Fiat IDEA 1.3 JTD 16v — MOTORMANAGEMENT DIESELMOTOREN — — ELEKTRISCH SCHEMA, OPSTELLING COMPONENTEN, BESCHRIJVING VAN DE WERKING — ELEKTRISCH SCHEMA, OPSTELLING COMPONENTEN, BESCHRIJVING VAN DE WERKING
BeschrijvingEen elektronisch systeem bewaakt en regelt alle parameters van de motor voor optimale prestaties en een laag verbruik door snel te reageren op de verschillende bedrijfsomstandigheden.De dieselmotor is uitgerust met 'COMMON RAIL' UNIJET-dieselinspuiting.Bij dit systeem wordt de inspuiting onder zeer hoge druk elektronisch geregeld. De verneveling van de brandstof geschiedt via een gestuurde inspuiting waarbij het inspuitventiel door een elektronische regeleenheid in plaats van door de inspuitpomp wordt geopend.De common rail inspuiting - in deze uitvoering met 4 kleppen per cilinder - maakt gebruik van de 'Multijet'-technologie: d.w.z. dat bij elke cyclus van de motor meer dan de twee gebruikelijke inspuitingen plaatsvinden: er vinden twee voor-inspuitingen plaats (voordat de zuiger BDP bereikt, een hoofd-inspuiting en twee na-inspuitingen.Door deze oplossing worden het brandstofverbruik, de uitstoot van schadelijke stoffen en de geluidsproductie lager en verbeteren de prestaties, dankzij een betere temperatuurregeling in de cilinder, waarbij de maximum waarde wordt verlaagd en de vlamfrontverspreiding optimaal wordt vergroot.Op basis van de signalen die van diverse sensoren afkomstig zijn, stuurt de regeleenheid de actuatoren aan voor het regelen van:het brandstofsysteem;de luchttoevoer;de voorgloeibougies;het gaspedaal;het motorkoelsysteem;de brandstofvoorverwarming.Dankzij bovenstaande elektronische regelingen voldoet deze motor aan de meest recente milieu-normen en de doorlopende controle door het EOBD (European On Board Diagnosis)Met het EOBD (European On Board Diagnosis) is een doorlopende diagnose mogelijk van de componenten van de auto die van invloed zijn op de emissie. Bovendien wordt door het branden van het bijbehorende lampje een defect in de componenten weergegeven.Het doel hiervan is:het rendement van het systeem onder controle te houden;een toename van de emissie te signaleren bij een storing in de auto;aan te geven wanneer beschadigde componenten moeten worden vervangen Voor meer informatie 2401248Schematische werking1060BRANDSTOFSYSTEEM MET DIESELINSPUITING . Het systeem wordt ook geregeld m.b.v. relais in de zekeringen- en relaiskast in de motorruimte; de voeding van de regeleenheid en de diverse componenten van het systeem (sensoren en actuatoren) wordt beschermd door zekeringen in de zekeringen- en relaiskast motorruimte.
Functiebeschrijving De inspuitregeleenheid M10 regelt en bewaakt de elektronisch geregelde inspuiting. De voeding vanaf het contactslot (15/54) is aangesloten op pen 23 van stekker A van M10 via zekering F16 in zekeringen- en relaiskast in de motorruimte B1 . Het inspuitrelais T9 in B1 bedient het hele systeem; de voeding wordt beschermd door zekering F18 in B1; het relais wordt bekrachtigd met een massasignaal vanaf pen 80 van stekker A op regeleenheid M10. Het hoofdrelais levert vervolgens de voedingsspanning:aan pen 5 van stekker A op de regeleenheid, via zekering F17 in B1 ;aan pen 4 en 6 van stekker A op de regeleenheid via zekering F22 in B1 ;aan luchtkwantummeter K41 , aan magneetklep L30 en aan regeleenheid M15 en aan pen 5, stekker B van M10 via zekering F11 in B1Het brandstofpomprelais T10 in B1 wordt gevoed via zekering F21 in B1 . Het wordt bekrachtigd via een massasignaal vanaf pen 75 op stekker A van regeleenheid M10 en levert de voedingsspanning aan de elektrische brandstofpomp N40 . De pomp is op massa aangesloten via de traagheidsschakelaar I50 die bij een ongeval het circuit onderbreekt, waardoor de brandstofpomp stopt en gevaarlijke lekkage van brandstof wordt voorkomen. Pen 1, 2 en 3, stekker A en pen 72, stekker B van M10 liggen aan massa. Het relais