BeschrijvingDe meters en controle-/waarschuwingslampjes die samen de boordinstrumenten vormen, zijn bijeengebracht in een instrument, dat bevat:elektronische snelheidsmeterelektronische toerentellerkoelvloeistoftemperatuurmeter en waarschuwingslampje te hoge temperatuurbrandstofmeter, waarschuwingslampje brandstofreservecontrole-/waarschuwingslampjes.LCD-display voor kilometerteller, stand van koplampverstelling, enz.LCD-display voor klok, datum, tripcomputer, weergave van storingen enz.Het instrumentenpaneel is een knooppunt in het CAN-netwerk waarlangs informatie wordt uitgewisseld met de Body Computer en de andere regeleenheden.Snelheidsmeter: de functie geeft de snelheid van de auto op het instrumentenpaneel weer: deze informatie wordt geleverd door de ABS-regeleenheid via de Body Computer.Toerental: de functie geeft het toerental van de motor op het instrumentenpaneel weer m.b.v. de boodschap via het CAN-netwerk van de inspuitregeleenheidKilometerteller: de functie geeft de kilometertotaal- en de dagtellerstand aan en slaat deze standen op: de afstandsinformatie wordt m.b.v. een teller door de Body Computer bewerkt; met de druktoets op het schakelaarpaneel naast het stuurwiel kan de dagteller op nul worden gezet.Brandstofniveau: de Body Computer ontvangt het signaal van de in de brandstofpompunit geintegreerde sensor en filtert/dempt het signaal naar de meter in het instrumentenpaneel en regelt bovendien het branden van het 'brandstofreservelampje'.Koelvloeistoftemperatuur: de functie geeft de koelvloeistoftemperatuur met de temperatuurmeter op het instrumentenpaneel weer en regelt het branden van het lampje 'te hoge koelvloeistoftemperatuur' m.b.v. de boodschappen via het CAN-netwerk van de inspuitregeleenheid.Minimum motoroliedruk: de functie laat het lampje 'te lage motoroliedruk' branden m.b.v. de boodschappen via het CAN-netwerk van de inspuitregeleenheid.Motorolietemperatuur: de functie geeft de motorolietemperatuur op het display weer. De temperatuur wordt rechtstreeks door een sensor aan het instrument geleverd en tevens wordt ook de waarschuwing voor te hoge temperatuur op het display weergegeven.Remblokslijtage: de functie laat het speciale lampje branden: de Body Computer bepaalt de slijtage van de remblokken tijdens het remmen (rempedaalsignaal) en over een langere tijd (hierdoor worden schommelingen gedempt).Stand traagheidsschakelaar: het instrumentenpaneel ontvangt een signaal van de schakelaar, laat het lampje branden en geeft de inschakeling door aan de andere knooppunten van het CAN-netwerk.Bestuurdersgordel niet omgelegd: het instrumentenpaneel ontvangt een signaal van de schakelaar niet omgelegde veiligheidsgordel en laat het lampje brandenAangetrokken handrem: het handremcontrolelampje wordt door de bijbehorende schakelaar bediend; als dit signaal boven een bepaalde snelheidsdrempel wordt gesignaleerd, dan klinkt bovendien een geluidssignaal: het signaal bereikt via het CAN de Body Computer.Te laag remvloeistofniveau: de functie laat het lampje 'te laag remvloeistofniveau' op het instrumentenpaneel branden: het signaal bereikt via het CAN de Body Computer.Andere lampjes, ten slotte, bevinden zich in het instrumentenpaneel, maar worden direct door een andere regeleenheid bediend:waarschuwingslampje storing in airbag;waarschuwingslampje uitgeschakelde passagiersairbag;inspuitwaarschuwingslampje (EOBD) Op het actieve matrix LCD-display worden