AUTOMOTIVE ELECTRICIANS PORTAL

Fiat DOBLO 1.9 JTD 8V Da 10/2000 – MOTORMANAGEMENT DIESELMOTOREN – – MY 2005 – ELEKTRISCH SCHEMA, OPSTELLING COMPONENTEN, BESCHRIJVING VAN DE WERKING – ELEKTRISCH SCHEMA, OPSTELLING COMPONENTEN, BESCHRIJVING VAN DE WERKING

Fiat DOBLO 1.9 JTD 8V  Da 10/2000 – MOTORMANAGEMENT DIESELMOTOREN –  – MY 2005 – ELEKTRISCH SCHEMA, OPSTELLING COMPONENTEN, BESCHRIJVING VAN DE WERKING – ELEKTRISCH SCHEMA, OPSTELLING COMPONENTEN, BESCHRIJVING VAN DE WERKING https://portal-diagnostov.com/license.html
https://portal-diagnostov.com/license.html Automotive Electricians Portal FZCO Automotive Electricians Portal FZCO
Download PDF file

MOTORMANAGEMENT DIESELMOTOREN - ELEKTRISCH SCHEMA Fiat DOBLO 1.9 JTD 8V  Da 10/2000 https://portal-diagnostov.com/license.html
https://portal-diagnostov.com/license.html Automotive Electricians Portal FZCO Automotive Electricians Portal FZCO
Získajte prístup ku všetkým schémam zapojenia automobiluDownload PDF file


MOTORMANAGEMENT DIESELMOTOREN - ELEKTRISCH SCHEMA Fiat DOBLO 1.9 JTD 8V  Da 10/2000 https://portal-diagnostov.com/license.html
https://portal-diagnostov.com/license.html Automotive Electricians Portal FZCO Automotive Electricians Portal FZCO
Získajte prístup ku všetkým schémam zapojenia automobiluDownload PDF file


MOTORMANAGEMENT DIESELMOTOREN - ELEKTRISCH SCHEMA Fiat DOBLO 1.9 JTD 8V  Da 10/2000 https://portal-diagnostov.com/license.html
https://portal-diagnostov.com/license.html Automotive Electricians Portal FZCO Automotive Electricians Portal FZCO
Získajte prístup ku všetkým schémam zapojenia automobiluDownload PDF file