voor de brandstofvoorverwarming T19 in B1 wordt gevoed via zekering F20 in B1 . Het wordt bekrachtigd via een massasignaal vanaf pen 76 van stekker A op regeleenheid M10 en levert de voedingsspanning aan de brandstofvoorverwarming in K100 . De regeleenheid M15 regelt ook de voorgloeibougies A40 , die rechtstreeks vanaf de accu worden gevoed via zwevende zekering B37 . Deze wordt gevoed - stekker C - via zekering F11 in B1 . De bedienings- en regelsignalen worden uitgewisseld via pen 74 en 70, stekker A van M10 , die de inschakelduur regelt. Stekker B is verbonden met de voorgloeibougies A40 . De inspuitregeleenheid M10 ontvangt de signalen van de diverse sensoren, zodat alle parameters over de werking van de motor kunnen worden gecontroleerd. De toerentalsensor K46 levert via een wisselspanningssignaal op pen 43 en 59 van stekker B op regeleenheid M10 informatie over het motortoerental. De fasesensor K47 wordt gevoed vanaf pen 21 op stekker B van M10 . Via stekker pen 56 van stekker B op regeleenheid M10 wordt een massasignaal geleverd, terwijl op pen 25 van stekker B informatie over de motorfase wordt ontvangen. De koelvloeistoftemperatuursensor K36 ontvangt een referentiemassasignaal van pen 29, stekker B van regeleenheid M10 , en verstuurt een van de koelvloeistoftemperatuur afhankelijk signaal naar pen 54 van stekker B. De luchtkwantummeter K41 wordt gevoed via zekering F11 in B1 ; de referentiemassa komt van pen 27 van stekker B op M10 . Deze ontvangt de voedingsspanning van de regeleenheid (pen 14 van stekker B op M10 ) en zendt een van de luchthoeveelheid afhankelijk signaal naar pen 40 van stekker B. In K41 is ook de luchttemperatuursensor geplaatst die een luchttemperatuursignaal stuurt naar pen 10 van stekker B op M10 . Gaspedaalsensor K55 bestaat uit twee potentiometers (een hoofd- en een beveiligingssensor). De eerste krijgt de voeding en massa respectievelijk vanaf pen 35 en 83 van stekker A op M10 en levert een signaal aan pen 65 van dezelfde stekker. De tweede krijgt de voeding en massa respectievelijk vanaf pen 15 en 32 van stekker B op M010 en levert een signaal aan pen 41. De brandstoftemperatuursensor K100 meet de temperatuur van de toegevoerde brandstof. Via pen 13 van stekker A op M10 wordt de referentiemassa geleverd, terwijl op pen 6 het brandstoftemperatuursignaal binnenkomt. De turbodruksensor K82 meet de druk en de temperatuur in het spruitstukhuis achter de turbocompressor. Pen 24 van stekker B op M10 levert de voedingsspanning en via pen 23 van stekker B is de referentiemassa aangesloten. Het druksignaal komt binnen op pen 41 van stekker B op de regeleenheid. De brandstofdruksensor K83 levert de inspuitregeleenheid informatie voor het regelen van de brandstofdruk en de inspuitduur. Deze krijgt de voeding en massa respectievelijk vanaf pen 38 en 6 van stekker B op M10 ; en levert een drukafhankelijk signaal aan pen 8. Regeleenheid M10 ontvangt - pen 9, stekker B - het minsignaal van de motoroliedruksensor K30 . Op pen 92 van M10 wordt een plussignaal geleverd vanaf de remlichtschakelaar I30 (normaal geopend), die wordt gevoed vanaf het contactslot (INT) via zekering F37 in zekeringen- en relaiskast B2 . Op pen 68 van M10 wordt een plussignaal geleverd vanaf de remlichtschakelaar I30 (normaal gesloten), die wordt gevoed vanaf het contactslot (INT) via zekering F35 in zekeringen- en relaiskast B2 . Pen 93 van M10 ontvangt het signaal van de koppelingspedaalschakelaar I31 . De waterdetectiesensor in het brandstoffilter K31 ; wordt gevoed vanaf het contactslot (INT) via zekering F35 in B2 en zendt het signaal naar pen 90 van stekker A op M10 . De brandstofdrukregelaar N77 heeft tot taak de brandstofdruk in de verdeelleiding continu aan te passen. De twee stuursignalen zijn afkomstig van pen 4 en 34 van stekker B op regeleenheid M10. EGR-magneetklep L30 regelt de hoeveelheid uitlaatgas die wordt