enige commando's en boodschappen weergegeven van de radio, de telefoon 3027304ZieE3570GEINTEGREERDE AUTOTELEFOON of het navigatiesysteem 3027333ZieE4091CONNECT afkomstig van het geintegreerde radio/telefoon/navigatiesysteem. Voor meer informatie 3026429Schematische werking5560INSTRUMENTEN . In het schema wordt de werking van de lampjes aangegeven, die niet in andere functies worden toegepast; de overige lampjes worden beschreven in de schema's van de bijbehorende componenten:buitenverlichting, defect (check)3027081ZieE2010BUITEN- / KENTEKENVERLICHTINGgrootlicht3027097ZieE2012GROOTLICHTrichtingaanwijzers3027113ZieE2020RICHTINGAANWIJZERS / ALARMKNIPPERLICHTENgeopende portieren3027146ZieE2510PLAFONDLAMPJESlaadstroomcontrole3027338ZieE5010START- EN LAADSYSTEEMstoring in inspuiting/EOBD3027382ZieE5030MOTORMANAGEMENT BENZINEMOTORENte lage oliedruk3027382ZieE5030MOTORMANAGEMENT BENZINEMOTORENte hoge motortemperatuur3027382ZieE5030MOTORMANAGEMENT BENZINEMOTORENCruise-control3027406ZieE5060CRUISE CONTROLCODE3027472ZieE7010CODEstoring ABS - EBD3027484ZieE7020ABSinschakeling/storing VDC3027508ZieE7022VDCstoring airbag3027532ZieE7030AIRBAGuitschakeling passagiersairbag3027532ZieE7030AIRBAGdisplay ingeschakelde versnelling3027544ZieE7051AUTOMATISCH BEDIENDE BAKstoring versnellingsbak3027544ZieE7051AUTOMATISCH BEDIENDE BAK
Functiebeschrijving Via pen 1 van stekker C krijgt het instrumentenpaneel E50 de voedingsspanning vanaf het contactslot (INT) via zekering F37 in de zekeringen- en relaiskast onder het dashboard B2 ; de directe voeding bereikt pen 2, stekker A via zekering F53 in zekeringen- en relaiskast onder het dashboard B2 ; pen 7 van stekker A ligt aan massa (door Body Computer M1 geregelde massa). Het instrumentenpaneel E50 is vanaf pen 3 en 4, stekker A met Body Computer M1 verbonden en via deze met het CAN: via het CAN wordt het signaal voor de elektronische snelheidsmeter ontvangen (dat door de ABS-regeleenheid M50 wordt geleverd): dit signaal wordt herhaald via pen 37 van M50 naar pen 17, stekker A van Body Computer M1 . De elektronische toerenteller ontvangt het stuursignaal via het CAN van de inspuitregeleenheid M10 . De brandstofmeter wordt aangestuurd met de signalen van de brandstofniveausensor in de brandstofpompunit N40 - op pen 4 en 15 van de Body Computer M1 en via deze en het CAN naar het instrumentenpaneel E50 . Het waarschuwingslampje voor niet omgelegde veiligheidsgordel krijgt het signaal via pen 15 van stekker A op E50 vanaf de bijbehorende schakelaar I45 . Het waarschuwingslampje van de traagheidsschakelaar wordt geregeld afhankelijk van het signaal op pen 12, stekker A van E50 vanaf de bijbehorende schakelaar I50 (normaal geopend: met het normaal gesloten contact wordt de werking van de brandstofpomp onderbroken ZieE5030 MOTORMANAGEMENT BENZINEMOTOREN . De olietemperatuursensor K29 is verbonden met instrumentenpaneel E50 - pen 17, stekker B. Het waarschuwingslampje voor versleten remblokken krijgt het signaal via pen 23 van stekker A op Body Computer M1 vanaf de bijbehorende sensoren bij het linker wiel K20 en rechter wiel K21. Het waarschuwingslampje voor te laag remvloeistofniveau/aangetrokken handrem krijgt het signaal van de handremschakelaar I40 via pen 14 van stekker E op Body Computer M1 , of het signaal van de remvloeistofniveausensor K25 , via pen 18, stekker A op M1 . Al deze signalen worden via het CAN aan het instrumentenpaneel E50 geleverd.
