in motorruimte	5505A
C010	Massa-aansluiting linksvoor	-
C020	Massa-aansluiting rechts op dashboard	-
D004	Stekker voor / motor	-
D213	Verbindingsstekker brandstoftank	-
K186	Additief-niveausensor	-
K187	FAP-verschildruksensor	1080G
K188	Temperatuursensor na kat.	1080G
L005	Uitschakelmagneetklep derde plunjer van inspuitpomp	-
L097	Magneetklep luchtverwarming	-
M001	Body computer	5505A
M010	Inspuitregeleenheid	1060G
M180	Additiefregeleenheid dieselbrandstof	1080G
N176	Additief-inspuitpomp	1080G
N177	Additief-inspuitventiel	1080G

Beschrijving - FAP-SYSTEEM (ROETFILTER) - Fiat ULYSSE 2.2 16V JTD fino a 04/03

Het F.A.P.-systeem (Filtro Anti-Particolato = Roetfilter) is gemonteerd op de auto''s met dieselmotor om de uitstoot van partikels in het uitlaatgas met 95% te verminderen.Een partikel kan niet worden verwijderd door gebruik te maken van normale katalysatoren, maar uitsluitend door speciale roetfilters; deze bleken tot voor kort onbruikbaar, vooral in stadsverkeer.Het F.A.P.-systeem maakt automatische regeneratie van het roetfilter tijdens het normale gebruik van de auto mogelijk, waarbij het rendement op een constant niveau blijft gedurende circa 80.000 km, waarna het roetfilter moet worden vervangen.Het FAP-systeem bestaat uit:een keramisch roetfilter in combinatie met een katalysator (voor het roetfilter) en sensoren voor het meten van de temperatuur en de druk;een toevoegingssysteem dat na iedere tankbeurt een hoeveelheid additief op basis van ceriumoxide in de brandstoftank spuit.Een regelprogramma in het knooppunt motormanagement regelt de kunstmatige regeneratie van het filter.Bovendien is een speciale regeleenheid aanwezig ("knooppunt additiefregeleenheid") die de inspuiting van het additief in de brandstoftank regelt; voor het regelen van deze functie wordt gebruik gemaakt van het brandstofniveau, het toerental en de snelheid.Op basis van de ontvangen signalen zal het knooppunt additiefregeleenheid:de hoeveelheid in te spuiten additief bepalen,de inspuitpomp voor het additief inschakelen,het additief-inspuitventiel aansturen.Bovendien ontvangt het Knooppunt additiefregeleenheid een signaal van de uitlaatgastemperatuursensor (voor het filter) en geeft dit via de body computer door aan de inspuitregeleenheid.Het additieftankje is onder de auto bij de brandstoftank gemonteerd; de inhoud is ongeveer 5 liter (voldoende voor een afstand van ongeveer 80.000 km).De inspuitpomp voor het additief - ondergedompeld in het tankje - levert de benodigde druk (3 bar) en opbrengst (80 l/h) voor correct functioneren van het circuit.De in de pomp ingebouwde sensor geeft aan het knooppunt additiefregeleenheid door wanneer het minimum niveau is bereikt.Het additief-inspuitventiel bevindt zich op de brandstoftank en vernevelt een vooraf bepaalde hoeveelheid additief in de tank; het elektromagnetische inspuitventiel wordt geregeld door het knooppunt additiefregeleenheid en is gelijk aan het bij benzinemotoren toegepaste inspuitventiel.Met de temperatuursensor achter de katalysator - tussen de katalysator en het roetfilter - kan het knooppunt motormanagement de uitlaatgastemperatuur na de katalysator controleren en daardoor de temperatuurverhoging die het gevolg is van de katalytische verbranding.De drukverschilsensor meet voortdurend het drukverschil tussen de ingang en de uitgang van de unit bestaande uit de katalysator en het roetfilter. Hierdoor kan bepaald worden in welke mate het filter verstopt is.Op het FAP-systeem is het inlaatluchtverwarmingscircuit aangesloten: dit systeem heeft tot taak om m.b.v. het uitlaatgastemperatuur de inlaatluchttemperatuur te verhogen, zodat de regeneratie van het roetfilter (FAP) eenvoudiger wordt; het systeem wordt alleen ingeschakeld tijdens de regeneratiefase van het filter.Een klep naar de luchttoevoer wordt geopend door een magneetklep, die door de inspuitregeleenheid wordt geregeld767tijdens de verwarmingsfase wordt de EGR-klep [EL5050] geheel gesloten, of niet aangestuurd, zodat de klep in de ruststand komt te staan.

Beschrijving van de werking - FAP-SYSTEEM (ROETFILTER) - Fiat ULYSSE 2.2 16V JTD fino a 04/03

Regeleenheid voor het motormanagementsysteem M010 regelt en controleert alle functies van de ontsteking en de inspuiting en dus ook van het FAP-systeem.Knooppunt additiefregeleenheid M180 regelt de toevoeging van het additief.Regeleenheid M180 wordt rechtstreeks gevoed vanaf de accu op pen 1 via zekering F05 in zekeringen- en relaiskast in de motorruimte B001.Deze voeding wordt ook naar additief-inspuitventiel N177 verzonden.Pen 2 ontvangt de voeding vanaf het contactslot via zekering F011 in body computer M001.Met pen 14 en 15 is knooppunt M180, via het CAN, aangesloten op body computer M001; de voeding wordt via het CAN geleverd op pen 3 via zekering F16 in knooppunt body computer M001.Additief-niveausensor K186 is aangesloten op pen 6 en 12 van M180.Additief-inspuitpomp N176 is aangesloten op pen 9, 13 en 15 van M180.Additief-inspuitventiel N177 wordt geregeld vanaf pen 8 van M180.Het gehele systeem wordt geregeld m.b.v. het hoofdrelais in zekeringen- en relaiskast in de motorruimte B001: dit wordt bekrachtigd met een massasignaal vanaf pen A4, stekker B van de regeleenheidM010 en verzendt, vervolgens, de voeding van uitschakelmagneetklep derde plunjer van inspuitpomp L005 en de luchtverwarming L097 vanaf pen 1 en 9, stekker B via zekering F5 in B001.Tijdens de kunstmatige regeneratie regelt uitschakelmagneetklep derde plunjer van inspuitpomp L005 de derde plunjer van de inspuitpomp, zodat de juiste hoeveelheid brandstof wordt geleverd, die nodig is voor de na-inspuiting; de klep wordt van voeding voorzien vanaf het hoofdrelais en geregeld met een signaal vanaf pen C3, stekker B van M010.Magneetklep van de luchtverwarming L097 wordt door het hoofdrelais van voedingsspanning voorzien en geregeld met een signaal vanaf pen B3, stekker B van M010.Temperatuursensor na de katalysator K188 ontvangt een referentiemassa vanaf pen 2, stekker E van B001 en zendt een signaal naar pen F3 van M010.Verschildruksensor K187 is aangesloten op pen D3, M3 en H2 van M010.