

Componenten - MOTORMANAGEMENT DIESELMOTOREN - Fiat DOBLO 1.3 JTD 16V da 12/03
Code van component | Omschrijving | Verwijzing naar unit |
A040 | VOORGLOEIBOUGIES | |
B001 | ZEKERINGEN- EN RELAISKAST | |
B2 | ZEKERINGEN- EN RELAISKAST ONDER HET DASHBOARD | |
VedereB37FUSIBILE (MAXI FUSE) CANDELETTE | ||
C1 | MASSA-AANSLUITING ACCU | |
C10 | MASSA-AANSLUITING LINKSVOOR | |
C15 | MASSA OP DASHBOARD BESTUURDERSZIJDE | |
C030 | MASSA-AANSLUITING LINKSACHTER | |
C60 | MASSA INSPUITREGELEENHEID | |
D004 | STEKKER VOOR / MOTOR | |
D29 | STEKKER MOTORKABELS / MOTORVERBRUIKERS | |
E50 | INSTRUMENTENPANEEL | |
H001 | START-/CONTACTSLOT | |
I030 | REMPEDAALSCHAKELAAR | |
I031 | KOPPELINGSPEDAALSCHAKELAAR | |
I050 | TRAAGHEIDSSCHAKELAAR | |
K30 | SENSOR (ONDERBREKER) VOOR MOTOROLIEDRUK | |
K031 | WATERDETECTIESENSOR IN BRANDSTOFFILTER | |
K36 | KOELVLOEISTOFTEMPERATUURSENSOR/-ZENDER | |
K040 | LAMBDASONDE | |
K41 | LUCHTKWANTUMMETER | |
K46 | TOERENTALSENSOR | |
K47 | FASESENSOR | |
K055 | GASPEDAALSENSOR | |
K82 | TURBODRUKSENSOR | |
K83 | BRANDSTOFDRUKSENSOR | |
K84 | SNELHEIDSSENSOR | |
K100 | TEMPERATUURSENSOR EN BRANDSTOFVERWARMINGSWEERSTAND | |
L30 | EGR-MAGNEETKLEP | |
M001 | BODY COMPUTER | |
M010 | INSPUITREGELEENHEID | |
M015 | VOORGLOEIREGELEENHEID | |
VedereN040ELETTROPOMPA COMBUSTIBILE E MISURATORE DI LIVELLO | ||
N70 | ELEKTRO-INSPUITVENTIEL | |
N087 | BRANDSTOFDRUKREGELAAR OP VERDEELLEIDING |
Een elektronisch systeem bewaakt en regelt alle parameters van de motor voor optimale prestaties en een laag verbruik door snel te reageren op de verschillende bedrijfsomstandigheden.De common rail inspuiting maakt gebruik van de "Multijet"-technologie: d.w.z. dat bij elke cyclus van de motor meer dan de twee gebruikelijke inspuitingen plaatsvinden: er vinden twee voor-inspuitingen plaats (voordat de zuiger BDP bereikt), een hoofd-inspuiting en twee na-inspuitingen.Door deze oplossing worden het brandstofverbruik, de uitstoot van schadelijke stoffen en de geluidsproductie lager en verbeteren de prestaties, dankzij een betere temperatuurregeling in de cilinder, waarbij de maximum waarde wordt verlaagd en de vlamfrontverspreiding optimaal wordt vergroot.Op basis van de signalen die van diverse sensoren afkomstig zijn, stuurt de regeleenheid de actuatoren aan voor het regelen van:- brandstofsysteem;- luchtinlaatsysteem;- voorgloeibougies;- gaspedaal;- het motorkoelsysteem.Deze uitvoering beschikt over een lineaire lambdasonde in de voorste uitlaatpijp (achter de turbocompressor) die de regeleenheid van informatie voorziet, over het verloop van de verbranding. De sonde wordt gebruikt om de meting van de luchtkwantummeter te vergelijken met de kenvelden in de regeleenheid en zonodig de brandstofinspuiting te corrigeren, zodat de emissie binnen de limieten blijft.Dankzij bovenstaande elektronische regelingen voldoet deze motor aan de meest recente milieu-normen en de eisen voor permanente controle van het EOBD (European On Board Diagnosis); met dit systeem is een doorlopende diagnose, van de componenten van de auto die van invloed zijn op de emissie, mogelijk en wordt door het branden van het bijbehorende lampje een defect in de componenten weergegeven.Het doel van dit systeem is:- het rendement van het systeem onder controle te houden;- waarschuwen voor een toename in de emissie bij een storing in de auto;- aan te geven wanneer beschadigde componenten moeten worden vervangen.Voor meer informatie,Het systeem wordt ook geregeld m.b.v. relais in de zekeringen- en relaiskast in de motorruimte. De voeding van de regeleenheid en de diverse componenten van het systeem (sensoren en actuatoren) worden beschermd door zekeringen in de zekeringen- en relaiskast in de motorruimte.