0Uitbouwen201Inbouwen213029702-7040A37AFDEKKLEPJE zekeringenop dashboard - U.I.1. Maak de stekkers (1a, 1b, 1c, 1d, 1e, 1f) aan de voorzijde los.2. Draai de bevestigingsbouten van de regeleenheid los.3. Draai de aangegeven bevestigingsbouten van de dashboardbekledinglos.2004865
0Uitbouwen201Inbouwen211. Controleer of de contactsleutel in stand 'STOP' staat en maakde minklem (-) los van de accu. 2. Open het deksel van de 'maxi-fuse'-houder.3. Draai de bevestigingsbouten van de 'maxi-fuse'-houder aan deaccu los.4. Draai de bevestigingsbout op de plusklem (+) van de accu ietslos.5. Maak de 'maxi-fuse'-houder los van de accu en verplaats de houderopzij.2004975
5530B14
Houd de volgende voorzorgsmaatregelenaan.769768768
5530B18
Houd de volgende voorzorgsmaatregelenaan.769Met de accu met de optische zuurweger kaneen globale indicatie van het elektrolytniveau en de ladingstoestandworden gecontroleerd, afhankelijk van de kleur van de zuurweger: een lichte en heldere kleur geeft een telaag elektrolytniveau aan: vul bij met gedistilleerd water;een donkere kleur zonder groen in het middengeeft een juiste elektrolytniveau aan, maar een lage ladingstoestand:laad de accu; een donkere kleur met groen in het middengeeft een juist elektrolytniveau en juiste ladingstoestand aan:er hoeven geen werkzaamheden te worden uitgevoerd. Zie voor meer informatie BESCHRIJVINGENEN WERKING - 5530768Voer de volgende werkzaamheden uit.Controleer de onbelaste accuspanning m.b.v.goedgekeurde meetapparatuur (bijv. 'MICRO 360'). Voer, afhankelijk van de gemeten spanning,de volgende werkzaamheden uit.Bij een onbelaste spanning lager dan 12,10V, moet de accu worden vervangen (). 5530B10).Bij een onbelaste spanning hoger dan 12,10V, maar lager dan 12,50 V, moet de accu worden geladen (). 5530B14).Bij een onbelaste spanning hoger dan 12,50V is de accu voldoende geladen.Vul zonodig op de volgende wijze het elektrolytbij.Verwijder voorzichtig de celdoppenstrip.Vul bij met gedesioniseerd en gedestilleerdwater, waarbij lekkage van elektrolyt moet worden voorkomen.768
0Uitbouwen201Inbouwen21Zet de auto op een brug.Open de motorkap.1. Maak de borgingen (1a) los en verwijder het deksel (1b).2004980
5530B40
0Uitbouwen201Inbouwen21Open de motorkap.1. Maak de borgingen (1a) los en verwijder het deksel (1b). 2004986
5530B52
0Uitbouwen201Inbouwen21Ga verder met het uitbouwen 3029434-5530B10ACCU - U.I. .1. Verwijder het deksel van de zekeringen- en relaiskast.2. Draai de moer (2a) los en maak de massakabel (2b) van de zekeringen-en relaiskast los.2004990
5530B60
0Uitbouwen201Inbouwen213029434-5530B10ACCU - U.I.1. Verwijder de opvangbak onder de accu.2. Draai de bouten (2a) los en de bevestigingsbout (2b) van de accuhouderiets los.3. Verplaats de accuhouder iets.4. Maak de bevestigingsdop van de riem los.5. Verwijder de riem.2005002
0Uitbouwen201Inbouwen211. Verwijder de borgingen van het schakelaarpaneel van het dashboard.2. Maak de stekker los.3. Verwijder het schakelaarpaneel.2005045
0Uitbouwen201Inbouwen211. Bedien zonodig de hefboom voor de stuurhoogteverstelling.2. Draai de bevestigingsbouten van de onderste bekleding los.3. Verwijder de onderste bekleding door deze los te maken van deinwendige borgingen en het stuur.2004920
0Uitbouwen201Inbouwen211. Draai onder de linkerzijde van de dashboardbekleding, de schakelaarongeveer 90° rechtsom en verplaats de schakelaar. 2. Maak de stekker los.3. Verwijder de schakelaar.2005033
0Uitbouwen201Inbouwen21Open de achterklep.1. Draai de bouten los2. Verplaats de sierlijst met het derde remlicht iets en maak destekker los. 3. Verwijder het derde remlicht.2005035
5550D17
0Uitbouwen201Inbouwen213029482-5550D16DERDE REMLICHT - U.I.1. Maak de lamphouder (1a) los uit de borgingen (1b).2. Verwijder de geklemde gloeilamp(en).2005037
5550D18
0Uitbouwen201Inbouwen213029178-3380A44BESCHERMING van handremhendel/stangstelsel- U.I.1. Laat de handremhefboom zakken om de bevestigingsbout van de schakelaarte bereiken. 2. Draai m.b.v. een magneetschroevendraaier de bevestigingsboutvan de schakelaar los.3. Trek de handremhefboom geheel omhoog.4. Verplaats de schakelaar iets en maak de stekker los.5. Verwijder de schakelaar.2005038
5550D22
0Uitbouwen201Inbouwen21Zet de auto op een brug.1. Zet de auto omhoog en maak de stekker los van de schakelaar voorhet achteruitrijlicht.2. Draai de schakelaar los en verwijder de schakelaar voor het achteruitrijlicht.2005039
5550D24