teruggevoerd; deze wordt gevoed via zekering F11 in B1 en bediend met een signaal van pen 15 van stekker B op M10 . De inspuitventielen N70 zijn op de inspuitregeleenheid aangesloten (pen 47-16, 49-17, 48-31 en 46-1 resp. voor de cilinders 1, 2, 3 en 4). De inspuitregeleenheid M10 - pen 18, 86, 40 en 64 - levert aan Body Computer M1 informatie over koelvloeistoftemperatuur, die wordt verzonden aan instrumentenpaneel E50, dat de meter en bijbehorend lampje bedient; toerental, dat wordt gezonden naar de toerenteller in het instrumentenpaneel E50; te lage motoroliedruk, dat wordt gezonden naar instrumentenpaneel E50 voor bediening van het bijbehorende lampje, voorgloei-installatie, dat wordt verzonden naar instrumentenpaneel E50 voor bediening van het bijbehorende lampje; water in brandstoffilter, dat wordt gezonden naar instrumentenpaneel E50 voor bediening van het bijbehorende lampje; Ontvangen wordt via het CAN het signaal van de snelheidsmeter, dat door de ABS-regeleenheid M50 wordt gegenereerd. Het zelfdiagnoseprogramma van regeleenheid M10 levert ook een minsignaal (vanaf pen 78, stekker A) direct aan het 'EOBD'-lampje in het instrumentenpaneel E50 . De 'check'-functie in instrumentenpaneel E50 controleert ook de werking van de traagheidsschakelaar, een eventuele storing van de koelvloeistoftemperatuursensor, de oliedruksensor en de waterdetectiesensor: als een storing wordt gesignaleerd, gaat het 'algemene waarschuwingslampje' branden en wordt tegelijkertijd de informatie op het display weergegeven. De gegevens van de zelfdiagnose kunnen worden uitgelezen via stekker C van Body Computer M1 - pen 7; deze ontvangt de signalen van pen 88, stekker A van regeleenheid M10 via de diagnose-verbinding. De gegevens van de zelfdiagnose kunnen worden uitgelezen via stekker C van Body Computer M1 - pen 7; deze ontvangt de signalen van pen 88, stekker A van regeleenheid M10 via de diagnose-verbinding.
ACCU EN KABELS
5530B10
0Uitbouwen201Inbouwen21Open de motorkap en koppelde accu los.1. Draai de moer los.2. Verplaats de borging.3. Verwijder de accu voorzichtig.2050795
5530B22
0Uitbouwen201Inbouwen212403164-5530B10ACCU - U.I.2403167-5530B52HOUDER/STEUN voor accu - U.I..Open de motorkap.1. Maak de stekker (1a) los van de minklem (1b) op de accu.2. Maak de stekker los van de carrosserie.3. Maak de stekker los van de versnellingsbak.4. Verwijder massakabel van de accu.2050796
5530B36
0Uitbouwen201Inbouwen21Zet de auto op een brug.Zet de auto omhoog.1. Draai de moer (1a) los en maak de stekkers (1b, 1c) los van destartmotor. 2050797
5530B52
0Uitbouwen201Inbouwen212403164-5530B10ACCU - U.I.1. Open de klemmen en maak de kabels los.2. Verwijder de steunplaat (2a) voor de accu los en maak daarbijde afvoerslang (2b) los van de opening (2c). 3. Draai de bouten los. 4. Verwijder de accuhouder. 2050799
5530B60
0Uitbouwen201Inbouwen21Open de motorkap.1. Draai de moer los.2. Verwijder de borgdop m.b.v. passend gereedschap.3. Verwijder de riem.2050800
0Uitbouwen201Inbouwen212403389-7040A37AFDEKKLEPJE zekeringenop dashboard - U.I.1. Maak de stekkers (1a, 1b, 1c, 1d, 1e, 1f) los.2. Draai de bevestigingsbout van de beugel los.3. Verplaats de beugel (3a) voor de dashboardbekleding iets en draaide bout (3b) los.4. Draai de overige bevestigingsbouten van de body computer/zekeringen-en relaiskast los.5. Verplaats de body computer/zekeringen- en relaiskast iets6. Maak de stekkers (6a, 6b, 6c) los.7. Verwijder de body computer/zekeringen- en relaiskast.2050752
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. 1. Maak de stekker los van de schakelaar voor het achteruitrijlicht.2. Draai de schakelaar los en verwijder de schakelaar voor het achteruitrijlicht.2050837