De inspuitregeleenheid M10 regelt en bewaakt de elektronisch geregelde inspuiting.De voeding vanaf het contactslot (15/54) is aangesloten op pen 23 van stekker A van M10 via zekering F16 in zekeringen- en relaiskast in de motorruimte B01.Het hoofdrelais R9 in B01 regelt het gehele systeem; de voeding wordt beschermd door zekering F18 in B01; het relais wordt bekrachtigd met een massasignaal vanaf pen 80 op stekker A van regeleenheid M10. Het hoofdrelais levert vervolgens de voedingsspanning:- aan pen 5, stekker A van de regeleenheid via zekering F17 in B01.- aan pen 4 en 6 van stekker A op de regeleenheid via zekering F22 in B01;- aan EGR-magneeklep L30, snelheidssensor K84, voorgloeiregeleenheid M15 (pen 3 van stekker A), lambdasonde K40 en aan pen 5 van stekker B op M10 via zekerking F11 in B01.Het brandstofpomprelais R10 in B01 wordt rechtstreeks door de accu gevoed via zekering F21 in B01.Het wordt bekrachtigd via een massasignaal vanaf pen 85, stekker A van regeleenheid M10 en levert de voedingsspanning aan elektrische brandstofpomp N40. De pomp is op massa aangesloten via de traagheidsschakelaar I50 die bij een ongeval het circuit onderbreekt, waardoor de brandstofpomp stopt en gevaarlijke lekkage van brandstof wordt voorkomen.Pen 1, 2 en 3, stekker A van M10 liggen aan massa.De regeleenheid M15, die de voorgloeibougies A40 regelt, wordt rechtstreeks vanaf de accu wordt gevoed via zwevende zekering B37 en via zekering F11 in zekeringen- en relaiskast B01 op pen 3 van stekker A.Regeleenheid M15 voedt de voorgloeibougies A40 via stekker C en wisselt bedienings- en regelsignalen uit met pen 74 en 70, stekker A van M10, die de inschakelduur regelt.De inspuitregeleenheid M10 ontvangt de signalen van de diverse sensoren, zodat alle parameters over de werking van de motor kunnen worden gecontroleerd.De toerentalsensor K46 levert via een wisselspanningssignaal op pen 43 en 59 van stekker B op regeleenheid M10 informatie over het motortoerental.De fasesensor K47 wordt gevoed vanaf pen 21 van stekker B op regeleenheid M10 en de massa ligt aan pen 56 van stekker B. De sensor levert een wisselspanningssignaal over de motorfase aan pen 25 van stekker B op de regeleenheid M10.De koelvloeistoftemperatuursensor K36 ontvangt een referentiemassasignaal van pen 29, stekker B van regeleenheid M10, en verstuurt een van de koelvloeistoftemperatuur afhankelijk signaal naar pen 54 van stekker B.Luchtkwantummeter K41 ontvangt de voeding vanaf contact (INT) via zekering F35 in zekeringen- en relaiskast B02; vanaf pen 27, stekker B van M10 wordt de referentiemassa ontvangen en aan pen 14, stekker B wordt een van de luchtopbrengst afhankelijk signaal gezonden.In K41 is ook een temperatuursensor aangebracht, die een temperatuursignaal zendt aan pen 10, stekker B van M10.Om het signaal van de lambdasonde K40 zo snel mogelijk te kunnen gebruiken, levert inspuitregeleenheid M10 een massasignaal vanaf pen 46 van stekker A aan het verwarmingselement in de sonde.Vanaf pen 47 van stekker A levert regeleenheid M10 een "stuw"-stroom aan lambdasonde K40, die wordt vergeleken met de "ijkstroom" die op pen 44 van pen A wordt ontvangen. De lambdasonde ontvangt de referentiemassa vanaf pen 12 van stekker A op M10 en levert een spanningssignaal in relatie tot het percentage zuurstof in het uitlaatgas aan pen 45 van stekker A op regeleenheid M10.Gaspedaalsensor K55 bestaat uit twee potentiometers (een hoofd- en een beveiligingssensor). De eerste krijgt de voeding en massa respectievelijk vanaf pen 35 en 83, stekker A van M10 en levert een signaal aan pen 65, stekker A. De tweede krijgt de voeding en massa respectievelijk vanaf pen 15 en 32, stekker A van M10 en levert een signaal aan pen 41, stekker A.De brandstoftemperatuursensor K100 meet de temperatuur van de toegevoerde brandstof. Via pen 13 van stekker A op M10 wordt de referentiemassa geleverd, terwijl op pen 