0Uitbouwen201Inbouwen21Open de achterklep.1. Verwijder het deksel aan de uiterste rechterzijde aan de binnenzijdevan de achterklep.2. Draai de moeren los.2005040
5550D26
0Uitbouwen201Inbouwen213029486-5550D24ACHTERUITRIJLICHT -U.I.1. Draai de bouten los.2. Verwijder de lamphouder met de gloeilamp.3. Verwijder de gloeilamp (met bajonetfitting).2005042
0Uitbouwen201Inbouwen213029740-7045A10VOORSTOEL (1), li ofre - U.I.1. Maak onder de stoel de borgklem (1a) los en draai de stekkersteun(1b) zodat de steun bereikbaar is. 2. Maak de stekker los van de groefborging.3. Maak de kabelbundel los.4. Maak de borgklemmen (4a) los van de kabelbundel (4b) voor deborgstang van de veiligheidsgordel. 2005479
0Uitbouwen201Inbouwen21Zet de auto op een hefbrug. Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu.Ga verder met het uitbouwen 3028716-1040A70ONDERGEDOMPELDE BRANDSTOFPOMPcompleet met tankvlotter - U.I. .Zuig m.b.v. geschikt gereedschap de brandstofuit de tank.Verwijder de hoes van de handremhefboom.1. Trek de handremhefboom (1a) omhoog en draai de spanmoer (1b)van de handremkabels los.2001552
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu.Ga verder met het uitbouwen 3029736-7040L40INSTAPLIJST van eenVOORPORTIERSPONNING (1), li of re - U.I. .1. Draai de bouten (1a) los, maak de stekker (1c) los en verwijderde traagheidsschakelaar (1b).2001571
0Uitbouwen201Inbouwen21Zet de auto op een hefbrug.Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. Ga verder met het uitbouwen 3029265-4450B12WIELEN (TWEE) voor ofachter - U.I. .Ga verder met het uitbouwen 3029141-3330E10REMSLANG (1), li ofre, naar remtangen voor - U.I.. (Rechtsen links).1. Verwijder de bevestigingsveer van de remtangen aan de beugels.2. Maak de stekkers in de kabels van de remblokslijtagesensor los.3. Verwijder de beschermdoppen (3a), draai de bouten (3b) los enverwijder de remtangen voor (3c) met de remblokken.2004126
3310A30
0Uitbouwen201Inbouwen21Zet de auto op een hefbrug.Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. Ga verder met het uitbouwen 3029263-4450B10WIEL (1) voor - U.I.. .Ga verder met het uitbouwen 3029141-3330E10REMSLANG (1), li ofre, naar remtangen voor - U.I.. .1. Verwijder de bevestigingsveer van de remtang aan de beugel.2. Maak de stekker in de kabel van de remblokslijtagesensor los.3. Verwijder de beschermdoppen (3a), draai de bouten (3b) los enverwijder de remtang voor (3c) met de remblokken.2004132
0Uitbouwen201Inbouwen21Zet de auto op een hefbrug.Ga verder met het uitbouwen 3029263-4450B10WIEL (1) voor - U.I.. .1. Maak de remslang van de remtang voor los van de steunbeugel.2. Draai de bouten (2a) los en verplaats de steun (2b) met de remtang(2c) zonder de slang los te maken.2004133
0Uitbouwen201Inbouwen211. Draai de bevestigingsbouten (1a) los en verwijder de steunen(1b) voor de remtangen voor.2004137
3310A54
Draai zonodig de remschijven voor af enhoud daarbij de hierna aangegeven maten aan.769
3310A57
0Uitbouwen201Inbouwen21Zet de auto op een hefbrug.Ga verder met het uitbouwen 3029263-4450B10WIEL (1) voor - U.I.. .1. Maak de remslang van de remtang voor los van de steunbeugel.2. Verwijder de bevestigingsveer van de remtang aan de beugel.3. Verwijder de beschermdoppen (3a), draai de bouten (3b) los enverplaats de remtang voor (3c) met de remblokken van de beugel.4. Draai de bouten (4a) los en verwijder de steun (4b) voor de remtangvoor.2004141
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. 1. Verwijder de bevestigingsveren van de voorremtangen aan de beugels.2. Maak de stekkers in de kabels van de remblokslijtagesensor los.3. Verwijder de beschermdoppen (3a), draai de bouten (3b) los enverwijder de remtangen voor (3c) van de bijbehorende steunen.4. Verwijder de remblokken voor.2004144
0Uitbouwen201Inbouwen21Zet de auto op een hefbrug.Ga verder met het uitbouwen 3029263-4450B10WIEL (1) voor - U.I.. .Verwijder de beschermdop op de ontluchtingsnippel vande remtang.Sluit het opvangsysteem (slang en reservoir)aan op de ontluchtingsnippel van de remtang.Bedien het rempedaal totdat het rem-/koppelingsvloeistofreservoirvolledig leeg is.1. Maak de stekker los van de luchtkwantummeter.2. Maak de carterventilatieslang los van de luchtinlaatmof.3. Maak de klemmen (3a) iets los en verwijder de mof tussen hetfilter en het gasklephuis met D.V.L. (3b) compleet met de luchtkwantummeter(3c).2004209
0Uitbouwen201Inbouwen21Verwijder de dop van het remvloeistofreservoir.
