BeschrijvingDe richtingaanwijzers rechts en links worden ingeschakeld door de linker hendel van de stuurkolomschakelaar omhoog of omlaag te zetten; de functie wordt ingeschakeld bij start-/contactslot op stand MAR.De alarmknipperlichten (gelijktijdig inschakeling van de richtingaanwijzers links en rechts) worden bediend via een schakelaar op de middenconsole. - - Bovendien gaat een LED achter de schakelaar branden gelijktijdig met het knipperen van de verlichting buiten; de functie kan altijd worden ingeschakeld.De inschakeling van de richtingaanwijzers/alarmknipperlichten wordt geregeld door de Body Computer, die bovendien de knipperfrequentie regelt. Het signaal wordt via het CAN geleverd aan de andere knooppunten.Op deze wijze gaan de twee 'richtingaanwijzercontrolelampjes' op het instrumentenpaneel branden; bovendien levert het systeem een laag geluidssignaal, gelijktijdig met het knipperen van de lampjes., via een relais in de Body Computer.De werking van de verlichting wordt gecontroleerd met de 'check'-functie van de richtingaanwijzers: van beide circuits (rechts en links) wordt gecontroleerd op:onderbreking of ontbrekend lampje van 21 W (rechtsvoor, rechtsachter, linksvoor, linksachter)massasluiting (lampje of bedrading met massasluiting)kortsluiting naar de accuspanning (bedrading met sluiting naar de accuspanning)verwisseling van de 5 W lamp door een 21 W lampAls een van bovenstaande situaties wordt gesignaleerd blijft via de Body Computer de storing in het CAN aanwezig: op het instrumentenpaneel gaat het lampje 'storing in verlichting' branden en wordt tegelijkertijd de informatie op het display weergegeven. Bovendien wordt het ontbreken van een 21 W lamp voor of achter gesignaleerd door het toenemen van de nominale knipperfrequentie van de controlelampjes op het instrumentenpaneel en het geluidssignaal. Er moet een feedback aan de gebruiker worden geleverd tijdens de ontvangst van de commando's voor portierver-/-ontgrendeling via de afstandsbediening 3027199ZieE3040PORTIERVERGRENDELING3027476ZieE7015ALARM .
Functiebeschrijving Het inschakelsignaal voor de richtingaanwijzers wordt verzonden naar pen 7, stekker B van Body Computer M1 vanaf stuurkolomschakelaar H5 . Het signaal 'sleutel op MAR' (INT) van schakelaar H1 bereikt de zekeringen- en relaiskast onder het dashboard B2 op pen 11, stekker H en wordt vanaf daar naar de Body Computer M1 geleid (pen 9, stekker F). Het inschakelsignaal van de alarmknipperlichten bereikt pen 34, stekker B van M1 vanaf de bedieningstoets op middenconsole H12 . De Body Computer levert de voeding van de verlichting aan de zijkant F20 (links) en F21 (rechts) - vanaf pen 2 en 22, stekker A - , voor F18 (links) F19 (rechts) - vanaf pen 38 en 39, stekker A - en achter F30 (links) F31 (rechts) - vanaf pen 12 en 3, stekker E. Via het CAN is de Body Computer M1 verbonden met instrumentenpaneel E50 voor de regeling van de 'richtingaanwijzercontrolelampjes', de waarschuwingszoemer en, als een storing in het circuit wordt gesignaleerd, het waarschuwingslampje 'storing in verlichting'. Vanaf pen 29, stekker B van M1 wordt het signaal geleverd om de LED in bedieningsschakelaar H12 in te schakelen.
