Fiat ULYSSE 2.0 16v fino a 04/03 – VOEDING – – ELEKTRISCH SCHEMA, OPSTELLING COMPONENTEN, BESCHRIJVING VAN DE WERKING – ELEKTRISCH SCHEMA, OPSTELLING COMPONENTEN, BESCHRIJVING VAN DE WERKING

Elektrisch schema - VOEDING - Fiat ULYSSE 2.0 16v fino a 04/03

VOEDING ELEKTRISCH SCHEMA Fiat ULYSSE 2.0 16v fino a 04/03

Componenten - VOEDING - Fiat ULYSSE 2.0 16v fino a 04/03

Code van component	Omschrijving	Verwijzing naar unit
A001	Accu	5530B
B001	Zekeringen- en relaiskast in motorruimte	5505A
B005	Hoofdzekeringenhouder MAXI FUSE	-
B098	Extra-zekeringenhouder	-
C001	Massa-aansluiting accu	-
H001	Start-/contactslot	5520A
M001	Body computer	5505A

Opstelling Componenten - VOEDING - Fiat ULYSSE 2.0 16v fino a 04/03

VOEDING OPSTELLING COMPONENTEN Fiat ULYSSE 2.0 16v fino a 04/03

Tüm kablolama şemalarına erişin araba

Componenten - VOEDING - Fiat ULYSSE 2.0 16v fino a 04/03

Code van component	Omschrijving	Verwijzing naar unit
A001	Accu	5530B
B001	Zekeringen- en relaiskast in motorruimte	5505A
B005	Hoofdzekeringenhouder MAXI FUSE	-
B098	Extra-zekeringenhouder	-
C001	Massa-aansluiting accu	-
H001	Start-/contactslot	5520A
M001	Body computer	5505A

Beschrijving - VOEDING - Fiat ULYSSE 2.0 16v fino a 04/03

De elektrische installatie is ontworpen en geconstrueerd voor een hoge mate van veiligheid om het risico op brand of andere gevolgen van elektrische storingen te voorkomen. Bovendien worden storingen in verbindingen beperkt door de toepassing van stekkerverbindingen van de laatste generatie.Het vermogen wordt verdeeld via zekeringen- en relaiskasten en/of zekeringenhouders, die met de regelsystemen zijn verbonden (relais of statische actuatoren), zodat de maximale beschermingsgraad ontstaan bij een zo simpel mogelijk bedrading.De belangrijkste oplossingen voor de veiligheid zijn:direct achter de accu geplaatste MAXI-FUSE hoofdzekeringen die de voeding van de elektrische installatie bij kortsluiting direct onderbreken (zie de details hierna);de opstelling van de gehele installatie is ontworpen om het risico op beschadiging door een storing of een ongeval te beperken.de ligging van de kabels is optimaal, zodat een foutieve ligging en geluiden door trillingen worden voorkomen;alle kabels zijn zeer goed beschermd tegen doorschurende kabels in de motorruimte zijn van een speciaal hittebestendig type en bovendien beschermd door hoezen of slangen.de kabels in het interieur worden beschermd door geribbelde buizen en zijn omwikkeld met vilttape om geluiden te voorkomende belangrijkste stekkerpennen in de stekkers zijn voorzien van een speciaal borgmechanisme (secondary lock) en een borging (lever lock), die voorkomt dat de pennen worden vervormd.Alle elektrische systemen worden vanaf de accu van een 12V-voedingsspanning voorzien.De accu wordt op zijn beurt opgeladen, tijdens het draaien van de motor, door de dynamoEnkele voedingscircuits worden beschermd door "MAXIFUSE"-zekeringen in een zekeringenhouder nabij de accu. Deze zekeringenhouder wordt direct vanaf de accu gevoed.Andere zekeringen zijn ondergebracht in een extra zekeringenhouder naast de MAXIFUSE-zekeringenhouder.De overige zekeringen (MAXI en "normale") en de diverse bedieningsrelais zijn in de zekeringen- en relaiskast in de motorruimte en in de body computer geplaatst.Sommige circuits worden permanent gevoed, ook bij stilstaande auto en uitgenomen contactsleutel. Deze circuits zijn direct met de accu verbonden.Andere circuits worden gevoed als het start-/contactslot in een bepaalde stand staat:als het start-/contactslot in de eerste stand wordt gezet (stand M), dan wordt een groot aantal circuits van voedingsspanning voorzien. Deze circuits hebben voeding "via het contactslot".in de tweede stand - stand D - wordt de startmotor van voedingsspanning voorzien.767de voedingskabels naar de verbruikers zijn afgebeeld in de elektrische schema''s van de verschillende functies en systemen.In dit algemene schema zijn alle voedingskabels opgenomen afkomstig van de accu en de hoofdzekeringenhouder, onder verwijzing naar de betreffende schema''s voor een uitgebreidere behandeling.

Beschrijving van de werking - VOEDING - Fiat ULYSSE 2.0 16v fino a 04/03

Alle elektrische systemen worden vanaf de accu A001 van voedingsspanning voorzien.De voeding van de verschillende systemen wordt geregeld via zekeringen- en relaiskast in de motorruimte B001 en knooppunt body computer M001.In knooppunt body computer M001 zijn enkele MAXIFUSE-zekeringen geplaatst:MF04 en MF05 voor voeding van zekeringen en relaiskast in de motorruimte B001, op pen 1 en 2 van stekker E;MF07 voor voeding van het start-/contactslot H001;MF01 en MF06 voor voeding van de ventilateurs van het motorkoelsysteem;MF02 en MF03 voor voeding van de ABS/ESP-regeleenheid;MF08 voor voeding van de klimaatregeleenheid.Enkele voedingscircuits van optionals worden beschermd door "MAXIFUSE"-zekeringen in een zekeringenhouder B005 nabij de accu. Deze zekeringenhouder wordt direct vanaf de accu gevoed:MF1 en MF2 voor voeding van het knooppunt schuifdeur M171.MF3 voor voeding van de regeleenheid extra verwarming.Er zijn andere zekeringen in een extra zekeringenhouder B098 geplaatst:F32 en F33 voor voeding van de circuits voor de stoelverstellingen.F34 en F35 voor voeding van de circuits voor de opendakbedieningen;F36 en F37 voor voeding van de circuits voor de stoelverwarmingen;F39 en F40 voor voeding van de circuits voor de 12V-stekkerdozen;F38 voor voeding van het circuit voor de "kinderveiligheidssloten".Het start-/contactslot H001 wordt rechtstreeks door de accu gevoed op pen 1 van stekker A via MAXIFUSE MF07 in body computer M001.De voeding via het contactslot (sleutel op stand M) wordt geleverd:aan pen 1 en 2 van stekker B; aan de zekeringenkast motorruimte B001 op pen 1 en 2 van stekker C;vanaf pen 2 stekker A aan knooppunt body computer M001, pen 9 van stekker C;vanaf dezelfde pen 2 van stekker A ook aan rempedaalschakelaar I030.Vanaf pen 3 van stekker A op H001 (sleutel in stand D) wordt de startmotor A020 gevoed.Zekeringen- en relaiskast in de motorruimte B001 en knooppunt body computer M001 bevatten zekeringen en relais voor de bescherming van de voeding voor de systemen die met deze componenten zijn verbonden.