3330C44
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. 1. Maak de stekker los van de remvloeistofniveausensor.2. Trek de remvloeistofniveausensor uit het reservoir.2004220
1. Controleer m.b.v. de peilstok of het motorolieniveau tussen deMAX- en MIN-merktekens op de peilstok staat.767Controleer het niveau bijeen auto op een vlakke ondergrond en met stilstaande motor binnenenige minuten na het afzetten van de motor.2. Vul zonodig motorolie van het voorgeschreven type bij, nadatde olievuldop is verwijderd.767In de tabel is de hoeveelheidvoor een olieverversing aangegeven.Bij overwegend sportief gebruik van deauto moet de motor worden gevuld met de daarvoor voorgeschrevenolie.767In de tabel is de hoeveelheidvoor een olieverversing aangegeven.Vul het motorsmeercircuit voor een optimalewerking onder extreme klimatologische omstandigheden (temperaturenonder -20° C) met de voorgeschreven olie.767In de tabel is de hoeveelheidvoor een olieverversing aangegeven.7692047838
0Uitbouwen201Inbouwen21Zet de auto op een hefbrug. Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu.Ga verder met het uitbouwen 3028756-1072C44Hitteschild voor uitlaatspruitstuk- U.I. .
1084A46
0Uitbouwen201Inbouwen21Zet de auto op een hefbrug.Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. Ga verder met het uitbouwen 3029260-4450B04VOORWIEL RECHTS - U.I. .Ga verder met het uitbouwen 3029811-7055B42WIELKUIPBESCHERMINGVOOR (1), li of re - U.I.. .1. Maak de stekker van de olietemperatuursensor los.2. Draai de olietemperatuursensor los en verwijder de sensor.2067996
1084A40
0Uitbouwen201Inbouwen21Zet de auto op een hefbrug.Maak de minklem los van de accu.Zet de hefbrug omhoog.3029815-7055B54BESCHERMING/AFDEKKING onder motorruimte - U.I.1. Draai de bevestigingsmoer (1a) en de bout (1b) los en verwijderde achterste versteviging van de motorsteun (1c).2002379
1084A22
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. Ga verder met het uitbouwen 3028901-1016A10GELUIDSISOLATIE-DEKSEL- U.I. .1. Maak de klem los en maak de carterventilatieslang los van deolievulopening.2. Maak de stekker los van de koelvloeistoftemperatuursensor.2048452
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu.1. Maak de stekker los van de luchtkwantummeter.2. Draai de klemmen (2a) los en verwijder de luchtkwantummeter (2b)nadat deze is losgemaakt van de luchtinlaatmoffen.2001588
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu.Ga verder met het uitbouwen 3028666-1016A40BOBINEDEKSEL op cilinderkop- U.I. .1. Maak de stekker los van de elektromagneet voor de nokkenasversteller.2. Draai de bouten (2a) los en verwijder de elektromagneet voorde nokkenasversteller (2b).2001590
1056B50
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu.1. Maak de stekker los van de luchtkwantummeter.Maak de kabelbundel van de luchtkwantummeterlos uit de bevestiging op de luchtinlaatmof.2. Maak de carterventilatieslang los van de luchtinlaatmof.3. Maak de klemmen (3a) los en verwijder de luchtinlaatmof (3b)met de luchtkwantummeter (3c).2001591
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu.Ga verder met het uitbouwen 3028666-1016A40BOBINEDEKSEL op cilinderkop- U.I. .Maak het brandstofsysteem drukloos methet gereedschap op het ventiel op de zijkant van de brandstofverdeelleiding.1. Maak de stekkers los van de inspuitventielen.2. Maak de snelkoppeling in de voorste brandstoftoevoerleiding losvan de brandstofverdeelleiding.3. Maak de voorste brandstoftoevoerleiding los van de bevestigingop het spruitstukhuis. 2001601
1056B68
0Uitbouwen201Inbouwen211. Verwijder de borgingen (1a) en verwijder de inspuitventielen(1b) uit de brandstofverdeelleiding.2. Verwijder de afdichtringen van de inspuitventielen.2001605
1056B70