61 het brandstoftemperatuursignaal binnenkomt.De turbodruksensor K82 meet de druk en de temperatuur in het spruitstukhuis achter de turbocompressor. Pen 24 van stekker B op M10 levert de voedingsspanning en via pen 23 van stekker B is de referentiemassa aangesloten. Het druksignaal komt binnen op pen 41 van stekker B op M10.De brandstofdruksensor K83 levert de inspuitregeleenheid informatie voor het regelen van de brandstofdruk en de inspuitduur. De voeding en de referentiemassa worden geleverd door pen 38 en 6 van stekker B op M10, terwijl het signaal wordt geleverd aan pen 8 van stekker B.De body computer M01 ontvangt de signalen van de snelheidssensor K84 op pen 17 van stekker C.Regeleenheid M10 ontvangt op pen 9, stekker B het massasignaal van de motoroliedruksensor K30.Op pen 92, stekker A van M10 wordt een plussignaal geleverd vanaf de remlichtschakelaar I30 (normaal geopend), die wordt gevoed vanaf het contactslot (INT) via zekering F37 in zekeringen- en relaiskast B02.Op pen 68, stekker A van M10 wordt een plussignaal geleverd vanaf de remlichtschakelaar I30 (normaal gesloten), die wordt gevoed vanaf het contactslot (INT) via zekering F35 in zekeringen- en relaiskast B02.Pen 93, stekker A van M10 ontvangt het massasignaal van koppelingspedaalschakelaar I31.De waterdetectiesensor in het brandstoffilter K31 wordt gevoed vanaf het contactslot (INT) via zekering F35 in B02 en zendt het signaal naar pen 90 van stekker A op M10.De brandstofdrukregelaar N87 heeft tot taak de brandstofdruk in de verdeelleiding continu aan te passen. De twee stuursignalen zijn afkomstig van pen 4 en 34, stekker B van regeleenheid M10.EGR-magneetklep L30 regelt de hoeveelheid uitlaatgas die wordt teruggevoerd; de klep wordt gevoed via zekering F11 in B01 en wordt bediend met een signaal vanaf pen 15, stekker B op M10.De inspuitventielen N70 zijn op de inspuitregeleenheid aangesloten (pen 47-16, 49-17, 48-31 en 46-1 resp. voor de cilinders 1, 2, 3 en 4).De inspuitregeleenheid M10 is via pen 58 en 59 van stekker A (CAN-verbinding) verbonden met body computer M01 en instrumentenpaneel E50.In instrumentenpaneel geeft het motortoerental en de signaleringen van M10 voor de volgende controle-/waarschuwingslampjes weer:- voorgloeibougies;- EOBD en storing inspuitsysteem;- te lage oliedruk;- maximum koelvloeistoftemperatuur;- brandstofreserve;- water in brandstoffilter.De gegevens van de zelfdiagnose kunnen worden uitgelezen via diagnosestekker B van Body Computer M01 - pen 7: op deze pen komen de signalen binnen van pen 88, stekker A van M10.
Code van component | Omschrijving | Verwijzing naar unit |
A040 | VOORGLOEIBOUGIES | |
B001 | ZEKERINGEN- EN RELAISKAST | |
B2 | ZEKERINGEN- EN RELAISKAST ONDER HET DASHBOARD | |
VedereB37FUSIBILE (MAXI FUSE) CANDELETTE | ||
C1 | MASSA-AANSLUITING ACCU | |
C10 | MASSA-AANSLUITING LINKSVOOR | |
C15 | MASSA OP DASHBOARD BESTUURDERSZIJDE | |
C030 | MASSA-AANSLUITING LINKSACHTER | |
C60 | MASSA INSPUITREGELEENHEID | |
D004 | STEKKER VOOR / MOTOR | |
D29 | STEKKER MOTORKABELS / MOTORVERBRUIKERS | |
E50 | INSTRUMENTENPANEEL | |
H001 | START-/CONTACTSLOT | |
I030 | REMPEDAALSCHAKELAAR | |
I031 | KOPPELINGSPEDAALSCHAKELAAR | |
I050 | TRAAGHEIDSSCHAKELAAR | |
K30 | SENSOR (ONDERBREKER) VOOR MOTOROLIEDRUK | |
K031 | WATERDETECTIESENSOR IN BRANDSTOFFILTER | |
K36 | KOELVLOEISTOFTEMPERATUURSENSOR/-ZENDER | |
K040 | LAMBDASONDE | |
K41 | LUCHTKWANTUMMETER | |
K46 | TOERENTALSENSOR | |
K47 | FASESENSOR | |
K055 | GASPEDAALSENSOR | |
K82 | TURBODRUKSENSOR | |
K83 | BRANDSTOFDRUKSENSOR | |
K84 | SNELHEIDSSENSOR | |
K100 | TEMPERATUURSENSOR EN BRANDSTOFVERWARMINGSWEERSTAND | |
L30 | EGR-MAGNEETKLEP | |
M001 | BODY COMPUTER | |
M010 | INSPUITREGELEENHEID | |
M015 | VOORGLOEIREGELEENHEID | |
VedereN040ELETTROPOMPA COMBUSTIBILE E MISURATORE DI LIVELLO | ||
N70 | ELEKTRO-INSPUITVENTIEL | |
N087 | BRANDSTOFDRUKREGELAAR OP VERDEELLEIDING |