0Uitbouwen201Inbouwen21Zet de auto op een hefbrug.Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. Ga verder met het uitbouwen 2402701-1040A70ONDERGEDOMPELDE BRANDSTOFPOMPcompleet met tankvlotter - U.I. . Zuig m.b.v. geschikt gereedschap de brandstofuit de tank, waarbij de geldende veiligheidsnormen moeten wordenaangehouden.1. Maak de bescherming los en plaats deze opzij.2. Draai de stelmoer van de handremkabel iets los.2049677
0Uitbouwen201Inbouwen21Zet de auto op een hefbrug. Ga verder met het uitbouwen 2403030-4450B08ACHTERWIEL RECHTS -U.I. . Ga verder met het uitbouwen 2403503-7055B45WIELKUIPBESCHERMINGRECHTSACHTER - U.I. . 1. Draai de bevestigingsbout van de brandstofvulpijp op de carrosserielos.2. Maak de bevestigingsklem (2a) los en maak de brandstofvulpijp(2b) van de tank los.3. Maak de klem (3a) los en maak de retourleiding (3b) los.4. Verwijder de verbindingsmof tussen de brandstofvulpijp en debrandstoftank.2049687
1040A40
0Uitbouwen201Inbouwen211. Open het tankluikje.2. Maak de borgkabel van de tankdop los van de carrosserie3. Verwijder de tankdop.2049688
1040A70
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. 1. Til de achterbankzitting en de vloerbedekking op, zodat het dekselvan de brandstofpomp bereikbaar is.2. Draai de bevestigingsbouten (2a) los en verwijder het beschermdeksel(2b).3. Maak de stekker los van de brandstofpompunit en de tankvlotter.Verwijder de tankdop om de overdruk inhet systeem af te voeren.4. Maak de snelkoppeling in de brandstoftoevoerleiding los van debrandstofpompunit.2049691
1040A74
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. 1. Verplaats de vloerbedekking aan de bovenzijde nabij het dashboardaan de passagierszijde.2. Maak de stekker los van de traagheidsschakelaar.3. Draai de bevestigingsmoeren (3a) los en verwijder de traagheidsschakelaar(3b).2049694
Temperatuursensor en brandstofverwarmingsweerstand
0Uitbouwen201Inbouwen21Zet de auto op een hefbrug.Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. 1. Maak de stekker los van de oliedrukschakelaar.2. Draai de oliedrukschakelaar los en verwijder de schakelaar. 2049780
1084A16
0Uitbouwen201Inbouwen211. Verwijder de oliepeilstok.2. Draai de bout (2a) los, maak de kabelbundel los van de bijbehorendeklem en verwijder de oliepeilstokbuis (2b).2050191
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. 1. Maak de stekker los van de luchtkwantummeter.2. Maak de klem los en maak de luchttoevoerslang vanaf de turbocompressorlos van de luchtkwantummeter.3. Draai de bouten (3a) los en verwijder de luchtkwantummeter (3b).2050095
1060G14
0Uitbouwen201Inbouwen21Zet de auto op een hefbrug. Ga verder met het uitbouwen . 1. Maak de klem los en maak de onderste radiateurslang los van deradiateur.23Tap de koelvloeistof af ineen geschikte opvangbak.2050096
1060G16
1. Maak het luchtfilter (1a) los van de onderste pennen en vervolgensvan de achterste bevestiging en verwijder het luchtfilter compleetmet de luchtkwantummeter (1b).2050100
1060G20
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. 1. Maak de stekker van de toerental-/BDP-sensor los.2. Draai de bout (2a) los en verwijder de toerental-/B.D.P.-sensor(2b).2050102
1060G22
0Uitbouwen201Inbouwen21Zet de auto op een hefbrug.Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. 1. Maak de stekker los van de luchtkwantummeter.2. Maak de klem los en maak de luchttoevoerslang vanaf de turbocompressorlos van de luchtkwantummeter.2050104
1060G28
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. 1. Maak de stekker los van de luchtkwantummeter.2. Maak de klem los en maak de luchttoevoerslang vanaf de turbocompressorlos van de luchtkwantummeter.2050107
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. 1. Maak de stekker los van de luchtkwantummeter.2. Maak de klem los en maak de luchttoevoerslang vanaf de turbocompressorlos van de luchtkwantummeter.2050115
1060G90
0Uitbouwen201Inbouwen21Zet de auto op een hefbrug. Ga verder met het uitbouwen 2403164-5530B10ACCU - U.I. . Ga verder met het uitbouwen 2403167-5530B52HOUDER/STEUN voor accu- U.I.. . 1. Maak de stekker los van de luchtkwantummeter.2. Maak de klem los en maak de luchttoevoerslang vanaf de turbocompressorlos van de luchtkwantummeter.2050119