0Uitbouwen201Inbouwen211. Verwijder de borging (1a) en verwijder het inspuitventiel (1b)uit de brandstofverdeelleiding.2. Verwijder de afdichtingen van het elektro-inspuitventiel.2001606
1056B78
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu.1. Maak de stekker los van de koppelingspedaalschakelaar.2. Draai de schakelaar ongeveer 90° rechtsom en verwijder de schakelaar.2001607
1056B81
Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat.Controleer of de airconditioning is uitgeschakelden het gaspedaal mag nooit worden ingetrapt.Sluit het gereedschap aan op de diagnosestekkeren zet de keuzeschakelaar op stand 3.Sluit het diagnose-apparaat (Examiner)aan.Zet de contactsleutel op stand MAR.Kies op de Examiner de functie 'Test regeleenheden'Kies op de Examiner de functie 'Actievediagnose' en kies vervolgens 'Reset parameters zelfaanpassing' en 'Stationair-toerentalregelaar'.Kies op de Examiner 'Uitvoeren actievediagnose'.Draai de contactsleutel op STOP en wacht30 seconden.Draai de contactsleutel op stand MAR enwacht 30 seconden.Herstel de dialoog tussen de Examiner enhet motormanagementsysteem.Kies op de Examiner de functie 'Parameters'en kies in het 'keuze'-menu de controle ' Test herkenning stationairtoerental - uitgevoerd' en 'Herkenningsignalen stationair toerental- gesynchroniseerd'.767Als een van beide parameterseen afwijking aangeeft, draai dan de contactsleutel op STOP en herhaalde procedure. Als de afwijking blijft optreden, controleer dan dejuiste aansluiting van de diagnosekabel en de werking van het apparaat.Draai de contactsleutel op STOP en wacht30 seconden.Start de motor zonder het gaspedaal inte trappen.Koppel het diagnose-apparaat los.Maak een proefrit van enige kilometersen controleer bij een bedrijfswarme motor de werking van de stationair-toerentalregeling.
1056B82
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu.1. Maak de stekkers (1a) en (1b) van de inspuitregeleenheid los. 2. Maak de kabelbundel los uit de bevestiging op de steun voor deinspuitregeleenheid.2001608
1056B87
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu.1. Maak de stekkers (1a) en (1b) van de inspuitregeleenheid los. 2. Maak de kabelbundel los uit de bevestiging op de steun voor deinspuitregeleenheid.2001610
1056B90
0Uitbouwen201Inbouwen21Zet de auto op een hefbrug. Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu.1. Maak de carterventilatieslang los van de luchtinlaatmof.2. Maak de mof los van het gasklephuis met geintegreerde D.V.L.en verplaats de mof opzij.2001616
1056B10
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. Ga verder met het uitbouwen 3028725-1048A28RESONANTIEBUIS in luchtinlaatcircuit- U.I. .1. Maak de stekker los van de luchtkwantummeter.2. Draai de moeren (2a) los en verwijder de bevestigingsbeugelsvan de luchtkwantummeter op het luchtfilterdeksel.3. Verwijder de luchtkwantummeter (3a) met de slang (3b).2067872
1056B62
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. Ga verder met het uitbouwen 3028879-1072B42INLAATSPRUITSTUK (1)li of re - U.I. .Maak het brandstofsysteem drukloos m.b.v.het gereedschap op de betreffende ventielen van de brandstofleiding.1. Maak de snelkoppeling van de voorste brandstoftoevoerleidinglos van de brandstofverdeelleiding.2. Maak de stekkers los van de inspuitventielen.3. Draai de bouten (3a) los en verwijder de brandstofverdeelleiding(3b) compleet met de inspuitventielen (3c).769Vermijd beslist werkzaamheden bij warmemotor;Gebruik beslist geen gereedschappen alstangen, schroevendraaiers enz.;Bij het losnemen van de snelkoppeling eerstde beschermkap verdraaien en daarna de knoppen voor het loskoppelenindrukken;Controleer de conditie (vervorming/breukvan de zittingen, drukknoppen voor loskoppelen) voor het aansluiten;Controleer de bevestiging na het aankoppelendoor aan de snelkoppeling te trekken;Start de motor na de eindmontage en controleerof er geen brandstoflekkage waarneembaar is;Bij beschadiging van de snelkoppeling moetde rechter brandstofleiding in zijn geheel worden vervangen.2067877