Een elektronisch systeem bewaakt en regelt alle parameters van de motor voor optimale prestaties en een laag verbruik door snel te reageren op de verschillende bedrijfsomstandigheden.De common rail inspuiting maakt - in deze uitvoering - gebruik van de "MULTIJET"-technologie: d.w.z. dat bij elke cyclus van de motor meer dan de twee gebruikelijke inspuitingen plaatsvinden: er vinden twee voor-inspuitingen plaats (voordat de zuiger BDP bereikt), een hoofd-inspuiting en twee na-inspuitingen.Door deze oplossing worden het brandstofverbruik, de uitstoot van schadelijke stoffen en de geluidsproductie lager en verbeteren de prestaties, dankzij een betere temperatuurregeling in de cilinder, waarbij de maximum waarde wordt verlaagd en de vlamfrontverspreiding optimaal wordt vergroot.De verbrandingskamer is verbeterd om het thermodynamische rendement te verhogen, waarbij de compressieverhouding is verlaagd naar 18:1. De turbodrukvulling wordt verzorgd door een turbocompressor zonder verstelbare schoepen, die voorzien is van een waste-gateklep.Door de toevoeging van een elektrisch bediende EGR-klep, die rechtstreeks door de inspuitregeleenheid wordt geregeld, het gebruik van een uitlaatgaskoeler voor de uitlaatgasrecirculatie en een Close Coupled katalysator wordt voldaan aan de nieuwe EURO 4 milieu-normen.Op basis van de signalen die van diverse sensoren afkomstig zijn, stuurt de regeleenheid de actuatoren aan voor het regelen van:- brandstofsysteem;- luchtinlaatsysteem;- voorgloeibougies;- gaspedaal;- motorkoelsysteem;- regeling verbranding.Deze uitvoering beschikt over een lineaire lambdasonde in de voorste uitlaatpijp (achter de turbocompressor) die de regeleenheid van informatie voorziet, over het verloop van de verbranding. De sonde wordt gebruikt om de meting van de luchtkwantummeter te vergelijken met de kenvelden in de regeleenheid en zonodig de brandstofinspuiting te corrigeren, zodat de emissie binnen de limieten blijft.Dankzij bovenstaande elektronische regelingen voldoet deze motor aan de meest recente milieu-normen en de eisen voor permanente controle van het EOBD (European On Board Diagnosis); met dit systeem is een doorlopende diagnose, van de componenten van de auto die van invloed zijn op de emissie, mogelijk en wordt door het branden van het bijbehorende lampje een defect in de componenten weergegeven.Het doel van dit systeem is:- het rendement van het systeem onder controle te houden;- waarschuwen voor een toename in de emissie bij een storing in de auto;- aan te geven wanneer beschadigde componenten moeten worden vervangen.Voor meer informatie,Het systeem wordt ook geregeld m.b.v. relais in de zekeringen- en relaiskast in de motorruimte. De voeding van de regeleenheid en de diverse componenten van het systeem (sensoren en actuatoren) worden beschermd door zekeringen in de zekeringen- en relaiskast in de motorruimte.
De inspuitregeleenheid M10 regelt en controleert alle functies van de ontsteking en de inspuiting.Pen 28 van stekker A ontvangt de voeding vanaf het contactslot (15/54) via zekering F16 in B01.Het hoofdrelais van de inspuiting R9 in B01 regelt het gehele systeem: het relais wordt bekrachtigd met een massasignaal vanaf pen 72, stekker A van regeleenheid M10 en levert vervolgens de voeding:- aan pen 1, stekker A van de regeleenheid via zekering F17 in B01.- aan pen 5, stekker A van de regeleenheid via zekering F22 in B01.- aan voorgloeiregeleenheid M15 (pen 3, stekker A), de lambdasonde K040, de magneetkleppen L030 en L036 en L62 en aan snelheidsensor K84 via zekering F11 van B01.Pen 2, 4 en 6 van stekker A op M10 liggen aan massa.Het brandstofpomprelais R10 in B01 wordt gevoed via zekering F21 in B01.Het wordt bekrachtigd via een massasignaal vanaf pen 20, stekker A van regeleenheid M10 en levert de voedingsspanning aan elektrische brandstofpomp N40. De pomp is op massa aangesloten via de traagheidsschakelaar I50 die bij een ongeval het circuit onderbreekt, waardoor de brandstofpomp stopt en gevaarlijke lekkage van brandstof wordt voorkomen.De regeleenheid M15 die de voorgloeibougies A40 regelt, wordt rechtstreeks vanaf de accu gevoed op pen 1 van stekker B via hoofdzekering B37.Deze wordt gevoed op pen 3 van stekker A via zekering F11 in B001. De bedienings- en regelsignalen worden uitgewisseld via pen 52 en 93, stekker A van M010, die de inschakelduur regelt; stekker C is verbonden met de voorgloeibougies A040.De inspuitregeleenheid M10 ontvangt de signalen van de diverse sensoren, zodat alle parameters over de werking van de motor kunnen worden gecontroleerd.De toerentalsensor K46 levert via een wisselspanningssignaal op pen 12 en 27, stekker B van M010 informatie over het motortoerental.Fasesensor K47 wordt gevoed vanaf pen 11, stekker B van M10. Deze ontvangt een referentiemassa van pen 20, stekker B van regeleenheid M10 en zendt een wisselspanningssignaal over de motorfase aan pen 50, stekker B van deze regeleenheid.De koelvloeistoftemperatuursensor K36 ontvangt een referentiemassa vanaf pen 41, stekker B van regeleenheid M10 en levert een van de koelvloeistoftemperatuur afhankelijk signaal aan pen 58, stekker B van de regeleenheid.Regeleenheid M10 ontvangt - op pen 56, stekker B - het signaal van de motoroliedruksensor K30.Luchtkwantummeter K41 ontvangt de voeding vanaf contact (INT) via zekering F35 in