0Uitbouwen201Inbouwen21Zet de auto op een hefbrug. Ga verder met het uitbouwen 2403164-5530B10ACCU - U.I. . Ga verder met het uitbouwen 2403167-5530B52HOUDER/STEUN voor accu- U.I.. . 1. Maak de stekker los van de luchtkwantummeter.2. Maak de klem los en maak de luchttoevoerslang vanaf de turbocompressorlos van de luchtkwantummeter.2050168
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. Ga verder met het uitbouwen 2402823-1060G22FASESENSOR - U.I. . 1. Maak de stekkers los van de inspuitventielen.2. Draai de bouten (2a) los en plaats de kabelbundel (2b) opzij.2050069
1060F20
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. 1. Maak de stekker los van de luchtkwantummeter.2. Maak de klem los en maak de luchttoevoerslang vanaf de turbocompressorlos van de luchtkwantummeter.2050074
1060F30
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. 1. Maak de stekker los van de luchtkwantummeter.2. Maak de klem los en maak de luchttoevoerslang vanaf de turbocompressorlos van de luchtkwantummeter.2050078
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. 1. Maak de stekker los van de luchtkwantummeter.2. Maak de klem los en maak de luchttoevoerslang vanaf de turbocompressorlos van de luchtkwantummeter.2050087
1060F52
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. 1. Maak de stekker los van de luchtkwantummeter.2. Maak de klem los en maak de luchttoevoerslang vanaf de turbocompressorlos van de luchtkwantummeter.2050092
HOGEDRUKDIESELPOMP EN TOEBEHOREN
1060E10
0Uitbouwen201Inbouwen21 Ga verder met het uitbouwen 2403164-5530B10ACCU - U.I. . Ga verder met het uitbouwen 2403167-5530B52HOUDER/STEUN voor accu- U.I.. . Ga verder met het uitbouwen 2402948-3330D30ONDERDRUKPOMP - U.I. . 1. Maak de snelkoppeling van de brandstoftoevoerleiding tussen brandstoffilteren hogedrukpomp los van de hogedrukpomp.2. Draai de wartels (2a) los en verwijder de leiding (2b) tussende hogedrukpomp en de brandstofverdeelleiding.23Gebruik bij de montage eennieuwe leiding tussen hogedrukpomp en brandstofverdeelleiding. 3. Maak de klem los en maak de brandstofretourleiding van de hogedrukpomplos van de hogedrukpomp.2050061
1060E50
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. 1. Maak de stekker los van de luchtkwantummeter.2. Maak de klem los en maak de luchttoevoerslang vanaf de turbocompressorlos van de luchtkwantummeter.2050065
We use cookies on our website to give you the most relevant experience by remembering your preferences and repeat visits. By clicking “Accept All”, you consent to the use of ALL the cookies. However, you may visit "Cookie Settings" to provide a controlled consent.
This website uses cookies to improve your experience while you navigate through the website. Out of these, the cookies that are categorized as necessary are stored on your browser as they are essential for the working of basic functionalities of the website. We also use third-party cookies that help us analyze and understand how you use this website. These cookies will be stored in your browser only with your consent. You also have the option to opt-out of these cookies. But opting out of some of these cookies may affect your browsing experience.
Necessary cookies are absolutely essential for the website to function properly. This category only includes cookies that ensures basic functionalities and security features of the website. These cookies do not store any personal information.
Any cookies that may not be particularly necessary for the website to function and is used specifically to collect user personal data via analytics, ads, other embedded contents are termed as non-necessary cookies. It is mandatory to procure user consent prior to running these cookies on your website.