1056B66
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. Maak het brandstofsysteem drukloos m.b.v.het gereedschap op het betreffende ventiel van de linker brandstofleiding.1. Maak de stekkers los van de linker inspuitventielen.2. Maak de snelkoppeling van de voorste brandstoftoevoerleidinglos van de brandstofverdeelleiding.3. Maak de snelkoppelingen tussen de linker en rechter brandstofverdeelleidinglos.769Vermijd beslist werkzaamheden bij warmemotor;Gebruik beslist geen gereedschappen alstangen, schroevendraaiers enz.;Bij het losnemen van de snelkoppeling eerstde beschermkap verdraaien en daarna de knoppen voor het loskoppelenindrukken;Controleer de conditie (vervorming/breukvan de zittingen, drukknoppen voor loskoppelen) voor het aansluiten;Controleer de bevestiging na het aankoppelendoor aan de snelkoppeling te trekken;Start de motor na de eindmontage en controleerof er geen brandstoflekkage waarneembaar is;Bij beschadiging van de snelkoppeling moetde rechter brandstofleiding in zijn geheel worden vervangen.4. Draai de bouten (4a) los en verwijder de linker brandstofverdeelleiding(4b) compleet met de inspuitventielen (4c).2067878
1056B67
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. Ga verder met het uitbouwen 3028879-1072B42INLAATSPRUITSTUK (1)li of re - U.I. .Maak het brandstofsysteem drukloos m.b.v.het gereedschap op het betreffende ventiel van de rechter brandstofleiding.1. Maak de stekkers los van de rechter inspuitventielen.2. Maak de snelkoppelingen tussen de linker en rechter brandstofverdeelleidinglos.769Vermijd beslist werkzaamheden bij warmemotor;Gebruik beslist geen gereedschappen alstangen, schroevendraaiers enz.;Bij het losnemen van de snelkoppeling eerstde beschermkap verdraaien en daarna de knoppen voor het loskoppelenindrukken;Controleer de conditie (vervorming/breukvan de zittingen, drukknoppen voor loskoppelen) voor het aansluiten;Controleer de bevestiging na het aankoppelendoor aan de snelkoppeling te trekken;Start de motor na de eindmontage en controleerof er geen brandstoflekkage waarneembaar is;Bij beschadiging van de snelkoppeling moetde rechter brandstofleiding in zijn geheel worden vervangen.3. Draai de bouten (3a) los en verwijder de rechter brandstofverdeelleiding(3b) compleet met de inspuitventielen (3c).2067879
ELEKTRONISCH REGELSYSTEEM VOOR HOGEDRUKDIESELPOMP
1060G10
0Uitbouwen201Inbouwen213029434-5530B10ACCU - U.I.1. Open de bevestigingsklemmen (1a) en verwijder de mof (1b) tussenhet luchtfilter en de luchtkwantummeter.2. Maak de luchtkwantummeter los van de onderliggende mof.3. Maak de stekker los van de luchtkwantummeter.4. Verwijder de luchtkwantummeter.2002316
1060G14
0Uitbouwen201Inbouwen213029434-5530B10ACCU - U.I.Maak de minklem los van de accu.1. Maak de stekker los van de koelvloeistoftemperatuursensor.2. Draai de koelvloeistoftemperatuursensor los van de thermostaat.2002317
1060G16
0Uitbouwen201Inbouwen21Maak de minklem (-) los van de accu.3028901-1016A10GELUIDSISOLATIE-DEKSEL - U.I.1. Maak de stekker los van de turbodruksensor.2. Draai de bevestigingsbout los. 3. Verwijder de turbodruksensor.2002318
1060G18
0Uitbouwen201Inbouwen21Maak de minklem los van de accu.1. Maak de stekker los van de brandstoftemperatuursensor.2. Draai de brandstoftemperatuursensor los en verwijder de sensor.2002319
1060G20
0Uitbouwen201Inbouwen21Zet de auto op een hefbrug.Maak de minklem los van de accu.3029815-7055B54BESCHERMING/AFDEKKING onder motorruimte - U.I.1. Maak de stekker van de toerental-/BDP-sensor los.2. Draai de bout (2a) los en verwijder de toerental-/BDP-sensor(2b).2002320