zekeringen- en relaiskast B02; vanaf pen 44, stekker B van M10 wordt de referentiemassa ontvangen en aan pen 42, stekker B wordt een van de luchtopbrengst afhankelijk signaal gezonden.In K41 is ook een temperatuursensor aangebracht, die een temperatuursignaal zendt aan pen 37, stekker B van M10.Het gaspedaal K55 is voorzien van twee potentiometers: een hoofd- en een beveiligingspotentiometer.De eerste krijgt de voeding en massa respectievelijk vanaf pen 30 en 45 van stekker A op M10 en levert een signaal aan pen 9 van dezelfde stekker.De tweede krijgt de voeding en massa respectievelijk vanaf pen 46 en 8, stekker A op M10 en levert een signaal aan pen 31, stekker A.De magneetklep op het gasklephuis L62 sluit de smoorklep gedeeltelijk of geheel, bijvoorbeeld als de motor wordt uitgezet; de actuator wordt gevoed via zekering F11 in B01 en wordt bediend met een signaal vanaf pen 59, stekker B op M10.De Waste-gate-magneetklep L37 regelt de werking van de turbo afhankelijk van de motorbelasting: deze wordt gevoed via zekering F11 in B01 en bediend met een signaal van pen 15 van stekker B op M10.De brandstoftemperatuursensor - in brandstoffilter K100, - meet de temperatuur van de toegevoerde brandstof. Via pen 10 van stekker A op M10 wordt de referentiemassa geleverd, terwijl op pen 11 het brandstoftemperatuursignaal binnenkomt.De waterdetectiesensor in het brandstoffilter K101 wordt gevoed vanaf het contact (INT) via zekering F35 in zekeringen- en relaiskast B02; de sensor zendt aan pen 74 van stekker A een signaal als er water in het brandstoffilter wordt gesignaleerd.De turbodruksensor K44 meet de druk en de temperatuur in het spruitstukhuis achter de turbocompressor. Pen 13 van stekker B op M10 levert de voedingsspanning en via pen 23 van stekker B is de referentiemassa aangesloten.Het druksignaal wordt verzonden naar pen 40, stekker B van de regeleenheid. In K44 bevindt zich ook een luchttemperatuursensor, die een signaal zendt aan pen 53, stekker B van M10.De brandstofdruksensor K83 levert aan de inspuitregeleenheid een feedbacksignaal voor het regelen van de brandstofdruk en de inspuitduur. De sensor ontvangt de voeding en een referentiemassa op resp. pen 28 en 8, stekker B van M10; het druksignaal wordt verzonden naar pen 43, stekker B van M10.De brandstofdrukregelaar N77 heeft tot taak de brandstofdruk in de verdeelleiding continu aan te passen. De twee stuursignalen zijn afkomstig van pen 19 (plus) en 49 (min), stekker B van regeleenheid M10.De brandstofdrukregelaar in de verdeelleiding N87 ontvangt twee bedieningssignalen van pen 4 (plus) en 34 (min), stekker B van regeleenheid M10.EGR-magneetklep L30 regelt de hoeveelheid uitlaatgas die wordt teruggevoerd; de klep wordt gevoed via zekering F11 in B01 en wordt bediend met een signaal vanaf pen 60, stekker B van M10.Om het signaal van de lambdasonde K40 zo snel mogelijk te kunnen gebruiken, levert inspuitregeleenheid M10 een massasignaal vanaf pen 46 van stekker A aan het verwarmingselement in de sonde. Vanaf pen 65 van stekker A levert regeleenheid M10 een "stuw"-stroom aan lambdasonde K40, die wordt vergeleken met de "ijkstroom" die op pen 87 van pen A wordt ontvangen. De lambdasonde ontvangt de referentiemassa vanaf pen 86 van stekker A op M10 en levert een spanningssignaal in relatie tot het percentage zuurstof in het uitlaatgas aan pen 64 van stekker A op regeleenheid M10.De inspuitregeleenheid M10 opent de afzonderlijke inspuitventielen N70 met signalen vanaf pen 16-47 (cil.1), 2-31 (cil.2), 1-46 (cil.3) en 17-33 (cil.4), stekker B.Regeleenheid M10 ontvangt het "normaal gesloten"-signaal op pen 17 van stekker A en het "normaal open"-signaal van de schakelaar op rempedaal I30, die ook gevoed wordt vanaf contact (INT) via zekering F35 in zekeringen- en relaiskast.Pen 79, stekker A van M10 ontvangt een massasignaal van koppelingspedaalschakelaar I31.Regeleenheid M10 is via het C-CAN - pen 83, 84 van stekker A - met Body Computer M01 - pen 32 en 33, van stekker C -: via dit netwerk wordt informatie verzonden over:- koelvloeistoftemperatuur, dat naar instrumentenpaneel E50 wordt verzonden om de meter en het bijbehorende lampje te bedienen;- toerental, dat wordt verzonden naar het instrumentenpaneel E50;- lage motoroliedruk, die wordt verzonden naar instrumentenpaneel E50 om het bijbehorende lampje te bedienen;- voorgloeien, die wordt verzonden naar instrumentenpaneel E50 om het bijbehorende lampje te bedienen;- water in brandstoffilter, dat wordt verzonden naar instrumentenpaneel E50 om het bijbehorende lampje te bedienen.De body computer M01 ontvangt de signalen van de snelheidssensor K84 op pen 15 en 17 van stekker C.Het zelfdiagnoseprogramma van regeleenheid M10 levert ook een signaal - vanaf pen 71, stekker A - direct aan het "EOBD"-lampje in het instrumentenpaneel E50.De gegevens van de zelfdiagnose kunnen worden uitgelezen via diagnosestekker B van M01 - pen 7: op deze komen de signalen van pen 25, stekker A van regeleenheid M10 via de diagnoseverbinding K aan.

MOTORMANAGEMENT DIESELMOTOREN - OPSTELLING VAN COMPONENTEN Fiat DOBLO 1.9 JTD 8V  Da 10/2000 https://portal-diagnostov.com/license.html
https://portal-diagnostov.com/license.html Automotive Electricians Portal FZCO Automotive Electricians Portal FZCO
Získajte prístup ku všetkým schémam zapojenia automobiluDownload PDF file