0Uitbouwen201Inbouwen213029702-7040A37AFDEKKLEPJE zekeringenop dashboard - U.I.1. Maak de stekkers (1a, 1b, 1c, 1d, 1e, 1f) aan de voorzijde los.2. Draai de bevestigingsbouten van de regeleenheid los.3. Draai de aangegeven bevestigingsbouten van de dashboardbekledinglos.2004865
0Uitbouwen201Inbouwen211. Controleer of de contactsleutel in stand 'STOP' staat en maakde minklem (-) los van de accu. 2. Open het deksel van de 'maxi-fuse'-houder.3. Draai de bevestigingsbouten van de 'maxi-fuse'-houder aan deaccu los.4. Draai de bevestigingsbout op de plusklem (+) van de accu ietslos.5. Maak de 'maxi-fuse'-houder los van de accu en verplaats de houderopzij.2004975
5530B14
Houd de volgende voorzorgsmaatregelenaan.769768768
5530B18
Houd de volgende voorzorgsmaatregelenaan.769Met de accu met de optische zuurweger kaneen globale indicatie van het elektrolytniveau en de ladingstoestandworden gecontroleerd, afhankelijk van de kleur van de zuurweger: een lichte en heldere kleur geeft een telaag elektrolytniveau aan: vul bij met gedistilleerd water;een donkere kleur zonder groen in het middengeeft een juiste elektrolytniveau aan, maar een lage ladingstoestand:laad de accu; een donkere kleur met groen in het middengeeft een juist elektrolytniveau en juiste ladingstoestand aan:er hoeven geen werkzaamheden te worden uitgevoerd. Zie voor meer informatie BESCHRIJVINGENEN WERKING - 5530768Voer de volgende werkzaamheden uit.Controleer de onbelaste accuspanning m.b.v.goedgekeurde meetapparatuur (bijv. 'MICRO 360'). Voer, afhankelijk van de gemeten spanning,de volgende werkzaamheden uit.Bij een onbelaste spanning lager dan 12,10V, moet de accu worden vervangen (). 5530B10).Bij een onbelaste spanning hoger dan 12,10V, maar lager dan 12,50 V, moet de accu worden geladen (). 5530B14).Bij een onbelaste spanning hoger dan 12,50V is de accu voldoende geladen.Vul zonodig op de volgende wijze het elektrolytbij.Verwijder voorzichtig de celdoppenstrip.Vul bij met gedesioniseerd en gedestilleerdwater, waarbij lekkage van elektrolyt moet worden voorkomen.768
0Uitbouwen201Inbouwen21Zet de auto op een brug.Open de motorkap.1. Maak de borgingen (1a) los en verwijder het deksel (1b).2004980
5530B40
0Uitbouwen201Inbouwen21Open de motorkap.1. Maak de borgingen (1a) los en verwijder het deksel (1b). 2004986
5530B52
0Uitbouwen201Inbouwen21Ga verder met het uitbouwen 3029434-5530B10ACCU - U.I. .1. Verwijder het deksel van de zekeringen- en relaiskast.2. Draai de moer (2a) los en maak de massakabel (2b) van de zekeringen-en relaiskast los.2004990
5530B60
0Uitbouwen201Inbouwen213029434-5530B10ACCU - U.I.1. Verwijder de opvangbak onder de accu.2. Draai de bouten (2a) los en de bevestigingsbout (2b) van de accuhouderiets los.3. Verplaats de accuhouder iets.4. Maak de bevestigingsdop van de riem los.5. Verwijder de riem.2005002
0Uitbouwen201Inbouwen211. Verwijder de borgingen van het schakelaarpaneel van het dashboard.2. Maak de stekker los.3. Verwijder het schakelaarpaneel.2005045
0Uitbouwen201Inbouwen211. Maak de richtingaanwijzer op het voorspatbord aan de aangegevenzijde los.2. Maak de stekker los en vang de richtingaanwijzer op het voorspatbordop.2005030
0Uitbouwen201Inbouwen211. Bedien zonodig de hefboom voor de stuurhoogteverstelling.2. Draai de bevestigingsbouten van de onderste bekleding los.3. Verwijder de onderste bekleding door deze los te maken van deinwendige borgingen en het stuur.2004920
We use cookies on our website to give you the most relevant experience by remembering your preferences and repeat visits. By clicking “Accept All”, you consent to the use of ALL the cookies. However, you may visit "Cookie Settings" to provide a controlled consent.
This website uses cookies to improve your experience while you navigate through the website. Out of these, the cookies that are categorized as necessary are stored on your browser as they are essential for the working of basic functionalities of the website. We also use third-party cookies that help us analyze and understand how you use this website. These cookies will be stored in your browser only with your consent. You also have the option to opt-out of these cookies. But opting out of some of these cookies may affect your browsing experience.
Necessary cookies are absolutely essential for the website to function properly. This category only includes cookies that ensures basic functionalities and security features of the website. These cookies do not store any personal information.
Any cookies that may not be particularly necessary for the website to function and is used specifically to collect user personal data via analytics, ads, other embedded contents are termed as non-necessary cookies. It is mandatory to procure user consent prior to running these cookies on your website.