0Uitbouwen201Inbouwen21Controleer of de contactsleutel in stand'STOP' staat en maak de minklem (-) los van de accu. Ga verder met het uitbouwen 3028901-1016A10GELUIDSISOLATIE-DEKSEL- U.I. .1. Maak de stekker los van de brandstofdruksensor op de brandstofverdeelleiding.2. Draai de brandstofdruksensor uit de brandstofverdeelleiding enverwijder de sensor.2068090
0Uitbouwen201Inbouwen21Maak de minklem los van de accu.1. Maak de stekker los van de koppelingspedaalschakelaar.2. Draai de schakelaar ongeveer 90° rechtsom en verwijder de schakelaar.2002322
1060G50
0Uitbouwen201Inbouwen213028901-1016A10GELUIDSISOLATIE-DEKSEL - U.I.1. Draai de klem (1a) iets los en maak de luchttoevoermof tussenintercooler en inlaatspruitstuk (1b) los van de aansluiting op hetgasklephuis.2002323
0Uitbouwen201Inbouwen213028901-1016A10GELUIDSISOLATIE-DEKSEL - U.I.1. Draai de klem (1a) iets los en maak de luchttoevoermof tussenintercooler en inlaatspruitstuk (1b) los.2002327
1060G58
0Uitbouwen201Inbouwen213028901-1016A10GELUIDSISOLATIE-DEKSEL - U.I.1. Draai de klem (1a) iets los en maak de luchttoevoermof tussenintercooler en inlaatspruitstuk (1b) los van de aansluiting op hetgasklephuis.2002330
1060G80
0Uitbouwen201Inbouwen21Maak de minklem los van de accu.1. Maak de stekkers los van de inspuitregeleenheid.2. Draai de bevestigingsmoeren los.3. Verwijder de inspuitregeleenheid uit de zitting.2002332
0Uitbouwen201Inbouwen21Zet de auto op een hefbrug.Ga verder met het uitbouwen 3029434-5530B10ACCU - U.I. .Ga verder met het uitbouwen 3029440-5530B52HOUDER/STEUN voor accu- U.I.. .Ga verder met het uitbouwen 3029263-4450B10WIEL (1) voor - U.I.. .Verwijder de beschermdop op de ontluchtingsnippel vande remtang.Sluit het opvangsysteem (slang en reservoir)aan op de ontluchtingsnippel van de remtang.Bedien het rempedaal totdat het rem-/koppelingsvloeistofreservoirvolledig leeg is.1. Maak de stekker los van de luchtkwantummeter.2. Maak de carterventilatieslang los van de luchtinlaatmof.3. Maak de klemmen (3a) iets los en verwijder de mof tussen hetfilter en het gasklephuis met D.V.L. (3b) compleet met de luchtkwantummeter(3c).2004274
0Uitbouwen201Inbouwen21Ga verder met het uitbouwen 3029434-5530B10ACCU - U.I. .Ga verder met het uitbouwen 3029440-5530B52HOUDER/STEUN voor accu- U.I.. .1. Maak de multistekker los van de regeleenheid op het elektrohydraulischeaggregaat van het ABS.2. Draai de bouten (2a) los en verwijder de ABS-regeleenheid (2b).2004288
We use cookies on our website to give you the most relevant experience by remembering your preferences and repeat visits. By clicking “Accept All”, you consent to the use of ALL the cookies. However, you may visit "Cookie Settings" to provide a controlled consent.
This website uses cookies to improve your experience while you navigate through the website. Out of these, the cookies that are categorized as necessary are stored on your browser as they are essential for the working of basic functionalities of the website. We also use third-party cookies that help us analyze and understand how you use this website. These cookies will be stored in your browser only with your consent. You also have the option to opt-out of these cookies. But opting out of some of these cookies may affect your browsing experience.
Necessary cookies are absolutely essential for the website to function properly. This category only includes cookies that ensures basic functionalities and security features of the website. These cookies do not store any personal information.
Any cookies that may not be particularly necessary for the website to function and is used specifically to collect user personal data via analytics, ads, other embedded contents are termed as non-necessary cookies. It is mandatory to procure user consent prior to running these cookies on your website.